1 FEBRUARI 1996 29 De VOORZITTER Ja, dat is heel wat beter. De heer BOER Bij interruptie, mijnheer Marée. In de commissie is heel nadrukkelijk ingegaan op dat half jaar. Waar het om gaat is of de mogelijkheid om halverwege het jaar nog bij te stellen reëel is. Duidelijk is geconstateerd, in ieder geval door ons, dat het onmogelijk is om een De heer MARÉE Nu zegt u het al. De heer BOER Neen, ik wil van u weten of u het realistisch vindt om halverwege het jaar een bouwplan bij te stellen en dan toch nog voor 1996 aan de eisen te voldoen. Want dat vind ik dan buitenge woon knap. De heer MARÉE U wilt nogmaals van mij bevestigd horen dat ik dat realistisch vind? Bij dezen. Om mijn verhaal af te sluiten nog het volgende. Wel willen wij het college met klem vragen in een con structief overleg met de corporaties op zeer korte termijn tot afspraken te komen. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dit voorstel is in de commissie Stedelijke Ontwikkeling zo verschrikkelijk uitgebreid besproken, dat wij eigenlijk hadden verwacht dat na die commissiebehandeling dit raadsvoor stel op zijn minst gewijzigd terug zou komen, temeer omdat dit voorstel in belangrijke mate het programakkoord raakt en de dit programakkoord ondersteunende partijen nu niet bepaald enthousiast reageerden. In het programakkoord zeggen de partijen dat de evenwichtige opbouw van de woningvoorraad in relatie tot de vraag niet uit het oog mag worden verloren. Ons is de vraagzijde ook bekend. De VVD-ffactie heeft steeds gepleit voor een meer evenwichtige woningvoorraad, met meer accent op vrije sector, huur en koop. Daaraan wordt momenteel in behoorlijke mate inhoud gegeven. De goedkope woningen zouden, door middel van doorstroming, meer beschikbaar komen voor diegenen voor wie ze in feite zijn gebouwd. Tevens is de VVD-fractie voorstander van de bouw van goedkope sociale huur- en koopwo ningen, naast de bestaande voorraad, om aan de vraag te kunnen voldoen. Als gevolg van de wijzigingen in het Rijksbeleid zal de gemeente een financiële inspanning moeten leveren om die doelstelling ook te kunnen waarmaken. Wij kunnen ons dan ook geheel vinden, zoals ook bij het vorige voorstel, in de vier doelstellingen van het beleid, zoals in dit voorstel genoemd. Wij hebben in ieder geval, en dat is belangrijk in deze raad te constateren, geen politiek verschil over het taakstellend scenario voor de komende vijf jaren, omdat daarmee de VVD- ffactie zich in voldoende mate verzekerd ziet van het feit dat in die periode duidelijk het accent zal liggen op de vrije sector. Dat neemt echter niet weg dat wij ook de bouw van 400 goedkope woningen zoveel mogelijk gegarandeerd willen zien. En dat is nu juist de crux in dit voorstel. Daaraan is niets gewijzigd. De voorwaarden zijn dezelfde, de onderhandelin gen zijn niet gevoerd en aan de angst dat het zo niet kan, die we allemaal hebben, is niets gedaan. Het college topt het aantal goedkope woningen op en zegt vervolgens: daarvoor hebben we 300 maal 10.000,— over. En dat is het dan. En de woningbouwcorporaties zeggen, aan de hand van hun berekeningen, dat het zo echt niet kan. En de gemeente komt verder niet in beweging. Het blijft gewoon zo, er wordt niets veranderd, we gaan gewoon door. Ik durf de vergelijking niet te trekken, maar ik vind het ook een beetje op de Da- sa/Fokker-onderhandelingen lijken. De VVD-ffactie wil niet zeggen dat ze geen moeite heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 29