28 MAART 1996
242
80. ONTEIGENINGSPLAN HEIL AAR-STEEN AKKER.
81. ONTEIGENINGSPLAN WESTERPARK.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
In de commissie hebben wij hierover uitgebreid gesproken. In de ogen van onze fractie was en
is er nog steeds ruimte tot onderhandelen. Ik denk dat de eisen, zoals die zijn gesteld door beide
heren die daar de percelen in bezit hebben, best redelijk zijn. Ik heb aan de wethouder gevraagd
waarom hij niet met de Provincie en eventueel met andere Brabantse gemeenten gaat praten
over de mogelijkheden om een soortgelijk bedrijf elders terug te plaatsen. Het hoeft dan niet te
komen tot onteigening, want dan is het een soort ruilhandel. Wij ruilen het een om voor het
ander. Het hoeft dan niet meer te kosten dan de herbouw van het bedrijf ter plekke en de
verhuiskosten. Ik denk dat dit een redelijke opstelling zou zijn, waarbij je in ieder geval het
exploitatietekort van zowel Westerpark en misschien in de toekomst ook van Heilaar-Steenakker
in de hand kunt houden. Het is toch zeker niet de bedoeling om straks bij de onteigening tegen
een gigantische kostenpost aan te lopen? Want dat risico loop je bij onteigeningen. De rechter
zou weieens anders kunnen oordelen. Als je overgaat tot onteigening, praatje op zo'n moment
over liquidatie van een bedrijf. Er is dan een heel andere situatie aan de orde. Wij verzoeken
het college om naar de Provincie te gaan en in overleg te treden over mogelijke locaties in de
omgeving van Breda, waar eventueel ontheffingen kunnen worden verleend, en vervolgens
verder te onderhandelen met de betreffende gemeente. De weg die u nu gaat bewandelen, door
het starten van de onteigeningsprocedure, is naar mijn mening een zinloze weg. Ik kan niet
meer doen dan een vraag stellen, want het college zet het toch door. Maar dit is het enige wat
ik nog aan de orde kan stellen om te trachten de zaak nog te redden. Als het college mijn
voorstel niet wil overnemen, dan zij dat zo. Het zou heel triest zijn als de rechter straks een
zeer hoge som gaat eisen. Dan moet de wethouder in de commissie komen vertellen dat het
exploitatietekort in Westerpark nog groter is geworden. Ik zou dat ten zeerste betreuren en ik
denk dat het niet nodig is. Om die reden zijn wij tegen de onteigeningsvoorstellen. Dit geldt
voor beide agendapunten.
Wethouder VAN DONGEN
Op het moment dat er signalen zijn dat onderhandelen weer kansen biedt, zullen wij dat doen.
Ik heb dat ook in de commissie gezegd. Wij zijn daartoe dag en nacht bereid, maar wel in het
perspectief van een oplossing, die ook voor de gemeente aanvaardbaar is. Een onteigeningspro
cedure is het laatste redmiddel en deze procedure zullen wij nu inzetten.
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw CROFT-MITTELMEUER
Ik heb gesprekken gehad met het Grondbedrijf en met de beide heren en het is mij duidelijk
gebleken dat er niet zo veel voorstellen zijn gedaan dan in de stukken staat. Qua gronden is het
niet zo gelopen. Er is niet gevraagd: Wat denkt u ervan? Is dat mogelijk? Wilt u uw bedrijf
verplaatsen en zo ja, waarheen? Er is niet op een deugdelijke wijze onderhandeld en daarom
blijf ik van mening dat er nog ruimte is. Het feit dat het college dat afwijst, is volledig het
risico van het college. Het is niet een risico dat ik als raadslid zou willen lopen. Ik denk dat het
anders had gekund en daarvoor pleit pleit ik nogmaals. Misschien moet de wethouder er nog
een nachtje over slapen voordat hij tot inkeer komt.
Wethouder VAN DONGEN
Als mevrouw Crofit meent dat alles moet kunnen, dan ben ik het volstrekt met haar oneens. Het
college stelt voor om de onteigeningsprocedures gewoon door te zetten als stok achter de deur.
Akkoord met de agendapunten 80 en 81, met de aantekening dat de fracties van de Parel van
het Zuiden en de CD geacht willen worden te hebben tegengestemd.