30 MEI 1996 355 er is, dat die toename zo allesomvattend zal zijn, datje daarover zo enorm in paniek moet raken. Iedere verkeerstoename, of iedere vervelende verkeerssituatie is akelig. Maar hier gaat het steeds over de toename ervan. En dan willen wij toch wijzen op de functie van het Ignatiusziekenhuis en de daarbij behorende bezoekersaantallen. Als je nu begint met de oplossingen die nu worden voorgesteld, en als de hele Ignatiusstraat op de schop gaat om de zaken verder op te lossen, dan zul je ook heel veel hebben aan de ervaringen die je opdoet met de oplossingen die nu worden voorgesteld. Dan kun je ook kijken naar wat zulke oplossingen teweeg brengen, wat die doen, of doen die helemaal niets. Maar vooralsnog denken wij: in de tijd van het Ignatiusziekenhuis gebeurde er toch ook het een en ander. Wij hopen dat daar heel snel gaat worden gebouwd. De heer VAN DE STEENOVEN De besluitvorming over de invulling van het Ignatiusziekenhuisterrein is nogal fragmentarisch geweest. Je zou kunnen zeggen: er was sprake van een soort voortschrijdend inzicht over allerlei stedebouwkundige aspecten. Op een gegeven moment was er een plan zonder behoud van de bomengroep. Die moest toen ineens wel behouden blijven. Terecht. De hele raad heeft zich daarvoor uitgesproken. De voorbouw van het oude ziekenhuis werd op een gegeven moment als extra randvoorwaarde ingevoerd, en ook ten aanzien van de gewenste hoogte van de gebouwen langs de St. Ignatiusstraat werden lopende het traject andere randvoorwaarden gesteld. Als je dan ook nog in aanmerking neemt dat het hele gebied particulier bezit is, en dat het ook de bedoeling was dat de herinrichting van dat gebied een behoorlijke opbrengst moest genereren, dan heb je een aantal verklaringen voor het feit dat de besluitvorming over die inrichting eigenlijk niet op de manier is gegaan zoals wij dat hier graag zouden willen. Het resultaat van dat hele besluitvor mingstraject is een ad hoc-invulling, met allerlei nadelen. Maar goed, je zit nu in die situatie en de vraag is: wat moetje nu doen? Moetje nu zeggen: we stoppen wat we nog kunnen stoppen en we gaan alles nog eens overdoen, of we gaan toch meewerken aan de anticipatieprocedures? Mijn fractie is best bereid, omwille van dat woningbouwprogramma en ook, voorzover dat mogelijk is, het drukken van de kosten, om nu die anticipatie verder te overwegen. Maar we vinden wel dat het niet zo mag zijn datje, vanwege het feit dat die verkeerssituatie op een verkeerde manier is benaderd, niet integraal is benaderd, dan moet zeggen: die consequenties zijn dan maar voor de mensen daar in de buurt, of voor de mensen die gebruik maken van de St. Ignatiusstraat en dat laten we maar zo. We moeten vaststellen dat de St. Ignatiusstraat al heel lang een heel druk gebruikte weg is, en dat die ook heel dringend aan herinrichting toe is. Die straat ligt daar minstens 35 jaar en er is nog nooit iets aan veranderd. In die 35 jaar is het verkeer enorm sterk geïntensi veerd, niet alleen door het grotere autogebruik, maar ook omdat daarachter een aantal wijken is aangelegd. Ik denk ook dat iedereen het ermee eens is dat daar wat moet gebeuren. Door de plannen, zoals die nu voor ons liggen, en ook door deze artikel 19-procedure ontstaat de situatie datje drie extra zijstraten op die St. Ignatiusstraat krijgt, en daarmee een hele onoverzichtelijke situatie. Dat pleit ervoor om iets aan die verkeerssituatie te doen, niet alleen met wat tijdelijke maatregelen, maar met een grondige herinrichting. Ik heb in de commissie al gezegd dat mijns inziens met die randvoorwaarden aardig in beeld is te brengen wat er met die straat moet gebeuren, en vandaar ook dat mijn fractie heel nadrukkelijk vraagt aan het college om voorbereidingen en maatregelen te treffen, zodanig dat de nieuwe raad volgend jaar besluiten kan nemen over een definitieve herinrichting. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Voorzitter, u zei net in een eerdere spreektijd van mij: als er fouten zijn gemaakt, dan moetje die kunnen verbeteren. Dat ga ik nu proberen. Echter, er worden nu weer hele commissies herhaald, maar nu grijpt u niet in. Dat valt mij wel op. Ik moet dat toch even kwijt, want de houding die u naar ons toe aanneemt, begint mij toch een beetje te irriteren. Als wij iets willen zeggen, dan is het niet relevant voor de uitvoering van het besluit, maar als er weer wordt herhaald wat in de commissie is gezegd over een ander punt, en meerderen willen dat doen, dan kan dat ineens weer wel. Ik denk dat de democratie dusdanig moet zijn dat eenieder die aan bod wil komen, ook aan bod komt in een raadsvergadering. Nu naar de inhoud van het voorstel. Wij hebben ons zo'n beetje als eerste heel erg druk gemaakt in december, toen het opstarten van de artikel 19-procedure aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 355