25 APRIL 1996 266
vervolgtraject meekrijgt. Als we die haalbaarheid nu niet geven dan lopen we over een tijdje moge
lijk tegen een wat moeizame discussie aan die u niet geheel onbekend is. In de richting van de
heer Heeren het volgende. Op het moment dat hij bij dit plan de Bijlmermeer aanhaalt, stel ik hem
voor dat hij de stukken nog eens leest, want dan heeft hij er in ieder geval niets van begrepen.
Wethouder VAN DONGEN
Allereerst nog een opmerking over de openbare ruimte, waarop de heer Sinke en ook de heer Marée
nog wijzen. Zowel de kwaliteit als de functionaliteit van de openbare ruimte zullen in de uitwerking
terugkomen, dat staat in de stukken. Datheeft te maken met de kwaliteit van de inrichting en tegelij
kertijd de beheerstoets die daarop moet worden losgelaten. Als je kijkt naar de verhouding aantal
woningen/m2 oppervlakte openbare ruimte, dan is die in vergelijking met de andere plannen zeer
groot en doet daarmee ook recht aan de kwaliteit van de openbare ruimte voor een grootte van
de openbare ruimte die ook in een binnenstadslocatie is vereist. Ook de kwaliteit van deze totale
bouwlocatie komt tot zijn recht. Ten aanzien van de parkeergarage, u hebt er bijna allemaal over
gesproken, ook in de commissie, het volgende. Wij hebben in een eerder stadium, en dat is in
alle stukken ten aanzien van het parkeren teruggekomen, gesproken over een ondergrondse
parkeergarage op het Chasséterrein van 600 plaatsen. Het betreft de openbare parkeerplaatsen,
en niet zoals in de motie van GroenLinks staat 1800 parkeerplaatsen. Bij die 600 parkeerplaatsen
zijn niet meegeteld de parkeerplaatsen die aan de woningen worden toebedeeld en geen openbare
functie hebben. Het enige wat speelt is een discussie met betrekking tot het complex Kloosterkazerne
waarvaan 200 parkeerplaatsen worden toegekend. De mogelijkheden worden bekeken om die in
combinatie met openbare parkeerplaatsen, al of niet door de gemeente, al of niet door de ontwikke
laar van het Chasséterrein, al of niet door de ontwikkelaar van de Kloosterkazerne, mogelijk ook
nog door anderen te realiseren. Dat heeft ook te maken met de discussie: wie bouwt uiteindelijk
de parkeergarage? Bij de uitwerking zullen wij ten aanzien van de parkeergarage nader terugkomen
op de randvoorwaarden, ook ten aanzien van de sociale veiligheid, de kwaliteit, het milieu, de
verkeerssituatie, de systemen die daarbij een rol spelen, inclusief de eisen waarop de heer Marée
deze week nog wees. Die zullen dan ook in de verdere voorbereiding van het stuk deze zomer
terugkomen, inclusief de betrokkenheid van de commissies ten aanzien van de toetsing van de
parkeergarages en de systemen van de parkeergarages. Het gaat om dat gezamenlijk proces van
de ontwikkelaar en de gemeente, zoals dat in de intentieovereenkomst is vastgelegd. In de richting
van mevrouw Van Beusekom het volgende. Het gaat erom dat we, zoals de heer De Bruijn ook
al zei, ten tijde van het sluiten van de realisatieovereenkomst spreken over tenminste budgettair
neutraal. En na het sluiten van de realisatieovereenkomst praat je over een realisatiefase. Is het
in die realisatiefase, bijvoorbeeld bij de afspraken over een snelle realisatie, fasering, verkoopprijzen
van woningen, dus meer grondopbrengst, en/of voordeel op bouw- en woonrijp maken, misschien
mogelijk tot een extra positief budgettair resultaat te komen? Maar dan wel alleen door de bereidheid
en door de inzet van zowel de ontwikkelaar als de gemeente. Daar hebben we beide partijen voor
nodig. En op die basis ligt het voor de hand dat beide partijen daarvan dan ook profiteren. Wij
komen daar definitief op terug bij de afspraken over de realisatieovereenkomst in september.
De VOORZITTER
Ik begreep dat er een voorstel van de Parel van het Zuiden was om de vergadering voor een kwartier
te schorsen. Kan het korter, mijnheer Verpaalen?
De heer VERPAALEN
Mevrouw Croft is op dit moment bezig een concept op de p.c. te zetten voor een amendement.
Ik weet niet hoe ver zij is, er moet nog worden ingelicht over de antwoorden. Ik denk dat ik een
kwartier nodig heb.