25 APRIL 1996 256 en de procedure naar een nieuwe adviesraad voor de betrokkenen bij alle bijstandszaken, minimazaken, niet te belasten met een bestaande cliëntenraad. U kent het voorstel dat er voor 1 september 1996 een voorstel wordt verwacht, waarvoor externen zijn aangewezen om die actie voor te bereiden. U kent de toezegging die ik in de commissie, op verzoek van de heer Peeters en mevrouw Heerkens, heb gedaan om de commissievergadering vóór de zomervakantie te informeren over de stand van zaken, zodat u dan tussentijds op de hoogte bent van hoe het proces na de nieuwe betrokkenheid van cliënten en andere belangenorganisaties verloopt. Dat heb ik u toegezegd en dan kunt u mee bewaken dat wij adequaat actie voeren om die participatie, die betrokkenheid, goed te regelen. Akkoord. 91. ONTWIKKELING CHASSÉTERREIN. De heer SINKE Tot de bekende raadsvergadering van 21 september vorig jaar had de CD A-fractie een hele duidelijke voorkeur voor wat toen nog het plan-Bhalotra heette; het plan-Koolhaas was een goede tweede daarbij. Om uit de impasse, die toen ontstond, te komen hebben wij ingestemd met het voorstel om op basis van de campusvisie tot een nieuw plan te komen. Wij hadden daarbij twee belangrijke randvoorwaarden, dat zijn de bekende randvoorwaarden van budgettaire neutraliteit en inpassing van de te behouden gebouwen. Dus dat betekende dat naast de beoordeling van het plan zelf, dit twee voor ons heel belangrijke toetsstenen zijn in de verdere fase. Ik moet zeggen dat die toets wat ons betreft positief uitvalt. Als je kijkt naar de budgettaire neutraliteit, dan is die bereikt door meer wandbebouwing toe te passen, maar wij delen op dat punt niet de mening van onder meer een aantal insprekers dat het campusidee daarmee geweld wordt aangedaan en dat de verhouding tussen openbare ruimte en gebouwen op dat punt zoek is. Overigens is dit ook een standpunt dat Koolhaas zelf deze week nog in de commissievergadering heeft verwoord. Wel betekent het dat de uiteindelijke totaalwaardering sterk zal afhangen van de architectonische uitwerking van een en ander en ik neem aan dat we die over een paar maanden bij het voorlopig ontwerp zullen zien. Het tweede punt, de inpassing van de bestaande gebouwen, is wat ons betreft op een goede manier gebeurd, zij het dat er wel wat vraagtekens bij ieder van deze gebouwen zijn te plaatsen, maar ook daar zullen we over een paar maanden hopelijk wat meer antwoord op hebben. Dan het plan zelf. De CD A-fractie vindt het een goed stedebouwkundig plan, dat de komende maanden nog aan kracht kan winnen als die vraagtekens, waarover ik het had, en ook andere vraagtekens weggepoetst zouden gaan worden. Die vraagtekens zijn voor een heel groot gedeelte verwerkt in wat ik dan toch maar de matrix blijf noemen, dat is wel handig op dit moment, en waaraan ik in de commissievergadering toch wel enkele toevoegingen heb gepleegd. Ik neem aan dat die verder ook worden meegenomen. Overigens is ook nog een en ander vermeld op blad zijde 7 van het voorstel waarover wij nu praten. Ik wil een paar van die belangrijke vraagtekens hier ook nog even vermelden voor alle zekerheid. Op de eerste plaats gaat het ons ook om de parkeergarage, de veiligheidsaspecten, de ontsluiting en alle andere discussiepunten die daarbij horen. Voor ons zal ook een heel belangrijk in te vullen vraagteken zijn de inrichting van de openbare ruimte. Daarover zijn ook de nodige opmerkingen gemaakt en wij zijn op dat punt ook bijzonder nieuwsgierig naar de uitslag van die discussie. Een vraagteken, ik noemde het net al, is de architectonische kwaliteit in het voorlopig ontwerp dat, naar wij hebben gezien, de kwaliteit van het definitief ontwerp zal gaan benaderen. Ik wil er ook nog even bij aanhalen dat het ontwerpteam zoals dat is voorgesteld door OMA kennelijk, zo begreep ik deze week, de instemming van het college heeft gekregen. Dus wat dat betreft kan het ook aan de slag gaan. Wij hebben in de commissievergadering uitgebreid gesproken over de bedoeling en de inhoud van de concept- intentieovereenkomst. Ik heb daarbij een groot aantal vragen gesteld en opmerkingen gemaakt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 256