19 JANUARI 1996
2
een stad met historie. Sinds 1404 is er een duidelijke band met ons koningshuis. Dat Breda door
de eeuwen heen als hofstad heeft gefunctioneerd is onder andere te zien op de K.M.A. met haar
oude paleis, en in de Prinsenkapel in de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk. Vooral gedurende de
15e en 16e eeuw was de stad zeer verbonden met de Oranje-familie. Maar niet alleen die band
heeft de ontwikkeling van Breda beïnvloed. De ligging tussen de Noordelijke Nederlanden en het
hertogdom Brabant maakte dat de stad een schakel werd tussen twee culturen, uitmondend in een
boeiende tweezijdigheid. Daarnaast was er uiteraard de binding met De Baronie, het omliggende
land. Deze twee-eenheid bestaat eigenlijk nog steeds: Breda en de omliggende plaatsen maken
zich gezamenlijk sterk voor de ontwikkeling van West-Brabant. Zowel de ligging als het
functioneren als scharnierpunt van wat nu de Rijn-Schelde Delta heet, hebben samen geleid tot
een stad waar gedurende de eeuwen de industrie zich ontwikkelde, scholen werden gesticht en
ondernemingen er hun kantoren vestigden. Ook demografisch gezien heeft Breda zich, en met
name in de laatste eeuw, sterk ontwikkeld. Waren er in 1900 nog zo'n 25.000 inwoners, vorig
jaar mocht ik de 130.000ste inwonerwelkomheten, althans voorzover dat gaat bij een pasgeborene.
En het einde is nog niet in zicht. Na de gemeentelijke herindeling zal er naar verwachting een
stad ontstaanmet meer dan 150.000 inwoners. Aanu, mijnheer Rutten, de taak om deze herindeling
te leiden, en, naar ik hoop en verwacht, met de onontbeerlijke steun van de andere burgemeesters,
de taak om vier afzonderlijke gemeenten tot één geheel te integreren. Overigens, in 1927 en 1942
zijn er, iets kleinschaliger weliswaar, ook al eens dergelijke operaties uitgevoerd, en met succes.
Maar er speelt meer vandaag de dag. Op tal van gebieden zijn de gemeente en haar bestuur doende
de zaken aan te pakken. Ik wil een aantal zaken, wellicht zeer uiteenlopend, voor het voetlicht
brengen zonder de pretentie te hebben volledig te zijn. Aanhakend op de zoéven al genoemde
gemeentelijke herindeling kunnen andere samenwerkingsverbanden, zoals tussen Breda, de
Provincie en het Stads- en Streekgewest, niet onvermeld blijven. Verder verdient de aanleg van
de Hoge Snelheidslijn de komende maanden veel aandacht van het bestuur van Breda. Een ander
punt dat onze aandacht verdient en dat ik hier wil noemen is de uitwerking van het Grote
Stedenbeleid. In de convenanten van zowel de G-15 als de B-5 wordt Breda erkend als de motor
van de sociaal-economische ontwikkeling in West-Brabant. Invulling hiervan vraagt de komende
jaren grote betrokkenheid. Teneinde die zoéven genoemde economische ontwikkeling van stad
en streek te bevorderen zal Breda de komende jaren enerzijds veel energie moeten steken in het
aantrekken van nieuwe bedrijven en het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsterreinen. Anderzijds
wordt er ook veel waarde gehecht aan de reeds in Breda gevestigde bedrijven. Daarom is een project
Relatiebeheer gestart met als doel de interactie tussen bedrijfsleven en gemeente te stimuleren.
Een ander terrein is het milieu. Dat de Bredanaars het milieu een warm hart toedragen blijkt onder
andere uit het hoge percentage burgers dat consequent meedoet aan onze afvalscheiding. Het
gemeentelijke belang blijkt uit de presentatie van het tweede Milieubeleidsplan in de loop van dit
jaar. Toch vraagt onze huidige samenleving nog altijd om verbeteringen op milieugebied. Daarom
wordt medio 1996 begonnen met een project om ook in de binnenstad het afval gescheiden op
te halen. Dit is niet alleen gunstig voor het milieu, maar moet ook leiden tot een schonere
binnenstad. Een stad, die op dit moment een schitterende opknapbeurt ondergaat. En in die schonere
binnenstad dienen ook de autoparkeerders zich te houden aan de regels. Daarom wil Breda het
tot nu toe gevoerde wegsleepbeleid handhaven. Om de inrichting van de stad zo goed mogelijk
in samenspraak te doen met de burgerij, is sinds anderhalfjaar het districtsgewijs werken ingevoerd.
Dit blijkt in een grote behoefte te voorzien, maar is nog voor verbetering vatbaar. Ook op het
gebied van stadsontwikkeling is het komende jaar veel te doen. Ik wil u slechts noemen: de
strategische ontwikkeling van de stad, de VINEX-bouwlocaties en het verkeerscirculatieplan,
waarbij duidelijk is dat dit maar enkele van de vele zaken zijn die spelen op dit terrein. Van een
geheel andere orde is dan weer de voor iedereen bekende herziening van de Algemene bijstandswet.
Deze vraagt onder meer extra inspanningenomuitkeringsgerechtigdenzo snel mogelijkzelfstandig
in eigen onderhoud te laten voorzien. Daarnaast krijgt de gemeente steeds meer decentraal gelegde