1 FEBRUARI 1996 27 partijen, en daarmee bedoel ik de gemeente en de corporaties, wel enigszins tot elkaar gekomen, maar er blijft een gat zitten. En dat gat zit met name in de compensatiebouw in de middeldure koopsector. Het gaat daarbij om twee onderwerpen: het aantal en de grondprijzen, maar met name om het aantal. De gemeente zet bij dit stuk in op 110, de corporaties wensen uiteindelijk 200. Er worden van beide zijden enorm veel berekeningen op tafel gelegd om te onderbouwen waarom die aantallen juist zouden moeten zijn. Berekeningen die voor mij niet te controleren zijn en die derhalve wat moeilijk te lezen zijn. In de commissievergadering van 16 januari hebben de corporaties, bij monde van de heer Smit, heel nadrukkelijk laten weten, dat onder deze voorwaarden door hen geen overeenkomst zal worden getekend. En dat betekent dat zij dus ook niet instaan voor de bouw van het gewenste aantal sociale huurwonin gen in 1996. Van de wethouder hebben wij gehoord dat hij verder op dit moment geen stappen zet en dat hij wellicht in de loop van het jaar nog bekijkt of er aanleiding is tot bijstelling. De CDA-ffactie vindt die beide antwoorden, die beide kanten, te onduidelijk en te onzeker en is van mening dat we op die manier niet het bouwjaar 1996 kunnen ingaan. Dit betekent dat wij graag een nadrukkelijk politiek signaal afgeven, zowel naar de corporaties als naar het college en dat betekent weer dat mevrouw Heessels straks mede namens de CDA- ffactie een amendement zal indienen dat erop neerkomt dat wij heel nadrukkelijk voor het jaar 1996 de compensatiebouw middeldure koopwoningen willen vaststellen op 155 in aantallen gemeten. Wij zijn van mening dat De heer BOER Bij interruptie, mijnheer Sinke. U bent dan echt van mening dat de woningbouw van de goedkope woningen in 1996 dan wel is gegarandeerd? De heer SINKE Naar mijn mening is het zo dat op basis van die aantallen beide partijen tot elkaar zouden moeten komen in de vorm van een overeenkomst. En dat betekent dat dan de corporaties zich zullen stellen achter het aantal te bouwen huurwoningen. Dat is het idee. De CDA-ffactie is van mening dat beide partijen het met die aantallen zullen moeten doen en wij zullen dat in de ontwikkelingen dit jaar nauwlettend volgen. Ik wil een voorstel daartoe, dat ook de heer Smit heeft verwoord, hier op tafel leggen, namelijk dat om de drie maanden een cijfermatige en ook inhoudelijke tussenrapportage wordt uitgebracht, met een evaluatie aan het eind van het jaar. De maand november is daarbij genoemd, maar misschien is de evaluatie te koppelen aan het moment dat de wethouder komt met het Volkshuisvestingsplan. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Een verlate interruptie. Ik heb begrepen dat mevrouw Heessels een amendement indient, mede namens de CDA-ffactie. Weet u toevallig of dat ook namens de D66-ffactie is? De heer SINKE Dat is niet namens de D66-ffactie. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik keek even naar het aantal leden dat aanwezig is. De heer SINKE Als evaluatiemoment is, denk ik, het einde van het jaar, eventueel november, een goed moment om te praten over 1997. Dat moet je niet doen in het jaar 1997 zelf, zoals wij nu pas in februari 1996 praten over 1996. In dat verband wil ik ook nog opmerken dat wij, als we over 1997 praten, bepaald niet zullen uitsluiten dat we ook wat meer gaan kijken naar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 27