26 JUNI 1996 425 komt het neer op het grotendeels eenrichtingsverkeer maken. Het CDA is akkoord met die gang van zaken, met name ook omdat de alternatieven weinig aantrekkelijk zijn voor het geheel. Je kunt hierover eindeloos praten, maar ik denk dat wij inderdaad duidelijke oplossingen moeten hebben. Dan de bus, de vierde vervoersvorm die aan de orde komt. Ook daarover is in het verleden al een hele discussie gevoerd, met name rondom de busbaan. Het CDA-standpunt op dit terrein is altijd heel duidelijk geweest. Wij zijn van oordeel dat de binnenstad geen doorsnijding zou moeten hebben als het gaat om een busbaan of busvervoer bij de Karnemelkstraat. In een fase van de discus sie hebben wij gezegd dat, als de ondertunneling van de Karnemelkstraat, die op dat moment aan de orde was, niet kan, voor ons heel nadrukkelijk de schampvariant in beeld zou komen. In dit voorstel besluiten wij nu om daar inderdaad geen bustunnel aan te leggen en dat betekent dat die schampvariant in beeld isDe tekst van het voorstel luidt: in principe de gefaseerde schampvariant. Wij interpreteren dat zo, dat er een overgangsfase zal zijn. Dat betekent het voltooien van de oost en westflank en het voltooien van het stationsgebiedTot aan dat moment blijft de Karnemelkstraat open als busroute. Dat is een situatie, waarvoor het CDA begrip kan opbrengen, maar wij vragen wel om die periode zo kort mogelijk te houden. Dat zal duidelijk zijn. Maar er is een "maar" verbonden aan dat geheel, want naar ons idee laat het voorstel ook het gebruik van de Karnemelk straat open voor de periode nadat het stationsgebied en de oost- en westflank zijn rondgekomen. Wij leiden dat in ieder geval af uit het woordje "tenminste" dat in het voorstel staat. Kijkend naar het standpunt, dat het CDA in het verleden steeds heeft ingenomen, kunt u zich voorstellen dat wij met dat punt toch grote problemen hebben. Intern hebben wij hierover uitgebreid gesproken. Wij zullen, ook om onze coalitiepartner wat ruimte te geven, daarvan geen halszaak maken. Wij zijn akkoord met het gegeven dat bij de afronding van het gedeelte, waarover ik het zojuist had, er een definitieve besluitvorming zal komen over de schakel tussen oost en west. Maar u moet nu al weten dat het CDA-standpunt met betrekking tot dat gedeelte niet zal veranderen en dat wij dus tegenstander blijven van een doorsnijding van de binnenstad op het punt van de Karnemelk straat. Ik kijk overigens even naar het andere alternatief, namelijk het Van Coothplein. Desituatie, zoals die tot stand komt bij deze besluitvorming, kan wat ons betreft betekenen dat ook het Van Coothplein spoedig wordt aangepakt en of dit een definitieve invulling zal zijn, zal in de toekomst moeten blijken. Maar wat ons betreft kunnen wij in ieder geval praten over en werken aan een goede herinrichting van het Van Coothplein, om datgene te realiseren wat wij daar in gedachten hebben. Voor de CDA-fractie is het Verkeerscirculatieplan een goede aanzet om een heleboel problemen, waarover wij al lang praten, te gaan aanpakken. Ik denk dan niet alleen in de sfeer van de infrastructuur, waaraan een heleboel moet gebeuren, maar wij moeten ook voortdurend proberen om het gedrag, dat bij de verkeersdeelnemers tussen de oortjes zit, te gaan aanpakken. Want daar zit toch één van de kernen van het probleem, denken wij. In het stuk staat iets over een evaluatie na vijfjaar. Ik heb ook in de commissie al gezegd dat dit ons wat te lang duurt. Wij zouden graag toch een wat meer regelmatige evaluatie van de situatie hebben, om te kunnen zien waar de maatregelen effect hebben en waar moet worden bijgestuurd. Ik heb begrepen dat wij wellicht toch wel jaarlijks over dit onderwerp komen te praten. Ik hoor dat graag van u in de eerste termijn. De heer MARÉE In november vorig jaar heeft de raad de definitieve besluitvorming rond de busbaan uitgesteld tot de behandeling van het Verkeerscirculatieplan Binnenstad. Als wij het hebben over ruimtelijke structuren, weten wij nu inmiddels wel dat alles zo'n beetje met alles samenhangt. Wij hebben dus even geduld moeten oefenen, maar er ligt op dit moment een stuk voor ons, waarmee wij het traject van verbetering in de binnenstad graag aangaan. Ik zeg dit bewust zo, omdat voor D66 de kwaliteit van de binnenstad het uitgangspunt is. Er zijn veel bedreigingen voor deze kwaliteit en één daarvan is de toenemende druk van het verkeer. Uiteindelijk moeten wij komen tot een binnenstad, waarin het vele kostbare dat er is wordt behouden en zonodig hersteldEen binnenstad, waarvan de bereikbaarheid wordt geoptimaliseerd, ook voor de jaren die wat verderop in de tijd liggen. Wij willen laten zien dat wij weten dat één van de sterke punten van Breda de verblijfskwali- teit van de binnenstad is, met een hoogwaardige diversiteit aan winkels en horeca in een uitnodigende stadsstructuur. Kortom, een binnenstad waar het goed toeven is. Met betrekking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 425