30 MEI 1996 352 De heer AD ANK Neen, u pakte net een, twee, drie en vier samen. Daarom mag ik ook even. De VOORZITTER Ik heb de indruk dat dit een punt van orde is van de zijde van de heer Adank, in de zin van: kan dit op deze manier weer opnieuw worden besproken? Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Voorzitter, de Drugsnota is ook in een ellenlange termijn in de commissie besproken en u heeft die vanavond ook ruimschoots aan de orde laten komen, terwijl het eigenlijk geen nieuw beleid is, het is ook maar oude koek, want het gaat alsmaar voort op hetzelfde oude paard. En daarover wordt tot tien uur gepraat. Ik vind dat best. Ik heb geduld voor de anderen die ergens hun mening over willen geven, maar ik verwacht op zijn minst van mensen die democratisch zijn gekozen hetzelfde in mijn richting. Zolang ben ik niet aan het woord geweest. Dit is pas de eerste termijn. Ik zou het appreciëren als u zich aan de afspraak houdt die in het ffactievoorzittersoverleg door u is geaccordeerd. Ik ga verder met mijn eerste termijn. Als je kijkt naar de situatie aan de Doornboslaan, dan zie je een hele vervelende situatie op dit moment, en ik denk dat het ook geen verbetering is voor de toekomst. Wij zijn op zich voor het voorbereidingsbesluit, omdat wij de desbetreffende pomphouder best de kans willen geven om met een bouwplan te komen. Maar ik vermoed dat de mogelijkheid zal bestaan dat de mensen daarover niet zo enthousiastzullen worden. Het is dus niet zo dat wij, door nu akkoord te gaan met het voorbereidingsbesluit, tegelijkertijd zeggen dat dat bouwplan er ook zo moet komen. Wij zullen zeker kijken naar datgene wat er zal gebeuren vanuit de wijk. Het tweede punt, dat ik daarbij ook aan de orde heb gesteld, is dat voor mij onduidelijk was waarom het college bij zo'n oud bestemmingsplan nu niet eens een keer heeft gezegd: wat wil je daar nu echt? Je praat over een stuk woonwijk, en daar tegenaan zit zo'n benzinestation. Het is niet de mooiste locatie van de stad. Zijn daartoe geen mogelijkheden? En dan krijg ik een heel kort antwoord van de wethouder in de zin van: ja, dat is allemaal niet aan de orde. We hebben al een keer een besluit genomen over het motorbrandstoffenverhaal. Dus dat komt niet meer terug. Maar ik denk dat wij nu praten over de ruimtelijke ordening, en als je iets wilt, als je een visie hebt, dan kies je misschien ook voor het wegbestemmen van bepaalde bedrijven op zo'n locatie. En daarover hoor ik u ineens niet meer. Op alle plekken van de stad waar ze u dwars zitten, daar ruimt u ze op, en ten aanzien van deze plaats denkt u er gewoon niet over na. Ik zie toch geen visie bij u. Kunt u daarover ook nog iets zeggen? Wethouder DE BRUIJN Ik kan kort zijn. Het eerste deel van de opmerkingen van mevrouw Croft is uitgebreid in de commissie behandeld. Het tweede ook. Als het over een bestemmingsplan gaat, kan ik stellen dat daar een visie onder ligt, maar ik moet constateren dat er volgens haar gelijk geen visie meer onder ligt. Maar het zou ook heel vervelend zijn voor een oppositiepartij om te constateren dat er ergens een visie onder ligt. Voor de rest beschouw ik het als een stemverklaring. De VOORZITTER Ik doe toch een beroep op u, gelet op het tijdstip en de punten die nog aan de orde moeten komen. Wilt u proberen u te beperken en eens af te zien van het herhalen van discussies? Natuurlijk heeft dat drugsbeleid te lang geduurd, dat vond ik in de commissie alMaar dat bepaalt u voor het groot ste gedeelte zelf. Ik vind het een goede zaak dat u aan het woord kunt zijn, maar ik vind ook weer dat dat niet twee of drie keer hoeft. Vandaar dat ik er nu op aandring om onszelf wat te beperken, ook gelet op de temperatuur, want het is 28,2 graden hier. Ik ga door met de vraag of er nog een tweede instantie vereist is. TWEEDE TERMIJN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 352