26 JUNI 1996 429 gelezen het eindvoorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot het V erkeerscircul atie- plan (VCP) Binnenstad Breda en het daarbij behorende ontwerp-raadsbesluit; constaterende dat, - in het algemeen kan worden ingestemd met het algemene beleidskader tot verbetering van de leefbaarheid, het verblijfsklimaat, het milieu en de verkeersveiligheid in het gebied van de binnenstad binnen voldoende garanties voor een goede bereikbaarheid van de economische functies; - de uitwerking van dit beleidskader in het VCP Binnenstad in zijn algemeenheid onvoldoende recht doet aan de geformuleerde doelstellingen en de bereikbaarheid van de centrumfuncties; overwegende dat, - de voorgestelde verkeerscirculatie leidt tot toename van het aantal autokilometers als gevolg van omrijdbewegingen; - de voorgestelde doorstroommaatregelen voor het busverkeer tot een hoogst inefficiënt ruimtegebruik leiden en ten koste gaan van de leefbaarheid en de verblijfskwaliteitvan de openbare ruimte; - het voorgestelde eenrichtingsverkeer: a. afbreuk doet aan een heldere en directe bereikbaarheidsstructuur; b. onvoldoende mogelijkheden biedt tot onderlinge koppeling van parkeeraccommodaties, waardoor een doorverwijzingssysteem onvoldoende kan functioneren; c. kan leiden tot gevaarlijke sluiproutes en desoriëntatie; besluit: het dictum van het bij het voorstel behorende concept-besluit sub 1eerste tweegedachtenstreepjes, te wijzigen als volgt: - aan de oost- en westflank een doorverbonden ontsluitingsroute met in twee richtingen autoverkeer en openbaar vervoer; - deze route in te richten als eentweestrooksprofiel met middenberm en doorstromingsmaatregelen voor het busverkeer en vrijliggende fietspaden; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer SCHELTENS Wij doen hier niet de commissie over, maar ik zal toch een korte samenvatting geven van de punten die wij hebben genoemd, met daaraan toegevoegd enkele concrete vragen in de richting van de portefeuillehouder. Wat wij goed vinden aan het voorliggende VCP zijn de twee lussen aan de oostflank, het dynamische parkeerverwijzingssysteem, de inlopers, die ook inderdaad inlopers blijven en het intensieve en vruchtbare overleg met zeer veel belanghebbenden. In feite zijn wij allemaal belanghebbenden. Een en ander heeft tot vele aanpassingen geleid en dat leidt mij meteen naar de punten die wij niet goed vinden aan dit VCP. Wij vinden het niet goed dat het voorliggende plan een wat al te veel naar compromissen riekende uitstraling heeft, terwijl er in onze ogen juist fors en direct dient te worden ingegrepen. Wat wij ook niet goed vinden is dat het fietsverkeer slecht wordt bediend in vergelijking met de auto, terwijl het fietsverkeer juist de hoogste prioriteit zou moeten krijgen. Wat het fietsverkeer betreft, fietsen of lopen wij dik achter in vergelijking met andere steden. Hierover kuntu een eerste amendement tegemoet zien. Er hoeven in onze ogen geen nadere onderzoeken te komen om de behoefte te inventariseren naar onbewaakte stallingen. Wij vinden, en dat wordt ook aangegeven in het amendement, dat het gewoon tijd is om het te doen. Ook het openbaar vervoer is in onze ogen te mager bediend. Ook daarover zullen wij een amendement indienen. Het volgende punt is de automobiliteit. Die wordt gewoon geaccepteerd. Het terugbrengen van de groei van 70 naar 35 of in de stad van 40 naar 20 wordt gezien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 429