25 APRIL 1996 Wij pleiten ervoor dat het aantal sociale huur- en sociale koopwoningen minimaal wordt gebracht op elk 120. Dus De VOORZITTER Mag ik even interrumperen? Mij is in de pauze uitdrukkelijk gemeld dat bijna niet, vooral boven, was te volgen wat er hier wordt gezegd, met name door het geroezemoes van anderen wanneer iemand aan het woord was. Ik weet dat het moeilijk is, maar laten we proberen, ook voor het contact met het publiek waar we zo hoog van opgeven, zojuist ook nog, dat een beetje te voorkomen en duidelijk te spreken. Het ging nu met name om het geroezemoes, dat was er nu wel niet, maar ik wou het even gemeld hebben, vooral na deze pauze. De heer SCHELTENS Het wordt allemaal nog een keer perfect hier volgens mijDe beleefdheid richting publieke tribune Op dit moment komt Mevrouw Croft de raadzaal binnen, hetgeen gepaard gaat met het hard dichtvallen van de deur en het daarna eveneens hard neerkomen van enige paperassen op haar tafel. De heer SCHELTENS dit is geen geroezemoes meer, dit is De VOORZITTER Mevrouw Croft, ik vind uw gedrag onbehoorlijk. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Hij gleed uit mijn handen, voorzitter. De VOORZITTER Ik vind wat ik zei. De heer SCHELTENS De motie over de woningbouw gaat over een andere differentiatie. Wij pleiten ervoor het minimum aantal sociale huurwoningen en sociale koopwoningen te brengen op elk 120, dus 120 sociale huurwoningen, 120 sociale koopwoningen en wij verzoeken daarom het college deze aantallen te presenteren in het voorlopig ontwerp dat in het najaar wordt aangeboden. De andere motie die GroenLinks indient gaat over de parkeerproblemen. Wij zijn van oordeel dat door een dergelijk groot aantal parkeerplaatsen, het gaat dus over 1800 parkeerplaatsen, weliswaar voor een totaal van 1000 bewoners, 600 voor het publiek en 200 voor de culturele cluster, maar dus wel degelijk 1800 in totaal, onaanvaardbare verkeersproblemen ontstaan rond het Chasséterrein en dat grote ondergrondse parkeergarages onaanvaardbare risico's met zich meebrengen op het gebied van sociale veiligheid. Daarom verzoeken wij in de motie het college om het aantal parkeerplaatsen op of onder het Chasséterrein te verminderen tot 1200 en in de tweede plaats a. de optie voor een mechanische parkeergarage te onderzoeken, en b. de resultaten van dit onderzoek voorafgaand aan het voorlopig ontwerp aan de raad kenbaar te maken. Ik wil nog graag een paar andere opmerkingen maken. Als reactie op wat wethouder De Bruijn zei over de snelheid en de volgorde van de besluitvorming het volgende. Het is niet de volgorde die wij verkeerd vinden, wij hebben het over de tussenliggende ruimte. De vier zaken die ons nu worden aangeboden verdienden meer tussenruimte en wij hebben het idee dat de besluitvorming vanaf nu gaat als een snel optrekkende 268

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 268