26 JUNI 1996
402
De heer HEEREN
Gisteren hebben wij deze nota ook besproken en toen heb ik al gezegd dat het mij opvalt dat er
veel aandacht wordt gevraagd voor de onderwerpen racisme en discriminatie. Ik vind dit zeer
politiek beladen onderwerpen. Het is manipulerend, indoctrinerend en het ontsiert de nota. Ik vind
dit een nota, die toch een sociaal doel beoogt. De CD-fractie zal daarom de hele Jongerennota
verwerpen en tegenstemmen.
Wethouder VAN RAAK
Ik hoor de echo van gisteravond nog duidelijk in mijn hoofd, naast de rugpijn nog, want men heeft
uitgebreid de tijd genomen. Ik geloof dat wij tot 23.30 uur zijn doorgegaan. Maar dat geeft niets,
er zijn zinnige zaken besproken dus het was de moeite waard. Ik denk dat ik voor de commissie
leden wat in herhaling verval, maar die zijn dat gewend en ik ook.
De heer VAN FESSEM
Maak het kort, denk aan uw rug!
Wethouder VAN RAAK
Door een aantal sprekers wordt op snelheid aangedrongen. Niet alleen mevrouw Heerkens sprak
erover, maar ook de heren Meeuwissen, Schroder en Verpaalen. Ik denk dat die het beste tot uiting
kan komen door de snelheidwaarmee wij de gesprekken met de jongeren en met de buurten kunnen
organiseren. Voor wat betreft die ontmoetingsplekken, lummelplekken, hangplekken, de heer Van
Fessem noemde het gisteren jongerenuitlaatplekken, proberen wij dat in september te doen. Dat
betekent dus dat ik inderdaad hoop dat er op 3 oktober een voorstel in de commissie te bespreken
valt. Voor wat betreft het "Samen Er Tegenaan"-project leggen wij nog dit najaar de evaluatie
aan u voor. Misschien dat wij dan voor wat betreft de toereikendheid van de bedragen in de
toekomst voor een mogel ijk dagtrainingscentrum en dat soort zaken nog eens van gedachten kunnen
wisselen. Met betrekking tot de jeugdprijs heeft mevrouw Heerkens gisteren ook gepleit voor
jongeren in de jury. Ik heb toegezegd dat wij proberen dat te realiseren en dat herhaal ik bij dezen.
De heer Van Fessem blijft even zuur als hij gisteren was. Dat dacht ik vanavond niet te kunnen
veranderen, dat zit erin of dat zit er niet in. De heer Van Fessem heeft dat voor wat betreft deze
nota ten enenmale bij zich. Met betrekking tot het taalgebruik heb ik gisteren erkend dat het taal
gebruik in deze nota te ambtelijk is, sterker nog, welzijnsjargon bevat, dat voor een groot aantal
raadsleden nauwelijks te pruimen is. Ter verontschuldiging moet ik echter zeggen dat ik denk dat
elke groep z'n jargon heeft. Ik constateer dat de 40 jongeren die gisteravond aanwezig waren,
dachten dat bij het eerste agendapunt de Jongerennota was behandeld en dus wegliepen na het grote-
stedenbeleid. Ik moet dan simpel constateren dat wat de raadsleden gisteren met betrekking tot
het grote-stedenbeleid hebben gezegd, althans niet bij de jongeren is doorgedrongen vanwege dat
taalgebruik. Ik speel het verwijt lichtelijk terug. Ik denk dat elke groep z'n eigen jargon gebruikt,
z'n eigen vakkennis. Als je daarvan een beetje los staat dan zou ik zeggen: laten wij ons dat allen
tot een opdracht rekenen. Want gisteren constateerde ik ook bij de Jongerennota dat wij nauwelijks
doordrongen tot de jongeren zelf en dat zij alleen maar zaten te klieren. Maar goed, dat beeld is
bekend. De heer Van Fessem dringt erop aan om de vaart erin te houden. Ik heb al gezegd dat
wij dat zullen proberen. In de richting van de heer Schroder: de bezuiniging van 100.000,-.
Hiervoor heb ik ambtelijk een model laten uitwerken, waarin werd gekort op de activiteitensubsi
dies. Dat betekende in feite dat de activiteitensubsidies, waar vrijwilligers actief zijn, in totaliteit
met zo'n 26 gekort zouden moeten worden. Het college heeft dat voorstel uitgebreid besproken,
maar vond dat uitermate onverstandig. Daarom hebben wij deze oplossing gevonden, en dat betekent
dat wij bij de kadernota verder met u praten over de 100.000,--. En wat u dan van plan bent,
dat moet u weten. Wat anderen van plan zijn, dat moeten zij weten. Maar wij komen daarop terug
in die discussie. De heer Ong meent dat hij de aansluiting met de Drugsnota mist. Ik dacht dat
in het grote-stedenbeleid die aansluiting wel degelijk wordt gelegd. Ik denk dat wij zelf binnenkort
de positionering van het straathoekwerk nog eens met elkaar moeten bespreken. U weet dat wij
aanvankelijk zeiden dat dit helemaal zou verdwijnen bij het CAD. Zoals u weet, staat het CAD
op dit moment op het punt van fusie met het C.P.Z.V. Er is voor dat onderdeel een soort