30 MEI 1996
319
voorpagina van De Stem. Graag hoor ik uw reactie hierop. Een paar zaken nog voor wat betreft
het harddrugsbeleid. Heel duidelijk is dat wij ook in Breda een evenwicht zoeken tussen aan de
ene kant de zorg voor de drugsverslaafden en aan de andere kant toch ook die openbare
ordeproblematiek. Ik vind dat wij dat heel nadrukkelijk naar voren kunnen brengen. Het is nu
eenmaal zo dat er zwaarverslaafde mensen zijn, die keer op keer, als zij weer op straat rondlopen,
vaak in dezelfde buurt opnieuw overlast bezorgen, en zich schuldig maken aan kleine criminaliteit.
De mensen ergeren zich daaraan, niet alleen de bewoners, maar ook de politie. Bij contacten met
de politie zijn het ook de politiefunctionarissen die erop wijzen dat het goed zou zijn om een
beperkte categorie zwaarverslaafden onder controle heroïne te verstrekken. Men wil dat landelijk
heel mondjesmaat gaan toestaan. Ik was op zich blij met de toezegging van de burgemeester in
de commissie waar hij zei: we moeten ervoor zorgen dat de minister heel duidelijk weet dat wij
ook in Breda zitten te wachten op een experiment in dit kader, en dat wij bovenaan de lijst van
de minister zouden moeten komen te staan wanneer wordt besloten om dat experiment uit te breiden.
Op het volgende, toch ook heel belangrijke, aspect wil ik ook nog ingaan. Het betreft de
problematiek onder jongere verslaafden. Het is van groot belang dat het fusieproces, dat nu aan
dehand is tussenhet CAD en het CPZ-V, methettegelijkertijdloskoppelen vanhet straathoekwerk,
zorgvuldig gebeurt. Er zijn ook wat geruchten, en ik heb het dan over een ander circuit dan dat
van de heer Taks, dat er wellicht in het budget van het straathoekwerk gerommeld gaat worden.
In het verleden is dat ook gebeurdmaar we hebben dat toen teruggedraaidHet budget dat beschik
baar is voor het straathoekwerk moet beschikbaar blijven. Dat is steeds door de commissie heel
nadrukkelijk uitgesproken. Ik vind dat die hele weg naar de fusie en het loskoppelen van het
straathoekwerk, om dat meer in verband te brengen met het lokale jeugd- en jongerenbeleid, heel
nauwgezet moet worden gevolgd door het college. Voorts ben ik van mening dat de commissie
daarvan regelmatig op de hoogte moet worden gesteld. Wanneer het zover is, en wij hebben die
positionering van het straathoekwerk rond, dan zal het ook heel verstandig zijn om ervoor te zorgen,
en wij komen daarover nog een keer apart te spreken in de commissie, dat die notitie, die er
ongetwijfeld zal komen, want we moeten ook zorgen voor een organisatorische inbedding van
het straathoekwerk, breder wordt verspreid. In ben in ieder geval benaderd door binnenstadbewo
ners die daarvoor heel erg veel belangstelling hebben. Als je kijkt naar het project dat in De Heuvel
loopt, "Samen er Tegenaan", en dat het straathoekwerk een enorm belangrijke positie inneemt
samen met het reguliere jeugd- en jongerenwerk, dan denk ik dat meerdere wijken zitten te wachten
op een verbreding van die projecten. Wij zijn daar beslist voorOok in het kader van het districtsge-
wijze werken moeten we ervoor zorgen, als de notitie over dat straathoekwerk er straks is, dat
we die, voordat we die in de commissie gaan bespreken, ook aan een aantal bewonersorganisaties
doen toekomen.
De heer VERPAALEN
Ik begin met de vraag die ik ook in de commissie heb gesteld, doch waarop ik toen geen behoorlijk
antwoord heb gekregen, namelijk: waarom is de eerste, de tweede, de derde of de vierde versie
van deze Drugsnota niet rondgestuurd voor inspraak? Als dat was gebeurd, dan had u wellicht
van een aantal buurtorganisaties gehoord dat het beeld dat geschetst werd in deze notitie toch
bepaald onjuist was. Zeker in het centrum wordt wel degelijk zeer frequent last ondervonden van
de koffieshops. Regelmatig wordt de politie gebeld dat er wederom her en der Franse auto's zijn
gesignaleerd en dat er mensen 's nachts blijven logeren binnen de singels van Breda. De tweede
opmerking die ik wil maken is dat ik het betreur dat er op dit moment, hedenavond pas, een nieuw
collegevoorstel wordt uitgedeeld. De opmerking heeft niet alleen betrekking op het tijdstip, maar
ook op de wijze waarop het gebeurt. Ik heb geen tijd gehad om het te lezen. Als u dikgedrukt de
wijzigingenhad aangegeven, dan kan ik razendsnel zien waarop de wijzigingen betrekking hebben.
Ik kan het zo niet zien, ik heb het niet gezien, en ik heb er ook geen tijd voor gehad. Ik vind het
onjuist dat op de avond van de vergadering een dusdanig exemplaar wordt rondgedeeld. Over de
inhoudelijke kant van de Drugsnota het volgende. Als laatste in de rij hoef ik relatief weinig
opmerkingen te maken. Een aantal collegae heeft reeds de opmerkingen gemaakt. Wij zien deze
nota als een tussenstation. Heel bewust een tussenstation, omdat, zoals ik reeds heb gezegd, de
problemen wel degelijk zeer groot zijn, en wij de indruk hebben dat justitie het beheersprobleem