1 FEBRUARI 1996 inbreng van de particuliere ontwikkelaars in dit hele verhaal. Ik wil niet op voorhand al zeggen dat zij bepaalde onderdelen van de corporaties kunnen overnemen, maar ik denk dat we ook heel serieus naar die optie zullen moeten kijken, zowel voor wat betreft de bouw van de sociale huurwoningen, als de bouw van goedkope koopwoningen. De ontwikkelingen zullen op dat punt het komend jaar zeer in het bijzonder moeten worden gevolgd. De heer MARÉE We staan als raad met dit voorstel voor een dilemma. Dat ook D66 de problematiek van het woningtekort aan het hart gaat staat buiten kijf. Ook vinden wij dat er hier een belangrijke taak ligt voor de woningbouwcorporaties. De sterk gereduceerde bijdrage vanuit het Rijk zagen wij natuurlijk al enige tijd aankomen. Dat dit een onevenredig zware belasting zou betekenen voor de corporaties behoeft ook geen discussie. Niet voor niets was in ons verkiezingsprogramma al een pleidooi opgenomen voor het instellen van een fonds van waaruit deze overgang kon worden opgevangen. De reserve volkshuisvesting is erdoor, als het allemaal een beetje meezit, en de eerste 3 miljoen liggen er. Daar blijft het echter niet bij. Over de invulling van het woningbouwprogramma van dit jaar is nog steeds geen overeenstemming tussen gemeente en corporaties en dat terwijl het er toch al vorig jaar de schijn van had dat de overeenkomst op een oor na was gevild. Op mijn vraag toentertijd was het antwoord dat met drie van de vier partijen de zaak al was beklonken. Wellicht kan het college daarover wat uitleg geven. Dit raadsvoorstel was voor de woningbouw een prima voorstel geweest als het ook de instemming van de corporaties kon wegdragen. Maar in de commissie bleek al dat de partijen het over bedragen en aantallen woningen niet met elkaar eens zijn. Nu is er sowieso een gecompliceerd spanningsveld tussen de vragende partijen en de aanbieder. In principe is de gemeente niet verplicht een eigen bijdrage, in welke vorm dan ook, aan de corporaties aan te bieden. De gemeente heeft, vanwege de grote vraag en de VINEX-opdracht, als belangrijkste taak de coördinatie van de bouw van voldoende woningen in diverse categorieën. We beseffen dat de corporaties hierin een belangrijk instrument kunnen zijn. Vandaar de tegemoetkomingen in de vorm van financiering en compensatiewo ningen. De zorg van de corporaties, dat met de beschikbare middelen niet aan de taakstelling kan worden voldaan, is begrijpelijk. De budgetten staan onder druk en de landelijke overheid maakt het door bepalingen, zoals de verplichte verrekeningstermijn van 50 jaar voor een woning in de goedkope sector, niet makkelijker op. We pleiten dan ook voor een versoepeling van deze bepaling, zodat met duurzamere materialen en oplossingen betere woningen voor een langere levensduur kunnen worden gebouwd, met een betaalbare huurprijs. Ondanks deze druk zal van iedere partij een maximale inspanning worden gevraagd om de gestelde doelen te halen. Tijdens de discussie in de commissie heeft de wethouder toegezegd om halverwege het jaar een check in te plannen, om te bezien of de ondersteuning vanuit de gemeente voldoende blijkt te zijn. Eventueel zou er bij gebleken tekorten een bijstelling kunnen plaatsvinden. Deze toezegging was voor onze fractie voldoende om het proces optimistisch in te gaan. De heer BOER Mijnheer Marée, mag ik u een vraag stellen? Wij hebben in de commissie nadrukkelijk De VOORZITTER Dat vind ik niet juist. Interrumperen is wat anders. U gaat een vraag stellen. U krijgt uw beurt zo meteen en dan stelt u uw vragen en dan krijgt u in de tweede termijn antwoord. De heer BOER Bij interruptie. Zou ik dat moeten zeggen? 28

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 28