25 APRIL 1996 273 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik breng het expres nu eens een beetje zo, mijnheer Van Fessem, om de discussie aan te zwengelen, want De heer VAN FESSEM U hebt er natuurlijk altijd weer een verhaal bij. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Van heel veel partijen hoor ik heel weinig geluiden over de Kloosterkazerne. Het lijkt alsof men denkt: we zien straks wel hoe dat verder zal gaan. Maar ik denk dat dit het moment is, en vooral omdat het Chasséterrein eraan vast wordt gehaakt, ook in het plan van eisen, om zeker te weten wat er nu gaat gebeuren. De geluiden die mij bereiken, en ik weet zeker dat andere raadsleden soortgelijke geluiden krijgen, zijn echt heel droevig. Ik denk datje daar dan iets mee zult moeten gaan doen, en datje niet moet gaan wachten tot straks in een latere fase. Ik weet zeker dat tegen die tijd een aantal partijen zal zeggen: wij hebben het niet geweten. Dat is iets uit de geschiedenis. Je kunt niet zeggen: wij hebben het niet geweten. Dat kun je niet meer zeggen. Je moet gewoon goed geïnformeerd zijn, en dat moetje oftewel eisen van je college of je moet zelf op onderzoek gaan. Wij hebben een aantal dingen gehoord en wij gaan ervan uit dat het niet goed zit. Wij gaan ervan uit dat u het amendement in stemming brengt. Wij geven nu van tevoren aan dat vanwege uw Wat was het woord ook al weer, mijnheer Verpaalen? Ik ben het woord vergeten. De heer VERPAALEN Laat ik het voorzichtig zeggen. Ik had een woord met een 'v', maar ik zal zeggen: het onjuiste gedrag. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER onjuiste gedrag, wij vanaf heden voor alle punten van vanavond een hoofdelijke stemming vragen. De VOORZITTER Ik wist wel dat u de zaak zou verzieken en daar bent u heel hard mee bezig, mevrouw Croft. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Wie niet horen wil, moet voelen, voorzitter. De VOORZITTER Ik wijs er even op vanuit mijn verantwoordelijkheid dat ik de schorsing die u voorstelde, aan de raad in stemming heb gebracht, want ik wilde vooral een gedeelde verantwoordelijkheid van de meerderheid van de representanten van de Bredase bevolking. En die hebben gezegd: vijf minuten, en u moet mij dat dus niet kwalijk nemen. Dat is één. Twee: ik ben geen lid van de Gouden Cirkel. Ik weet niet hoe u aan dat soort berichten komt, maar Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Daar zullen ze blij mee zijn, denk ik. De VOORZITTER het is een onjuist bericht. Het heeft niets met blij te maken, ik ben bij voorkeur van geen enkele vereniging lid om hier mijn onafhankelijke positie te kunnen handhaven. Het derde punt is: amendementen zullen in de toekomst, en dan praat ik in de richting van GroenLinks, ook boven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 273