30 MEI 1996
358
aan de nieuwe raad over. In de richting van de heer Crul het volgende. Ik vind het prachtig dat
hij tien mooie plekjes heeft gevonden waar wij vrije sector woningen zetten. Gelukkig kan ik nog
een heleboel mooie plekjes noemen waar wij geen vrije sector woningen hebben neergezet, maar
sociale woningbouwIk denk aan de Eekhoornstraat, zoals de heer Crul wel weet, of in ieder geval
een van zijn fractiegenoten, en aan het park Hoogeind waar ook sociale woningbouw staat, en
ik denk aan de Lunetstraat waar op een fraaie locatie goedkope woningbouw wordt neergezet.
Kortom, het is altijd meten met twee maten als we maar de helft bekijken. Wat betreft het halen
van het woningbouwprogramma het volgende. Ik heb al eerder in de richting van de heer Crul
aangegeven dat langzaam maar zeker hier de clou ligt, en dat het goed is om met zijn fractie
daarover te gaan praten, zeker over de zaken waarvan je constateert dat het halen van het woning
bouwprogramma problematisch isDat is met name in de duurdere sector vanwege alle procedures
Geconstateeerd moet worden dat de fractie van GroenLinks, naast het feit dat zij niet de enige
is, zegt dat bepaalde plannen geen doorgang zouden moeten vinden, omdat die in een andere finan
cieringscategorie zitten. Dat betekent dat je je woningbouwprogramma niet haalt. Dus wat dat
betreft moeten we, denk ik, ook de relativiteit van die opmerking zien. Gezegd is: er is geen
behoefte aan twee soorten categorieën woningen. Ik denk dat de heer Crul dan het woningmarkt
onderzoek nog maar eens goed moet lezen, want daarin staat iets andersen het woningmarktonder
zoek is door deze raad overgenomen. Als we praten over de geluidsoverlast komen we weer terug
bij het verkeer. Ik ben het daarmee eens, overigens komt dit probleem voor in vele straten in Breda
waar wordt gewoondWe proberen daar planmatig wat aan te doen. De heer Crul kent ongetwijfeld
ook de aanpak van de geluidsoverlast in het kader van verkeerslawaai, daar waar we iets kunnen
doen aan de fysieke omgeving en daar waar we iets aan de woningen moeten doen. Ik denk dat
we iets aan de fysieke omgeving moeten doen, om die geluidsoverlast in dit geval tegen te gaan.
We doen dat op vele plaatsen in Breda, maar ook daar zullen we moeten roeien met de centen
die we hebben. En daar waar op de openbare ruimten toch ingrepen plaatsvinden, denkt u
bijvoorbeeld aan het herbestraten na het vervangen van rioleringen, kunnen tegelijkertijd geluids
arme voorzieningen worden meegenomen, mits de financiën die toelaten. We zijn daar heel
nadrukkelijk mee bezig. Eigenlijk zouden we de hele stad, en dat geldt niet alleen voor Breda,
maar ongeveer voor heel Nederland, langzaam maar zeker geluidsarm moeten krijgen. Ik heb zo
nu en dan wel eens het gevoel als je in een stad woont, waar je ook overlast van elkaar hebt en
dus ook hinder van elkaar, dat dat langzaam maar zeker niet meer mag, en dat we in een stad
ongeveer hetzelfde moeten gaan wonen als in een buitengebied. En helaas, ik denk niet dat dat
met maatregelen is af te dwingen. De heer Van de Steenoven spreekt over fragmentarisch en over
een voortschrijdend inzicht. Ik denk dat dat ook een antwoord is op datgene wat de heer Crul zegt:
de projectontwikkelaar bepaalt alles en wij hebben niets te bepalen. Maar wij hebben dusdanig
ingegrepen, dat die projectontwikkelaar langzaamaan helemaal gek werd van wat wij elke keer
weer wilden.
TWEEDE TERMIJN
De heer MARÉE
Kort nogZeker gezien de beantwoording van de wethouder met betrekking tot de verkeerssituatie,
hebben wij aan de motie van de Parel van het Zuiden geen behoefte.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Wij willen nu even oordelen over de motie. Wij hebben van tevoren gezegd: er is hier een
ziekenhuis geweest, er is verkeersdrukte geweest. Op de vraag of de verkeerssituatie moet worden
aangepast zeggen wij ja. Maar datje vervolgens zo dwingend termijnen gaat voorschrijven, zelfs
het college heeft vaak een stappenplan nodig, daarvan denken wij dat dit college dit niet kan, maar
misschien een ander college ook niet. En ik vind ook niet dat je bij motie het onmogelijke moet
afdwingen. Daarom hebben wij gezegd: wij wachten de termijnen af, in die zin zoals de wethouder
dat in zijn antwoord heeft gezegd, met andere woorden: stap voor stap, dat en dat. Wij hebben
ook niet gezegd dat er helemaal niets wordt gedaan. Er worden oplossingen voorgesteld voor dit
moment, en wij vinden het juist goed datje dat niet in één keer aanpakt, want er zijn verschillende