25 APRIL 1996 289 richting gaat van uitvoering. In de fractie heeft men mij van het volgende overtuigd: je moet eens goed luisteren, dit is een vervolg, we zijn eerst begonnen met het Bhalotra-verhaal van de Uitdaging, daarna de Tactiek, om dan nu zo op het einde deze opzet te staken. Je kunt je dan afvragenofdemiddelendiewedaarvoorhebbenuitgetrokkendanhelemaalweggegooidzijn.Mede gezien het feit dat we ook in de rekeningscommissie reeds hebben gesproken over de mogelijkheid om eens kritisch naar al die voorbereidingsbesluiten te kijken, heeft de fractie gezegd: we gaan met dit voorstel toch akkoord. U merkt, we gaan heel twijfelend akkoord met het voorberei- dingsbesluit voor wat betreft de Oost-Westflank. Dat is anders met het voorbereidingsbesluitvoor wat betreft het stationsgebied. Daar is sprake van eigenlijk een hele totaal nieuwe ontwikkeling. Op zich is het daar heel logisch dat je daar de zaken nog eens heel grondig gaat bestuderen en op een rij gaat zetten. De heer Peeters heeft daarover in de commissie heel nadrukkelijk gezegd dat wij het met het voorbereidingskrediet volkomen eens zijn. Ter geruststelling van GroenLinks, maar ter waarschuwing in de richting van het college: het feit dat wij nu instemmen met het voorbereidingsbesluit wil absoluut niet zeggen dat wij het dus met alle inhoudelijke suggesties, die in de onderliggende nota's staan, zonder meer eens zijn. Die inhoudelijkebesluitvorming komt op een later moment. Dus ik hoop dat wij straks niet ons daaraan gebonden achten, in de zin van: het stond in die nota, en wij hebben er niets over gehoord, dus u hebt er al min of meer mee inge stemd. Zo zal de Partij van de Arbeid niet varen op dit punt. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik hoop niet dat ik andere stukken heb dan de heer Van de Steenoven heeft, want ik heb het over een voorbereidingskrediet en niet over een voorbereidingsbesluit. Dat is toch iets heel anders in mijn optiek, want dat is een artikel 21 W.R.O. en dan bedoel je iets heel anders met watje gaat doen. De heer VAN DE STEENOVEN Als ik het woord 'voorbereidingsbesluit' heb gebruikt, dan heb ik mij versproken, het ging natuurlijk over een voorbereidingskrediet. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER U zei het meermalen, daarom dacht ik: ik vraag het maar even, het kon zijn dat u iets anders had dan wat ik had, maar ik heb het over een krediet. Is het de bedoeling dat wij de punten gezamenlijk behandelen, voorzitter? Of kan ik het in twee punten doen? Hoe wilt u het hebben, want het wordt een beetje onlogisch, het is niet aangekondigd als gezamenlijke punten. De VOORZITTER Neen, maar dat is spontaan door de raadsleden zo gebeurd. Dus als u dat wenst, kunt u dat doen. U kunt er ook neen tegen zeggen. Ik stel punt 95 wel apart aan de orde, omdat dit punt nu niet aan de orde is. Maar u mag er best over praten, zodat we straks wellicht bij het volgende agendapunt snel tot besluitvorming kunnen komen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Op zich heb ik er geen moeite mee, maar ik vraag het maar eventjes, omdat het anders een beetje rommelig wordt in de vergadering. De VOORZITTER Doe maar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 289