25 APRIL 1996
279
De VOORZITTER
Dan bent u tegen.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJ ER
We moeten dus tegen zijn omdat het allemaal aan elkaar zit gekoppeld. Dus liever in het vervolg
niet meer op deze manier.
VOORZITTER
Begrijpelijk, terecht. GroenLinks?
De heer CRUL
Wij zijn tegen Valkrust maar wij hebben geen problemen met de kapel.
De VOORZITTER
Dan notuleren wij dat ook, maar ik neem aan dat u daarom tegen het voorstel zoals het hier ligt,
bent.
De heer CRUL
Als het niet opgesplitst kan worden, ja.
De heer HEEREN
Ik ben zowel tegen villa Valkrust als de Laurenskapel.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden en de CD
geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
93. FINANCIERINGS VOORSTEL TWEEDE FASE NADERE UITWERKING BRABANTSE
STEDENRIJ (NUBS) NAAR AANLEIDING VAN VERZOEK VAN DE PROVINCIE VOOR
MEDEFINANCIERING.
De heer SINKE
In de commissievergadering ben ik met betrekking tot dit voorstel uitermate kritisch geweest en
dat was overigens de commissievergadering SO en die staat nu niet in het voorstel vermeld, wellicht
omdat die niet zo positief heeft gereageerd. Ik was kritisch omdat de formulering geschiedde op
een manier, en dat heb ik toen heel kras gezegd, maar laat ik nu zeggen: die mijn pet te boven
ging. In ieder geval was die wat ons betreft onvoldoende overtuigend beargumenteerd. Het is niet
zozeer de omvang van het bedrag waar het om gaat, althans niet het gedeelte waar de gemeente
uiteindelijk nu voor gevraagd wordt bij te passen, maar het is meer het ontbreken van inzicht in
de noodzaak van het voorstel. Ik ging er dan ook, vanuit die discussie kijkend, van uit dat het
college wellicht met een aangepast voorstel zou komen en ik zou in eerste instantie toch de vraag
op tafel willen leggen, waarom dat niet is gebeurd, want wij zijn toch kritisch geweest.
De heer VAN DE STEENOVEN
In de commissie Financiën en in de commissie Stedelijke Ontwikkeling heb ik al bezwaren geuit
tegen dit voorstel. Op zich heeft de Partij van de Arbeid geen problemen met de doelstelling,
namelijk het versterken van de ruimtelijke economische positie van Breda. We begrijpen ook best
datdeprofileringvan onze stad allerlei overleg, studies enp.r.-activiteiten vraagt, maar het voorstel
dat nu voor ons ligt impliceert in feite dat wij instemmen met maar liefst een uitgave van
655.000,-- overheidsgeld voor p .r .-studieachtige activiteiten, die niet echt een duidelijk concreet
produkt opleveren. Wij vinden dat je het in deze tijd, waar de overheid op allerlei terreinen