25 APRIL 1996 309 Wethouder GIELEN Er valt op zich niet zo heel veel aan toe te voegen, omdat de stellingen kennelijk zijn ingenomen. Ik wil er nogmaals op wijzen dat het projectenbudget van de BRIM specifiek is bedoeld voor èn promotie en acquisitie want, zoals u weet, heeft de BRIM dat van de dienst RME overgenomen voor een vrij fors bedrag, en voor een zeer beperkt bedrag overigens, bedrijfsvestigingen in de stad Breda. Niet zozeer voor arbeidsmarktprojecten. De dienst RME, mijnheer Meeuwissen, heeft hiervoor inderdaad geen budget. Wij hebben een nadrukkelijke koppeling willen leggen tussen arbeidsmarktbeleid en economische zaken, iets waar ook uw partij al langer om vraagt. Vandaar dat wij in dit geval, in het kader van het Regionaal Actie Programma, een programma dat breed wordt gedragen met name vanuit de zorg voor de werkgelegenheidsontwikkeling, hebben gekozen voor die dekking. De VOORZITTER Het lijkt mij dat nu het moment van besluitvorming is aangebroken. Er ligt een motie voor. Die voldoet aan de vereisten. Dat betekent dat ik de motie nu in stemming breng. De motie, ingediend door de VVD en GroenLinks, inzake een aan de N.V. BRIM te richten verzoek om de kosten op zich te nemen, wordt hierna met 19 stemmen voor en de rest tegen, aangenomen met de aantekening dat de fracties van het CDA en D66, alsmede de collegeleden, geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. Het voorstel is akkoord. 112. VOORBEREIDINGSKREDIET HERHUISVESTING POPPODIUM PARA. De heer MAAS Ik ben in de commissie vrij uitgebreid ingegaan op de nogal door historische ontwikkelingen moeizaam verlopen communicatie tussen de gemeente enerzijds en PARA anderzijds. Ik heb het niet alleen aan de wethouder voorgelegd maar een dag later ook aan een van de bestuursleden van PARA en in hun richting erop aangedrongen om in de voorbereiding van de nieuwbouw voor PARA toch te investeren in de communicatie tussen PARA en de gemeente. We besluiten nu over een voorbereidingskrediet, waarvan in de pen zat dat een gedeelte van dit voorbereidingskrediet ook beschikbaar zou worden gesteld aan het bestuur van PARA om zelf eigen deskundigheid in te huren om te komen tot een goed onderbouwd programma van eisen en een goed onderbouwde exploi- tatieopzet. Helaas was het zo dat ik nog gisteravond van de voorzitter van PARA moest vernemen, dat het hem nog niet duidelijk was of PARA nu wel of niet een gedeelte van dit voorbereidingskre diet ter beschikking zou worden gesteld om die deskundigheid inderdaad in te huren. Vandaag heb ik van de door de gemeente aangewezen projectmanager begrepen dat dit inderdaad het geval is. Nu heeft PARA nog ongeveer vier weken tijd om die deskundigheid ook inderdaad in te gaan huren en een voorlopig programma van eisen en een voorlopige exploitatieopzet op te stellen. Ik vind dat vrij minimaal en ik vind de gang van zaken eigenlijk opnieuw niet getuigen van een goede communicatie tussen PARA en de gemeente. Ik spreek daarover mijn teleurstelling uit. Tot zover het punt communicatie. Ik wil met u toch even mee naar het investeringsbedrag zelf dat hier in feite onder zit. 3,3 miljoen, ooit vastgesteld voor de verbouwing van de huidige locatie van PARA, later bleek die 3,3 miljoen, dat is dus vijfjaar geleden, ook nog voldoende voor een verbouwing van de Van Weerden Poelmankantine, maar de raad heeft nu besloten om in de officiersmess en naast de officiersmess de nieuwe PARA te gaan ontwikkelen. Ik heb in de commissie al aangegeven dat ik erg bang ben dat die 3,3 miljoen dan niet toereikend zal zijn om de nieuwbouw van PARA te realiseren. Ik denk dat de sprong die de wethouder wil maken naar een hopelijk veel betere voorziening voor popmuziek in Breda, met deze te korte polsstok

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 309