26 JUNI 1996 435 En nu kunnen wij straks misschien uitstappen in onze huiskamer. Het openbaar vervoer kan niet dichter bij de burger komen. Ik vind dat wel ludiek. Maar nu kom ik even terug op het VCP, zoals dat thans voorligt. In de commissie is hierover door ons weinig gezegd, maar het viel mij wel op dat de maatregelen, zoals u die nu voorstelt, geen echte zienswijzen of visies zijn op de stad. Als je een VCP wilt hebben, zou je eerst naar de buitenkant moeten kijken. Er zijn drie soorten ontsluitingen. De buitenste ring wordt dan gevormd door de A16, de A27 en de noordelijke en zuidelijke rondweg. Daarbinnen heb je dan weer de tangenten en uiteindelijk kom je terecht bij de singels. Deze vertakken zich dan weer verder in allerlei kleine straatjes her en der. Als je weet hoe het verkeer zich rondom de stad beweegt, moetje dat eerst proberen op te lossen. Wij hebben al vele discussies gevoerd over doorgaand vrachtverkeer over de zuidelijke rondweg enzovoort, enzovoort. Als je dat hebt opgelost kun je naar de middelste ring en uiteindelijk kom je dan in de binnenstad terecht. Op deze wijze is het niet gebeurd. Er worden nu allerlei maatregelen voorgesteld aan de binnenkant, maar daarmee verschuifje dus eigenlijk alle problemen die je in de binnenstad zou hebben naar de buitenkant. Want dat verkeer rijdt wel. Ik kan maar één simpel ding zeggen. In Breda heeft bijna iedereen een auto en als ik kijk naar de leden van de raad, dan weet ik zeker dat niemand zich gehaast voelt om vanavond de laatste bus te halen. Ze zullen allemaal wel weer met de auto vertrekken en misschien een aantal met de fiets, omdat het mooi weer isMaar zo ligt het gewoon in deze stadDe heer Sinke heeft zelfs in de commissie gevraagd hoe het zat met de bereikbaarheid van het Stadserf. Hij wilde mevrouw Croft's stokpaard niet berijden met betrekking tot het Stadserf, maar het was toch een beetje eigenbelang en dat gaf hij ook aan. Hij wilde toch wel aan de orde stellen of hij straks nog wel met de auto naar de raad kon komen. En dat geeft nu precies aan wat zo'n beetje geldt voor heel Breda. Iedereen wil overal naar toe met de auto. Je kunt dan wel allerlei maatregelen gaan bedenken om die auto's te gaan pesten, maar ik denk dat dit een beetje is misgeschoten. Mevrouw Van Beusekom heeft ook al in eerdere termijnen aan de orde gesteld dat het een oplossing is die nergens op lijkt. Wij kregen toen een heel verhaal over de werking van stoplichten, met één, twee, drie, vier en vijf afslagrichtingen en hoe het zou werken als je eenrichtingsverkeer zou invoeren. De beste manier om de auto's niet in de stad te krijgen, is door alle stoplichten op rood te laten staan. Dan rijdt er niemand meer en dan staan we overal stil. Dat is misschien de allerbeste oplossing, maar het is wel een harde oplossing. Ik kan mij moeilijk vinden in de oplossingen die hier zijn gekozen. Voor wat betreft de procedure is de heer Van de Steenoven heel lyrisch, omdat het allemaal zo goed is gegaan. Ik weet niet naar welke avond hij is geweest, maar ik ben naar andere avonden geweest. Daar waren de mensen niet zo lyrisch, maar misschien waren dat andere mensen naar wie niet geluisterd hoefde te worden. Over de besluitvorming kan ik de heer Van de Steenoven teleurstellen. Er worden hier wel degelijk besluiten genomen over een busstation en over de Spoorzoneweg. Die stel je namelijk vast met de fasering. Dat staat in de eerste zin van het besluit. En als je naar de fasering kijkt, dan zie je dat de uitvoering van circulatiemaatregelen in de stationsomgeving en van de noordelijke singelring onafhankelijk is van andere verkeersmaatregelen. De aanleg van de Spoorzoneweg is afhankelijk van de ontwikkeling in de spoorzone. Wat betekent dat? Dat er geen Spoorzoneweg komt, of dat de locatie afhankelijk is van de ontwikkelingen? Maar er is geen discussie meer. Dus dat probeer ik te zeggen in de richting van de heer Van de Steenoven. Je kunt wel proberen om alles in je eigen gedachten vooruit te schuiven, maar als persoonlijk belanghebbende heb ik een brieije op mijn nachtkastje liggen. Daarin staat dat de gemeente dit jaar rond Kerstmis langs komt om met mij te praten of zij de Spoorzoneweg, het busstation en wie weet wat nog meer in mijn woning en mijn tuin mogen plaatsen. Zo'n brief krijg ik elk jaar, dus misschien krijg ik volgend jaar weer een brieije, maar het is dus geen vijfjarenplan. Voor hetzelfde geld ligt er aan het einde van deze zomer, als alles volgens de planning loopt, een plannetje van de NSwaarin staat wat zij graag willen. En dan wordt daarvan een bestemmingsplan gemaakt en dan zit de Spoorzoneweg er gewoon in. Want ook dat is een onderdeel van de onderhandelingen met de NSWij moeten met een VCP aankomen en zeggen dat wij een Spoorzo neweg en een busstation aan de noordkant willen. Dat zal één van de randvoorwaarden zijn waarover met de NS wordt onderhandeld. Dus wat u nu vastlegt, is wel degelijk een claim naar de toekomst. Wij vinden dat toch wel erg ver gaan. Wij hebben al eerder gezegd dat met het uit elkaar trekken van al d ie plannen de problemen worden doorgeschoven naar de ontwikkel ingsschets

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 435