1 FEBRUARI 1996 36 die hebben ingesproken, hebben dit voorstel ook afgewezen. Zij hebben aangegeven dat, als dit voorstel zo wordt aangenomen, zij niet met een convenant kunnen komen. Daarom verwachten wij van een redelijk college en van een redelijke wethouder die deze zaak behan delt dat hij zich achter de oren krabt en zegt: ik heb een aantal partijen waarmee ik moet onderhandelen en die zijn het helemaal niet met mijn voorstel eens, zij zeggen dat dat absoluut niet realistisch is, ik ga het bijschaven. Tot onze verbazing gebeurt dat niet. Tot mijn grote verrassing komen nu collegepartijen met het voorstel om niet met 110 woningen te compenseren, maar met 155 woningen. Dus met 45 woningen meer zou het probleem volgens het CDA en de PvdA zijn opgelost. Het lijkt me sterk dat de wethouder dat niet had kunnen rechttrekken. Het is een dusdanige kleine hoeveelheid dat ik denk: als dat de crux was geweest, dan had de wethouder dat zeker wel gedaan. Bovendien geeft u zelf al aan, zij zitten in het college, zij hebben overleg, dus is het een voorstel dat wordt gedekt door het college en dat zal het dan ook wel halen. Ik heb zojuist nog met een van de onderhandelaars, de corpora ties, overleg gehad en gezegd: het probleem was toch veel groter dan die 45 woningen? Als het daarom ging, dan was het toch wel rondgekomen in de loop der tijd? Er wordt al jaren overleg gevoerd. Maar het probleem was veel groter. Het hele verhaal over de grondprijzen wordt door het CDA en de PvdA vergeten. Daarover zijn duidelijke vragen gesteld. Het gat was: 10.000,— geboden per woning door het college en 35.000,- gevraagd door de corporaties. Dan kun je zeggen dat dat een kwestie is van markt en dan kun je een soort koehandel gaan doen in de zin van jij vraagt 10.000,— en ik vraag 35.000,— en dan komen we ergens op 20.000,-- uit. Maar dit is een veel te ernstige zaak, het is een groot probleem in Breda en daarmee ga je niet op die manier om. Ik heb naderhand nogmaals met de directeuren van de corporaties gesproken en gevraagd: hoe komen jullie aan die cijfers? Ik heb later ook inzicht gekregen in de wijze waarop de gemeente aan de cijfers is gekomen. Ik ga er vanuit dat de vier corporaties in gemeen overleg, goed wetende hoe moeilijk de zaak bij het college ligt, hun uiterste best hebben gedaan om met die 35.000,— zo dicht mogelijk bij dat wat zij als absoluut noodzakelijk achten te komen. Dit is dus geen spelletje. Het gaat gewoon om volkshuisvesting voor de minder draagkrachtigen in Breda en daarmee mag geen spelletje worden gespeeld. De corporaties doen dat zeker niet. En ik heb de indruk De heer SINKE Bij interruptie. Ik neem aan dat de heer Boer toch niet meent dat wij een spelletje spelen met dit onderwerp. Want dat zou ik bijzonder De heer BOER U wilt toch niet dat ik uw voorstel serieus neem, mijnheer Sinke? Die 45 woningen stellen absoluut niets voor. Mevrouw HEERKENS Bij interruptie. Ik ben bij de bijeenkomst van de woningbouwcorporaties geweest in Congres, waar de heer Boer naar de microfoon greep. Toen zei u, mijnheer Boer: die woningbouwcor poraties zijn helemaal niet zo zielig, reserves genoeg. Nu is het andersom, nu zit u hier in de gemeenteraad en nu denkt u de zaak eens even dwars te kunnen zitten en nu moet het college in één keer met zakken geld komen aandragen. Maar dan weet ik niet wie hier met spelletjes bezig is. De heer BOER Het klopt dat ik in Congres heb gezegd dat de eigen reserves groot genoeg zijn. Ik ben daarop naderhand gecorrigeerd door de corporaties.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 36