30 MEI 1996 324 achterheen gaan. U vindt het beleid tot nu toe in de huidige vorm okay voor wat betreft de maatschappelijke acceptatie. Maar wel zegt u tegen een hard en duidelijk ontmoedigingsbeleid: ja. Dat vind ik ook, en vandaar dat convenanten, in mijn visie, daarin ook niet passen. Ontmoedi ging zou vooral in het kader van preventie en voorlichting moeten gebeuren. Dat vind ik heel erg belangrijk. En dat is vanavond, voorzover ik het beleef, eigenlijk een beetje onderbelicht gebleven. Ik vind dat dat inderdaad het begin van de keten zou moeten zijn. De scholen, de ouders, de voorlichting, zij zijn erg belangrijk. Mevrouw Heerkens vroeg: hoe zit het met die groothandel en de koffieshops? Ik heb daarover al even iets gezegd. Breda wordt genoemd in de krant. Ik heb geïnformeerd. Ik krijg daarover binnenkort bericht, en ik zal u over het hoe en wat in kennis stellen. Dat was niet het antwoord op uw vraag? Ik zal in de tweede instantie nog eens luisteren wat u precies bedoelt. De heer Verpaalen vraagt, nadat in de commissie in zijn optiek daarop onvoldoende antwoord is gegeven, waarom deze versie niet is rondgestuurd voor inspraak. Het antwoord was: omdat dit niet echt wezenlijk afweek van datgene wat er eerder was geformuleerd. Ik begrijp heel goed dat u dat nog steeds een onjuist antwoord vindt, maar dat is het antwoord dat ik van het college kan geven. Het spijt mijEr zijn Franse auto's gesignaleerd. Ik heb in de commissie een overzicht gegeven van wat de politie aan signaleringen heeft gedaan. Natuurlijk worden er Franse auto's gesignaleerd. Maar we hebben ook de afspraak dat er op dat punt geen heksenjacht plaatsvindt. Alleen wanneer er echte verdenkingen of vermoedens zijn wordt er opgetreden, en niet iedere willekeurige Franse toerist, die er misschien wat alternatief uitziet, wordt opgepakt dan wel discriminerend gecontroleerd. Daarover is, denk ik, een redelijke afspraak. Er worden Franse auto's gecontroleerd, maar dan is daar ook het begin van het vermoeden. De politie spreekt regelmatig met de bewonersorganisaties in de binnenstad, overigens doet zij dat ook met alle andere bewonersorganisaties, en daarbij komen ook deze punten aan de orde. Minstens een keer per twee maanden is er zo'n overleg. Waarom is dit voorstel zo laat gewijzigd en ligt het zo laat op tafel? U heeft het niet kunnen lezen, zegt u, en het had dikgedrukt moeten zijn. Dat laatste ben ik met u eens. Het was wat handiger geweest als wij de verandering dikgedrukt hadden. Maar het gaat alleen om de laatste alinea van de eerste pagina, en u wist dat van de commissie. Daar is heel na drukkelijk gezegd inzake het onderdeelals wij worden gevraagd mee te doen met het experiment, dat dat wordt omgezet in: actief melden voor dat experiment. Dat is gewijzigd, verder niets. U wilt, via uw motie, een signaal afgeven naar de politiek en naar de landelijke organen. De burgers hebben last, sluit alle koffieshops, is de inhoud van deze motie. U kunt zo'n besluit nemen, de gemeente Hulst is daarvan een voorbeeld. In mijn ogen zal het gevolg daarvan zijn dat u het gebruik, de handel en vooral ook de daarbij behorende criminaliteit in de donkere hoek drukt, en dat betekent dat de ellende, de overlast en de criminaliteit, naar mijn mening, en ik denk ook naar die van de meerderheid van deze raad, juist worden vergroot, en daarmee is niemand gediend. Ik denk dat dit systeem van koffieshops in ieder geval van alle slechte omstandigheden toch nog het best is, omdat je daarmee enige controle op en beheersbaarheid van het probleem houdt. Vandaar dat ik u deze motie ontraad. Wij zullen straks in hoofdelijke stemming kijken hoe dat zit, want dat heeft u gevraagd, en dat vind ik goed. Ik geef nu het woord aan wethouder Van Dongen. Wethouder VAN DONGEN Ik wil nog ingaan op twee onderdelen. Ten eerste, vanuit de zorgkant de relatie met het jongerenbeleid. Dit is een project waarnaar zowel de heren Adank en Taks als mevrouw Heerkens vragen en dat dan in relatie tot de jongerenprojecten, en mevrouw Heerkens vraagt ook specifiek naar het project "Samen er Tegenaan". Het andere onderwerp waarnaar mevrouw Heerkens specifiek vraagt is de positie van het straathoekwerk in relatie tot de fusie CAD, CPZ-V en eventuele bezuinigingen. Op het eerste onderdeel komen wij binnenkort terug in de Jongerennota en de daarbij behorende voorstellen en aanbevelingen. Het project "Samen er Tegenaan" zal in die discussiedaarvan zeker onderdeel uitmaken. Het gaat erom dat vanuit de totalejongerensituatie, -problematiek en -kansen ook diè projecten worden meegenomen, waarmee de afgelopen tijd erva ringen zijn opgedaan, en die tot succes leiden, zodat je in de toekomst daarop kunt doorgaan. Dat geldt ook voor de andere wijken. Die discussie zullen we dus de komende tijd voeren in het kader van de Jongerennota. Het gaat erom om vanuit het totale jongerenbeleid na te gaan hoe je voor ■tiiü

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 324