25 APRIL 1996
De VOORZITTER
Dat denken wij ook.
De heer SCHRODER
Wij nemen ook maar punt 94 en 95 tezamen. Ik hoor mevrouw Van Beusekom zeggen dat we
de besluiteloosheid onderhand maar eens moeten doorbreken en kennelijk vindt de VVD-fractie
dat deze twee voorstellen van het college daar een goede aanleiding voor zijn. Wat ons betreft
zou het ook moeten gaan om besluiteloosheid, die eens een keer wordt doorbroken, maar dan wel
vanuit een visie die hier in de raad ook gezamenlijk wordt gedeeld en gezamenlijk wordt vastgesteld.
Wat ons betreft, en dat is onmiskenbaar in de diverse commissiebehandelingen in het verleden
naar voren gekomen, is er een hele directe samenhang, een aantal sprekers moemt dat ook, bijvoor
beeld het Verkeerscirculatieplan, en afhankelijk van de keuzes die daarin uiteindelijk door deze
raad worden gemaakt, zal dat ook zijn repercussies hebben voor de invulling van zowel het
stationsgebied als de Oost-Westflank. Dat betekent dat je je, als je de besluitvorming in die context
plaatst, daarmee ook onlosmakelijk verbindt, dan kun je in dit geval niet op basis van de informatie
die wij hebben zeggen: wij gaan hiermee akkoord, stop er nog maar eens wat extra geld in om
dat verder te ontwikkelen, want hier is, richting de VVD, het moment gekomen om de cirkel van
besluiteloosheid te doorbreken. Wat ons betreft begin je eerst met het Verkeerscirculatieplan, waarin
de raad zich op eigenlijk het hele binnenstadsgebied uitspreekt hoe zich dat verder wat het verkeer
betreftmoetontwikkelen, en daarna volgtdaaruitlogischerwijze een aantal keuzes die hun weerslag
kunnen vinden in de ontwikkeling van het stationsgebied en de Oost-Westflank. Richting Partij
van de Arbeid, die zijn nog niet aan het woord geweest, maar ik wil toch wel graag memoreren
dat de heer Peeters zich bijvoorbeeld verbaasd heeft in de commissie over de stationsgebied
ontwikkeling. Hij zegt: er is toch ooit in het verleden een raadsbesluit genomen waarin de raad
heeft gezegd dat er een spoorzoneweg moest komen? In de visie die op dit moment in de nota
staat lijkt de spoorzoneweg niet meer de weg te zijn die beoogd werd. Het is een ander soort weg
geworden, het is een buurtontsluitingsweg geworden en ik kan daar op zich vrede mee hebben.
Maar heel terecht kaartte de heer Peeters toen aan in de commissie dat op dit stuk totaal geen
besluitvorming in de raad heeft plaatsgehad. Nu gaan we de nota voor kennisgeving aannemen,
niet eens vaststellen, terwijl er al wijzigingen ten opzichte van visies en zelfs raadsbesluiten in
het verleden inzitten. Dat maakt schrijnend zichtbaar dat we niet in de juiste volgorde dit soort
besluiten nemen. Als we dat toch doen, tenminste als het college daarover toch met voorstellen
komt en er toch een fors prijskaartje aanhangt om in deze zin verder te ontwikkelen, zal dat niet
de goedkeuring van mijn fractie hebben. Zowel 94 als 95: tegen.
De heer VAN DE STEENOVEN
Ik zal in eerste instantie vooral over agendapunt 93 praten en geleidelijk aan praten we daarna
over twee agendapunten, maar ik begin even over de Oost-Westflank. Over dat voorstel heb ik
in de commissie op dezelfde manier gesproken als over het voorstel van daarnet, namelijk de kosten-
batenbalans, waarbij ik de nodige vraagtekens voor wat betreft de uitkomst heb gezet. We krijgen
voor de 380.000,-- die ons nu worden gevraagd voor een voorbereidingskrediet toch weer vooral
nota's terug, waarvan ik het gevoel heb dat we er al zo veel hebben. Wij hebben een Structuurplan,
wij hebben een Bestemmingsplan binnenstad, voor dat Bestemmingsplan binnenstad zijn weer
allerlei onderliggende nota's geproduceerd. Ik denk aan de beeldkwaliteitsplannen en we hebben
ook al eerdere nota's gekregen van Bhalotra, de Tactiek en de Uitdaging. Onze fractie vindt dat
we toe zijn aan uitvoeringsvoorstellen en die kosten ook erg veel geld. En nu we verdergaan met
die voorbereidingsbesluiten heb ik de vraag gesteld: is dat nu wel een juiste besteding, is dat de
juiste prioriteitsstelling? In de fractie heb ik een en ander teruggerapporteerd, we hebben nog eens
goed de projectdefinitieonder de loep genomen en gelukkig geconstateerd dat langzaam maar zeker
in het totale project en in het plan van aanpak ook een aantal activiteiten is opgenomen dat in de
288