19 JANUARI 1996 3 verantwoordelijkheden. Zij moet onder meer uitvoering geven aan een aantal arbeidsinpassings- maatregelen. Dat vraagt een goede stroomlijning van de verschillende vormen van additionele arbeid, aangezien anders wellicht de effectiviteit van de maatregelen minder groot is dan gewenst. Breda vraagt ook het komend jaar aandacht voor de stille armoede. Een ander beleidsterrein waar de decentralisering doorwerkt is het onderwijs. De gemeente krijgt hierdoor de mogelijkheid een samenhangend beleid te voeren enbelangrijkezakenzoals onderwijsachterstand en de problematiek rondom voortijdig schoolverlaten, op een meer efficiënte en effectievere manier aan te pakken. Weer een beleidsterrein is cultuur. Breda beschikt sinds vorig jaar over een nieuwe architectonische schoonheid: het Chassé Theater. Dit Chassé Theater biedt zeer veel mogelijkheden voor het brede spectrum van podiumkunsten en film. Door de ligging van het theater, vlakbij de geplande nieuwe huisvesting van het Breda's Museum en popcentrum PARA, vlakbij de artotheek en praktisch naast het gebouw van de bibliotheek en De Nieuwe Veste, lijkt er een heus cultureel kwartier in Breda te ontstaan. Het beleid voor de komende jaren is erop gericht het kunst- en cultuur imago verder te ontwikkelen, waarbij de vergroting van publieksdeelname een belangrijk onderwerp is. Op het gebied van de openbare orde en veiligheid heb ik misschien het enige nadeel ontdekt van uw overstap van Middelburg naar Breda. Was u in Middelburg korpsbeheerder van de politieregio Zeeland, hier zult u vooralsnog genoegen moeten nemen met het plaatsvervangerschap van de regio Midden- en West-Brabant. Maar dat neemt niet weg dat er in Breda niet minder hard wordt gewerkt op dit beleidsterrein. Geconfronteerd met toenemende onveiligheid heeft de ontwikkeling van een eigen, integraal veiligheidsbeleid grote prioriteit. Tot zover een selectie uit de zaken die spelen binnen Breda. Het moge duidelijk zijn dat de uitdagingen groot zijn. Een stad met karakter stelt terecht eisen aan bestuur en aan de gemeentelijke organisatie. Daarom zal het u, na deze type ring van Breda en de greep uit de zaken die hier spelen, wellicht duidelijk zijn hoe de raad is geko men tot de opgestelde profielschets. In die schets worden zes criteria genoemd. Deze zijn, kort samengevat, voor het geval dat u ze was vergeten: 1democraat in hart en nieren; 2. een collegiale leider binnen het college; 3. een duizendpoot, vertegenwoordiger en belangenbehartiger van Breda, daarnaast goede contacten onderhoudend met de Bredase burgers; 4. initiatiefnemer die richting en sturing geeft aan de bestuurlijke processen; 5. een ruim toegankelijk persoon, integer, open en humorvol, die daarnaast goed kan relativeren; 6. vrouw-zijn. Een vrij helder criterium. Eenvoudig te controleren, lijkt mij. Bovendien sprak de raad uit dat, als er een vrouw geschikt werd bevonden, de benoeming van de vrouw de voorkeur verdiende. Niet het gelijkwaardigheidscriterium, maar het geschikt heidscriterium zou de doorslag moeten geven. Welnu, deze profielschets is op 19 juni 1995 aangeboden aan onze Commissaris der Koningin. De sollicitatieprocedure kon toen worden opge start. 21 sollicitanten deden een gooi naar het Bredase burgemeesterschap. Uit deze sollicitanten is een selectie gemaakt, welke is voorgelegd aan deuit uw raad afgevaardigde vertrouwenscommis sie. Na gesprekken met de kandidaten is gekomen tot een voordracht en op 18 december 1995 werd de benoeming bekend gemaakt van u, mijnheer Rutten, als nieuwe burgemeester van Breda per 16 januari 1996. Hiermee was dan formeel de procedure afgesloten. Echter, binnen deze procedure is de positie van de vertrouwenscommissie een probleem. Bekend is de opdracht van de raad aan de vertrouwenscommissie: de profielschets. Maar onbekend in een dergelijke situatie is normaal het scenario, van waaruit de Commissaris der Koningin en de minister werken. In deze Bredase procedure heeft onze Commissaris der Koningin een stap vooruit gedaan. Daarvoor zijn wij hem dankbaar. Zijn commentaar op de profielschets, zijn ruime toelichting op de selectie van de kandidaten, maakte ons veel duidelijk. Het grote probleem in deze procedure was dat de vertrou wenscommissie geen zicht had op het scenario dat de minister hanteert. Dat is, lijkt mij althans, geen goede zaak. Het zou voor de lokale politiek dan ook beter zijn als volledige duidelijkheid werd gegeven bij het starten van de procedure. Laat de minister duidelijk maken of hij de politieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 3