1 FEBRUARI 1996 24 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij willen kort zijn over het woningmarktonderzoek, het is eigenlijk meer een stemverkla ring. Wij kunnen ons scharen achter punt 1 van het voorstel. Het voor kennisgeving aannemen is natuurlijk niet zo moeilijk. Met punt 2 hebben wij, zoals ook de heer Crul, een aantal problemen. Dit is te eenzijdig gericht op het doorstromingsverhaal. Wij denken dat er meer problemen zijn en voorts denken wij dat de politiek niet alleen een onderzoek ter kennis moet krijgen, maar daaraan ook een politiek besluit moet verbinden naar aanleiding van wat anderen over de uitkomst van het onderzoek hebben gezegd. Een en ander komt ook aan de orde bij agendapunt 7 en de heer Boer zal daarop uitgebreid ingaan. In ieder geval willen wij aangetekend hebben dat wij voor punt 1 en tegen punt 2 van het besluit stemmen. Wethouder DE BRUUN Diverse sprekers hebben het gehad over leidraad, toetsingskader, basis. Wij hebben het woord basis gebruikt, niet zozeer omdat het woningmarktonderzoek de basis is, maar omdat de beleidsaanbevelingen de basis zijn. We hebben dat woord bewust gekozen. Jaarlijks zullen we aan de commissie en de raad het zogenaamde Volkshuisvestingsplan voorleggen, waarin voor het komend jaar de activiteiten en de randvoorwaarden staan. Dat Volkshuisvestingsplan moet je kunnen afeetten tegen de beleidsaanbevelingen en dan kun je aangeven welke beleidslijnen eruit zijn gehaald. De heer Crul heeft gelijk waar hij zegt: dat is op basis van wensen, hoewel dat enigszins genuanceerd is, want je moet kijken of de geuite wensen haalbaar zijn. Bovendien, als je dit als basis gebruikt, moet je ook kijken wat de feitelijke ontwikkelingen zijn die in een jaar of in een komend jaar aan de orde zijn. Je kunt dit dan als basis nemen, maar je kunt hiervan ook, als je daarvan afwijkt, gemotiveerd van afwijken op basis van de feitelijke situatie. Ik denk dat je daarmee zo moet omgaan. En hoe u dit ook wilt noemen, je hebt bepaalde beleidsuitgangspunten, beleidsaanbevelingen, en jaarlijks zullen we die tegen het licht moeten houden van wat er feitelijk op de woningmarkt aan de hand is, gegeven de hoofdlijnen die hierin zitten. We kunnen dus daarvan afwijken, maar dan moeten we dat gemotiveerd doen. U ziet dat in het volgende raadsvoorstel. In de richting van de heer Sinke heb ik hiermee het Volkshuisvestingsplan aangegeven. We moeten dus aangeven wat de feitelijke ontwikkelingen zijn van het afgelopen jaar en wat we het komend jaar verwachten, rekening houdend met de vele beleidswijzigingen die het Ministerie op ons afschiet. Tevens moeten we aangeven hoe we het jaar daarop ons volkhuisvestingsprogramma realiseren, zodanig dat dat past op de vraag. Aan het eind van het jaar, bij de vaststelling van de begroting, kunnen we kijken welke randvoorwaarden we voor het volgend jaar kunnen meenemen. Dat kan zowel in financiële zin als op een andere wijze, eventueel met compensa tie et cetera. Over de doorstroming het volgende. Ik denk dat het goed is om daarover nader van gedachten te wisselen in de commissie. Het beste moment om daarover te praten is als de monitoring op de verschillende projecten die we nu aan het volgen zijn helder is. Dan weten we ook of het luchtfietserij is, of dat het werkelijkheid is. En we weten dan ook hoe we daar mee moeten omgaan. De heer SINKE Bij interruptie. Zijn er op dit moment projecten waarbij heel nadrukkelijk die doorstroming aan de orde is? Wethouder DE BRUUN We volgen op dit moment drie projecten, waarbij we kijken hoe die doorstromingsketen in elkaar zit. Dus: waar komt die vandaan, is dat een langere keten? We volgen op dit moment het Laurenspark. Daar zal de keten langer zijn en je kunt dan kijken hoe die doorstroming daar zit. In het plan van het F.C.H.-terrein, in Heuvel, is de doorstroming veel korter en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 24