25 APRIL 1996 310 wel eens iets te groot zou kunnen zijn. Ik zou u, voorzitter, ook willen vragen om in het college nog eens na te denken over een wat langere polsstok voor de wethouder, zodat deze wethouder Cultuur in ieder geval niet met natte voeten thuis hoeft te komen. De heer LEUNISSE De enige vraag die wij nog hadden was eigenlijk de vraag of de desbetreffende wethouder ons kan vertellen of hij binnen deze begroting kan blijven. De heer HEEREN Ik ben tegen dit voorbereidingskrediet voor de herhuisvesting van PARA. Ook in het verleden heb ik al gestemd voor een andere locatie dan de officiersmess op het Chasséterrein. Ik had gehoopt dat het college alternatieven zou bedenken of zou vinden maar helaas is dat niet het geval, vandaar dat ik tegenstem. Wethouder GIELEN Ik heb in de commissie geconstateerd dat er inderdaad wat ruis op de lijn was tussen PARA en de gemeente. Inmiddels wordt er hard van beide kanten, moet ik zeggen, gewerkt aan het verbeteren van die communicatie. Volgende week zal ik een gesprek hebben met het bestuur van PARA. Wat mij betreft staat PARA nog steeds hoog op de agenda, en ik hoop volgende week wederom het bestuur van PARA daarvan te overtuigen. Als er van die kant uit wordt gemeld dat er geen goede communicatie zou zijn tussen de gemeente en PARA, wil ik er nogmaals op wijzen dat het wellicht verstandiger zou zijn om niet continu brieven aan de gemeente te sturen, maar met mij direct te communiceren, zodat de ambtenaren niet continu bezig zijn met het beantwoorden van die brieven, maar daadwerkelijk met PARA bezig kunnen zijn. Dat de 3,3 miljoen niet toereikend zou zijn, daarover hebben we ook in de commissie uitvoerig gesproken. Wat mij betreft wordt hier hooguit een eerste aanzet gegeven tot het maken van het nieuwe programma van eisen. Ik kom daarmee waarschijnlijk terug in de commissie op 5 juni. Het uitgangspunt is, wat mij betreft, die 3,3 miljoen. De uitspraak van de raad is helder. Het gaat inderdaad om een veel betere popvoorziening in de stad Breda, maar met een stedelijk en klein-regionaal karakter en niet meer dan dat. In die zin is ook meteen de vraag van de heer Leunisse beantwoord, of we binnen de begroting blijven is nu niet aan de orde. Er wordt nu voorgesteld om een voorbereidingskredietbeschikbaar te stellen, zodat alle voorbereidingen van het project PARA van start kunnen gaan. En in die zin is die 330.000,- in ieder geval voldoende. TWEEDE TERMIJN De heer MAAS Ik heb wat kritische opmerkingen gemaakt in de eerste termijn. Ik wil toch wel benadrukken dat het een uitermate goede zaak is dat deze stap nu wordt gezet en dat we weer een stukje verder kunnen met de ontwikkeling van PARA. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Ik begrijp het antwoord van de wethouder wel, maar ik denk van ons uit dat het signaal als volgt dient te worden opgepakt: het voorbereidingskrediet is akkoord, maar het is voor ons zeker niet een start om straks, als zou blijken dat het 10 miljoen zou kosten, te zeggen dat we destijds een voorbereidingskrediet hebben gegeven, dus dat de rest nu ook maar moet. Het schouwburgdebacle is er één en wij hoeven geen PARA-debacle te hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 310