1 FEBRUARI 1996
39
De door de heer Boer, namens de fractie van de Parel van het Zuiden, ingediende motie luidt
als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake hoofdlijnen voor meerjarenafspraken Volkshuisvesting
voor de periode 1996-2000;
overwegende dat,
- het ontwerp-raadsbesluit dat de hoofdlijnen vastlegt voor meerjarenafspraken voor de
Volkshuisvesting onvoldoende financiële middelen ter beschikking stelt aan de corporaties om
de jaarlijkse sector goedkope woningen te bouwen;
- zij dat ook tijdens de commissie behandeling hebben medegedeeld;
- het SWOB ook diezelfde mening heeft;
- het college en met name wethouder De Bruijn daarin geen reden heeft gezien om dit
raadsvoorstel te wijzigen;
- daardoor de corporaties niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen en dat wethouder De
Bruijn heeft aangekondigd dan naar de ontwikkelaars te gaan, die naar zijn verwachting wel
de nodige aantallen goedkope woningen zouden kunnen en willen bouwen;
- wij daarin geen vertrouwen hebben en dat de ontwikkelaars in Breda toch al te veel dure en
te weinig goedkope woningen bouwen;
- wij dat beleid afwijzen;
- het amendement in dezen van de Parel van het Zuiden is afgewezen;
besluit:
het vertrouwen in wethouder De Bruijn op te zeggen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
De motie en het amendement, ingediend door de heer Boer, zijn voldoende ondertekend, zij
voldoen aan de vereisten, kunnen worden vermenigvuldigd en verspreid en maken onderdeel
uit van de beraadslaging. Ons voorstel is dat de wethouder nu in eerste termijn gaat antwoor
den, waarbij nog niet wordt ingegaan op de ingediende moties en amendementen, omdat die
nog nader moeten worden bekeken. Indien nodig zal een schorsing plaatsvinden om ze te
lezen en om daarover ruggespraak te houden, teneinde een collegestandpunt te kunnen
innemen.
