30 MEI 1996 321 hardnekkige verslaafden op medische indicatie, wat dat ook mag betekenen, en over een experiment om een hoge dosis methadon aan problematische verslaafden te verstrekken. Dat zij dan verslaafd worden aan methadon, daarover praat men maar niet. Uit het drugsbeleid in Nederland en in Breda kan men afleiden dat de normen en waarden al lang volledig zijn verdwenen. Het drugsbeleid in Nederland, maar ook in Breda, is misdadig en immoreel. De CD-ffactie vraagt met klem en met alle kracht te stoppen met ditliberale drugsbeleid in Breda. In alle koffieshops moet de kleinhandel in softdrugs worden verboden en de koffieshops moeten worden gesloten. Er zijn ongeveer 250 tot 300 drugsverslaafden, waarvan een groot deel allochtonen, die zich regelmatig schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten. Sluit deze 250 tot 300 drugsverslaafden Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie, mijnheer Heeren. Niet alleen allochtonen, maar ook Nederlanders doen dat. Gewone blanke Nederlanders zijn daaraan net zo goed schuldig. De VOORZITTER Tijdens de eerste termijn niet interrumperen. De heer HEEREN Er klop iets niet. De VOORZITTER Laat u zich niet van uw apropos brengen. De heer HEEREN Er zijn zo 'n 250 tot 300 drugsverslaafden, waarvan een groot deel allochtonen, die zich regelmatig schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten. Sluit deze 250 tot 300 verslaafden op in een penitentiaire inrichting. Dan ondervinden de burgers geen overlast van hen. De VOORZITTER Ik ga, samen met collega Van Dongen, proberen antwoord te geven op uw vragen en opmerkingen. Er is, zoals ik reeds aankondigde, en u ook voortdurend heeft bevestigd, nogal uitgebreid in de commissie gesproken over allerlei aspecten, die ook vanavond weer aan de orde zijn gekomen. Reeds veel antwoorden zijn gegeven op vragen en opmerkingen. Ik begrijp heel goed dat u ook in dit politieke forum bepaalde standpunten wilt herhalen. Wij hebben in de commissie ook ongeveer gesondeerd wat daarvan haalbaar is. Mijnheer Schroder heeft bij voorbeeldbij bepaalde onderdelen gemeld dat de voorzitter daar wel oren naar had, maar dat ik vervolgens, toen ik die in de commissie sondeerde, en bleek dat het draagvlak daarvoor in ieder geval niet raadsbreed zou zijn, ook afstand deed van mijn voorkeurvisie. Ik zal nu een paar punten de revue laten passeren. Er is gesproken over allerlei aspecten van het drugsbeleid, waarvan u hopelijk intussen en ook ik weten dat die niet helemaal tot onze bevoegdheid behoren. Het is een wat complexe materie. De bevoegdheden daarvan liggen voor een groot deel bij het Openbaar Ministerie, als gezagdrager van de politie, en voor een groot deel bij het bestuur. Een AHOJ-G beleid bijvoorbeeld, is een beleid dat door het OM is ingezet, en waarvan wij de elementen overnemen en ons bij aansluiten, om in ieder geval niet een contrair beleid te voeren. Gisteren heeft het OM mij laten weten dat men het bijzonder op prijs zal stellen als men met u van gedachten kan wisselen over niet alleen dit onderwerp, maar ook over diverse andere onderwerpen die een raakvlak hebben met het Openbaar Bestuur. Men is bereid de gemeenteraad of de commissie daartoe te ontvangen in het Parket, hier ter stede, en men wil zelfs een halve dag uittrekken om met u van gedachten te wisselen over allerlei aspecten van gemeentelijk beleid, die parallel lopen met of raken aan het beleid van het Openbaar Ministerie. Met name ook het drugsbeleid. Ik meld dit hier al vast, en wij zullen proberen daarvoor een tijdstip te prikken. Het OM wil ook, meer dan vroeger, op dit ogenblik naar buiten treden en netwerken en contacten leggen, om vooral ook te zien hoe gezamenlijk het hoofd kan worden geboden aan de complexe problematiek waarvoor wij staan. Dit is zo'n onderwerp waarbij het bepaald complex is. Ik meld met name dat zo'n AHOJ-G beleid een beleid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 321