1 FEBRUARI 1996 31 problemen waarvan je zegt: het college moet toch eens in staat zijn om zonder horten afspraken te maken met andere partijen. Wij vragen het college dringend om op onze vragen en ook op onze suggesties terug te komen. Daarbij hoort ook de suggestie om het voorstel alsnog terug te nemen vanavond. De heer CRUL Dit is een van de belangrijke onderwerpen van de laatste tijd. Ik vind dat we veel te lang en op een verkeerde manier hiermee zijn omgegaan. We hebben eindeloos gediscussieerd en in wezen weten we vanavond, en daarin heeft mevrouw Van Beusekom gelijk, nog niet waar we aan toe zijn. Dat komt voor een belangrijk deel door de aanpak van het hele probleem en door de rol die wij als commissie en nu als raad hebben opgedrongen gekregen. Wij zijn in wezen geen deelnemer geweest aan de onderhandelingen, dat hoeft ook niet, maar wij zijn ook geen toeschouwer geweest. Wij hebben die commissievergadering gehad en de wethouder wist in feite niet wat het resultaat van de onderhandelingen was, want er was geen resultaat, er waren wat gevoelens van zijn kant hoe het zou kunnen aflopen. Maar concreet is het niet. We hebben bijna elke dag brieven van de woningbouwvereniging gehad met berekeningen die we weer in onze overwegingen konden betrekken. Wij vinden dat we dit soort zaken niet op deze manier moeten aanpakken. We vinden dat we vanuit een eigen beleid de gemeente als onderhandelaar, het college dus, op pad moeten sturen, zodat het weet waar het aan toe is en welke akkoorden het eventueel kan sluiten. Nu is dat niet het geval. Niet dat er geen ruimte moet zitten voor het voeren van onderhandelingen, het is logisch dat dat wel moet. Maar op deze manier moeten we het in het vervolg naar onze mening niet doen. Desondanks blijft voor vanavond als kernpunt de vraag: hoeveel sociale, betaalbare woningen gaan we bouwen, op welke manier zal de financiering plaatsvinden, welke bijdrage is er te verwachten van de gemeente en de woningbouwvereniging, met welke hoeveelheid gaan we akkoord voor wat betreft het bouwen van de middeldure woningen door de woningbouwverenigingen? Vanaf het begin hebben wij bij de onderhandelingen gezegd dat wij de inzet minimaal vonden, zeker voor wat betreft de 400 betaalbare woningen. Wij vinden, met 12.000 ingeschrevenen en 3.000 urgente woningzoekenden datje direct voor die woningzoekenden moet bouwen en niet langs allerlei omwegen, zoals doorstroming et cetera moet denken dat je dan wel in die behoefte voorziet. Wij vinden het een reële zaak om uit te gaan van de behoefte die de woningbouwverenigingen in eerste instantie hebben aangegeven. Daarop zijn zij echter nooit teruggekomen, zij hebben bij de onderhandelingen steeds wat gegeven en genomen. Hun behoefte lag op 600 woningen in de huurprijsklasse van 710,-- en 810,—. Echter, het voorstel gaat hier niet vanuit. Wij menen dat je er minstens naar moet streven om dat minimaal te halen. Het voorstel is onduidelijk. Daarom dienen wij een motie in, die als bedoeling heeft als aanvulling op het voorstel te dienen. In de motie willen wij een uitspraak hebben over het aantal middeldure woningen, over de extra inzet van de gemeente uit de reserve en met de woningbouwverenigingen overleg plegen over hun inzet. Zij hebben steeds gezegd dat zij een behoorlijke inzet wilden leveren. Wij weten ook wel dat de reservepositie bij sommige woningbouwverenigingen niet zo best is, maar bij andere weer wel. Zij hebben steeds gezegd dat zij een behoorlijke bijdrage willen leveren en dus moet er te onderhandelen zijn over welke reserves zij willen inzetten, naast hetgeen zij reeds hebben toegezegd en waarop ook het voorstel is gestoeld. Wij hopen op de door ons in te dienen motie een reactie te krijgen. De door de heer Crul, namens de fractie van GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE CU

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 31