30 MEI 1996 314 ligt. U heeft dat gezien. Het punt: 'de actieve rol ten aanzien van de experimenten', is bij het nieuwe exemplaar gewijzigd in de zin zoals in de commissie is besproken. De heer AD ANK Zoals u zelf reeds heeft aangegeven hebben wij over dit onderwerp uitgebreid in een gecombineerde commissievergadering gesproken. Toen zijn ook politiek de accenten gelegd. Daarbij spreek ik enerzijds de verbazing uit dat wij na een hele lange politieke discussie niet in staat zijn geweest om op die beleidsnota, en dat zegt meer over de kwaliteit van de beleidsnota dan over de inhoud van de discussie, bijstelling te plegen, behoudens de bijstelling die zojuist door u is verwoord, en waarvoor in het nieuwe raadsbesluit een tekst is gevonden. Anderzijds zijn wij toch in staat geweest om uitgebreid op deze nota in te gaan. Ik wil mij nu echter beperken tot de enkele punten die voor mijn fractie van belang zijn en wens niet het verhaal van de commissie van vorige week over te doen. Ik wil het accent leggen op de betekenis van drugs en de relatie met de jongeren, waarbij mijn fractie vindt dat met name jongeren het druggebruik en de drugs proberen te integreren in hun sociale leven. Naarmate er meer ontwikkelingsachterstandenontstaan, denk ik dat wij daarop heel alert moeten zijn. Dat is een stuk gezamenlijke verantwoordelijkheid. De gemakkelijke bereikbaarheid van softdrugs blijkt, met name voor jongeren, grote gevaren in te houden. Daarbij komt, naar onze mening, dat veel cannabisproducten van Nederlandse bodem bijzonder sterk zijn, met name het THC-gehalte. Ik kom hierop nog terug. Wij vinden dat zij qua werking ook tot de harddrugs zouden moeten worden gerekend. Het uiteindelijke streven van het druggebruik zou erop gericht moeten zijn het aantal koffieshops te minimaliseren, zonder daarbij een getal uit te spreken. Ik denk dat wij in dezen elkaar in de commissie best hebben gevonden. Ook eerdere uitspraken van deze raad, het verhaal van de 18ende 13, kunnen in grote lijnen onze goedkeuring wegdragen, zeker als wij ten aanzien van de randvoorwaarden doorgaan met dit beleid. Maar 13 is voor ons, u heeft dat zelf ook genoemd, geen heilig getal. Een bijstelling naar onderen kan ook best tot de mogelijkheden behoren, en in dezen sluiten wij ons graag aan bij de landelijke commissie-Blok. De heer SCHRODER Mijnheer Adank, mag ik vragen of een bijstelling naar boven geen devies van het CDA De VOORZITTER Ik moet u onderbreken. De afspraak is dat wij tijdens de eerste termijn niet interrumperen. Bij die afspraak bent u zelf aanwezig geweest. U krijgt uw gelegenheid zo meteen. De heer ADANK Ik kom daar straks op terug, mijnheer Schroder. Mijn fractie kan zich vinden in het Bredase drugsbeleid, met name in de vier lijnen zoals die op bladzijde 11 staan bij het sluitingsbeleid van de koffieshops: het terugbrengen van het aantal koffieshops van 18 naar 13; het beheersbaar maken van de overlast, met name het accent leggen op de buurten en wijken, maar ik denk dat wij dat redelijk in de hand hebben; het tegengaan van vestiging van nieuwe koffieshops; het tegengaan van gebruik van softdrugs door jeugdigen, waarbij, wat ons betreft, het best kan worden aangesloten, maar dan plaats ik het in het perspectief van de Jeugd- en jongerennota, bij alcohol, roken en het "waanzinnig" verkeersgedrag. Als wij in staat zouden zijn om dat wat integraler aan te pakken, dan zou ons dat heel lief zijn. Mijn fractie vindthet Bredase drugsbeleid, zoals dat eerder in een nota is vastgelegd en waarvan dit eigenlijk een follow-up is, getuigen van een realistische aanpak. Het heeft in ieder geval geleid tot een vermindering van excessen, althans voorlopig, en het biedt een goede lijn naar de nabije toekomst. Wij staan daar achter. Wij willen met name het ontmoedigingsbeleid van de Bredase politiek een hart onder de riem steken, omdat dat toch duidelijk vruchten begint af te werpen. Een enkel woord over de cultuur van aanvaarden, en niet van gedo gen. Wij vinden dat daartussen een wezenlijk verschilpunt is. Het gedogen van een gedrag dat verboden is neemt op tal van terreinen toe. Gedogen is, ook voor de Bredase burgers, een dubbelzinnig signaal. Het wekt verkeerde verwachtingen. Bij gedogen en ondergraven denken wij tevens aan het vertrouwen in hen die verwachten dat een uitgevaardigd verbod ook wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 314