30 MEI 1996 364 SCHORSING. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER Ik meld dat de volgende tekst in het Reglement van Orde staat opgenomen: "Indien naar het oordeel van de voorzitter de agenda wegens tijdgebrek niet kan worden afgewerkt," dat oordeel had ik nog niet, maar u heeft mij daarbij geholpen, "wordt de vergadering voortgezet op de eerste dinsdag volgende op de donderdag," dat is dus dinsdag aanstaande, "tenzij de raad besluit de resterende agendapunten alsnog in deze vergadering af te werken.We zetten de vergadering dus öf op dinsdag voort, maar ik heb begrepen dat er dan een commissie S.O. is met een hoorzitting en die zou dan moeten worden verschoven met alle ellende van dien, öf we gaan vanavond door. Ik stel voor om vanavond door te gaan en ik zal u niet opjagen. Wie is daar absoluut tegen? Ik kan me ook voorstellen dat er mensen zijn die zeer dringend naar huis moeten. Ik denk dat dat ook moet kunnen. U kunt ook verhinderd zijn. Maar ik denk dat we moeten doorgaan. Wie zijn er tegen doorgaan? Ik tel 11 stemmen, dus de meerderheid is voor, en derhalve gaan wij door. 123. VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN BEDRUVENTERREIN BREDA-OOST "HOOGEIND", PARTIËLE HERZIENING 1996/1, LOCATIE MINERVUM. Akkoord. 124. GRONDEXPLOITATIE TOLBRUGGARAGE. De heer MARÉE Ik wil de volgende opmerkingen maken. We gaan akkoord met het voorstel, echter de rekenwijze waarop zo'n 200.000,— met betrekking tot rente wordt toegevoegd aan de gelden voor de exploitatie is voor ons nog enigszins discutabel, zeker vanwege het feit dat het geen 200.000,-- is, maar uiteindelijk 160.000,—, en ook omdat daar op een vrij eenvoudige wijze overheen wordt gegaan. Wij wensen bij dit voorstel daarvan geen puntte maken, maar wij zien het als een onderdeel van een discussie die op een latere termijn over dit soort zaken moet worden gevoerd. De heer MAAS Ik kan me beperken tot een stemverklaringWij hebben al bij eerdere vergaderingen met betrekking tot de Tolbruggarage aangegeven dat wij deze garage, zo dicht tegen het hart van de binnenstad aan, absoluut niet zien zitten. Wij denken echt dat door deze garage veel autoverkeer de binnenstad wordt ingetrokken. Vanuit dat standpunt zijn wij tegen dit voorstel met betrekking tot de grondexploitatie. Er is nog een extra reden om tegen dit voorstel te zijn. Er wordt 800.000,-- ingezet vanuit het fonds Stadsvernieuwing ten behoeve van de ontsluitingsweg voor MAB/V&D. Wij vinden dit een onjuiste aanwending van de middelen vanuit stadsvernieuwing. Er zijn nog zo veel zaken die in Breda moeten gebeuren waarvoor dit fonds nodig is, dat wij denken dat dit een onjuiste aanwending is van deze middelen voor deze ontsluitingsweg. Ik denk dat een bijdrage van MAB/V&D voor deze ontsluitingsweg meer gepast was geweest. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT De VVD-fractie is het eens met de exploitatie-opzet. Wij onderschrijven het doel waarvoor de gelden worden ingezet, namelijk een expeditieweg naar het nieuwe winkelcomplex. De besluiten hierover zijn reeds enkele jaren geleden genomen. Wij zouden hierover vanavond niet hoeven te spreken, ware het niet dat er nog een krediet moest worden gevoteerd, en daarbij ging het mis. Het college heeft zich, naar onze mening, wat verkeken op deze zaak, en was toen te laat om naar de raad te gaan, vroeg de raad toen machtiging om middelen in te zetten, maar de opdrachten waren daartoe al gegeven. Wij zijn erg ongelukkig met deze procedure. Wij zijn het daarmee ook niet eens, en wij vragen ons af of het college dit wel mocht doen. In de commissie heeft de wethouder uiteindelijk toegegeven dat de procedure niet goed is verlopen en dat het collegebesluit te laat is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 364