25 APRIL 1996 264 Laat het vijf of zes jaar rusten, zodat het college tot een rijpere beslissing komt en tot een verantwoord besluit. Hier wil ik het bij laten. Wethouder DE BRUIJN De heer Van Dongen zal de zaken betreffende de intentieverklaring en het parkeren beantwoorden. Ik ben blij met de positieve en de zo nu en dan enthousiaste reacties van een aanzienlijk deel van deze raad. Ik denk dat het plan het ook verdient, dat het plan het ook waard is. In een redelijk kort tijdsbestek is getracht op basis van de uitgangspunten zoals die door de raad, en de heer Sinke heeft ze nog even genoemd, op 21 september zijn vastgesteld, en op basis van de visie die er lag, een nieuw plan te ontwikkelen dat voldoet aan zowel die visie enerzijds als aan de uitgangspunten anderzijds. Ik denk dat dat een prestatie van formaat is voor alle betrokkenen in dit proces. Ik ben het met eenieder eens dat het plan wel onder druk staat. Het staat onder druk van het aantal functies dat we daarop willen realiseren, met name de hoeveelheid woningen. Uiteraard is dit gebaseerd op het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit. Ik moet constateren dat die druk natuur- lijk nog al wat eisen stelt aan het vervolgtraject. Met u zijn wij van mening dat de uitwerking, of het nu over het openbaar terrein gaat of over de architectonische uitwerking van de gebouwen, essentieel is in relatie tot de door ons en door u gewenste kwaliteit. Het zal dus iets zijn waar we met zijn allen keihard voor zullen moeten gddn, zowel ontwikkelaars als ontwerpers als wij als college en raad, om te zorgen dat die kwaliteit die we willen ook feitelijk zal worden gerealiseerd. De heer Sinke geeft daarbij aan dat er een lijstje met architecten is. Inderdaad de indicatieve lijst, of de lijst zoals die is aangedragen en door het college voor akkoord is bevonden. Wij hebben geconstateerd dat de toedeling van de onderdelen van het project aan de architecten nog niet heeft plaatsgevonden en dat de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten zich daar ook nog over zal buigen. Maar ook dat is weer een extra toets om die hoogwaardige kwaliteit te kunnen realiseren. Het traject naar het voorlopig ontwerp is dus een vrij zwaar en intensief traject. Een intensief traject, dat niet achter gesloten deuren dient te gebeuren of in een zwarte box, en dan maar hopen wat eruit komt. Neen, diversen van u hebben dat ook al gezegd, dat zal een kwestie zijn van goed communiceren met elkaar. Niet alleen communiceren tussen degenen die bezig zijn met het ontwerp en degenen die de ontwerpen later moeten toetsen, maar ook goed communiceren met de belanghebbenden enzelfs met debelangstellenden. Het communicatietraject is dus essentieel voor het welslagen van 'de tweede fase' van dit traject. U heeft zowel in het voorstel als in de bijlagen gezien dat wij als college daar sterk aan hechten en daaraan ook expliciete passages hebben gewijd. Dat staat natuurlijk los van het feit dat nu al discussies kunnen gaan plaatsvinden en dat die al hebben plaatsgevonden over de verdere invulling van het traject. Diversen van u hebben gezegd dat zij begrepen hebben dat met een van de belanghebbenden vandaag al een gesprek is gevoerd. Dat klopt. Ik denk dat het ook een goede zaak is om juist het traject naar het voorlopig ontwerp verder te vervolmaken binnen de randvoorwaarden die we hier als visie vaststellen. Er is dinsdag ook gezegd dat dat maxima zijn, maar we kunnen er makkelijk van afwijken zo lang die visie maar niet wordt aangetast. Ik ben ervan overtuigd, juist gelet op de beleving van het totale plan, dat zowel belanghebbenden als ontwerpers als belangstellenden daar in goed overleg uit komen. Uiteraard met de kanttekening die we er als raad bij hebben gezet, de budgettaire neutraliteit. Dat betekent dus dat heel wat zaken, en diversen van u zijn erop ingegaan, in de matrix zijn aangegeven voor nadere uitwerking. Ik moet constateren dat de fractie van GroenLinks datgene wat nu aan elkaar is gekoppeld, en terecht naar onze mening, juist uit elkaar wil trekken, en datgene waarover je rustig zou moeten kunnen nadenken, het vervolgtraject, nu aan elkaar wil koppelen. Dat lijkt mij een beetje de omgekeerde weg, dus ik zou in ieder geval toch bij deze volgorde willen blijven. De specifieke uitwerking, zoals de heer Scheltens ook aangeeft, van de verschillende onderdelen moetje nader ontwerpen. Je kunt niet verwachten van ontwerpers en ontwikkelaars en ook niet van de gemeente dat je start met het uitwerken van onderdelen, zonder dat je weet of je voor de totaalvisie die eronder ligt wel een akkoord kunt krijgen, want dan ben je echt met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 264