26 JUNI 1996
436
Belcrum. Die schets is trouwens ook al in 150 stukken gehakt, dus daar komt gewoon niets meer
van terecht. Ik kan mij deels vinden in hetgeen mevrouw Van Beusekom heeft gezegd over het
eenrichtingsverkeer. Ik zou mij daarbij iets kunnen voorstellen, als je alleen over de binnenstad
zou praten. Maar zodra je het naar buiten gaat leggen worden de wijken extra belast. Je krijgt
dan alleen maar rondrijdbewegingen en je maakt de binnenstad gewoon onbereikbaar voor het
winkelend bezoekersverkeer. Die gaan op zoek naar andere winkels, waar zij wel met de auto
kunnen staan, en dat is dan niet meer in de binnenstad. Dus ik denk dat het een hele slechte
besluitvorming is. Ik heb eigenlijk weinig vragen aan de wethouder, want wij hebben hierover
natuurlijk uitgebreide informatie-avonden gehad. Ook zijn er wat zogenaamde inspraakavonden
geweest. Wat moet ik hem nu vragen? Of hij het een goed plan vindt? Dan zal hij zeggen dat hij
het een pracht van een plan vindt. Of hij denkt dat de problemen hiermee zijn opgelost? Neen,
zal hij dan zeggen, ik denk dat er in de toekomst altijd problemen zullen moeten worden opgelost,
maar dan komen wij bij u terug en dan wordt daar monitoring op losgelaten. Ik kan zó van stoel
ruilen, zodat wethouder De Bruijn dan ook eens een avondje zijn gal kan spuwen aan deze kant
van de tafel. De wethouder kan eigenlijk geen antwoord meer geven op vragen, die wij zullen
stellen. Want het is gewoon een plan, dat wordt gepresenteerd. Het viel mij op, bij datgene wat
door andere partijen is ingebracht, dat er hier en daar wat op details wordt ingegaan, maar dat
betreft uitsluitend punten en komma's. De hoofdmoot, die bestaat uit principiële bezwaren, blijft
gewoon liggen. En daar wordt een beetje omheen gewandeld en gewaggeld en men doet alsof dat
straks wel aan de orde komt. Maar het komt straks niet meer. Er wordt nu iets besloten en het
is de bedoeling dat wij daarmee verder gaan. Over vijf jaar kunnen wij hierop niet meer
terugkomen. Het is of het één, of het ander. Ik heb dus eigenlijkgeen vragen. Ik zal even afwachten
om te horen welke geluiden de wethouder gaat maken. Dat vind ik altijd leuk.
Wethouder DE BRUIJN
Om op dat laatste in te gaan: het is hier geen Artis en ik zal dus niet zomaar geluiden maken, maar
ik ga reageren op vragen die zijn gesteld. De heren Sinke, Marée en Scheltens zijn ingegaan op
de gedachtengang dat wij van binnen naar buiten gaan werken. Wij doen dit omdat wij de binnenstad
als de meest essentiële motor van de gemeente Breda zien. Daar bevinden zich ook de grootste
problemen die om een oplossing vragen, mede in het kader van het Bestemmingsplan Binnenstad
zoals wij dat in het verleden hebben vastgesteld. Het is dus een logische consequentie dat wij
beginnen met het VCP Binnenstad. Maar daarmee is het natuurlijk niet klaar. Het betekent uiteraard
het verschuiven naar de buitenkant als wij deze zaak op lange termijn voortzetten. En als wij dan
niets hebben gedaan is de ellende, buiten die paar vierkante kilometer in de Bredase binnenstad,
natuurlijk veel groter en veel erger dan wij nu wellicht zelfs kunnen vermoeden. Dat betekent dat
het op basis van de uitgangspunten, die wij hier hebben vastgelegd, hard nodig is om zo snel
mogelijk een Verkeerscirculatieplan voor heel Breda neer te leggen. Dit zal begin volgend jaar
in de planning kunnen passen en dan moeten wij er ook mee beginnen. Dit is essentieel om alle
effecten die de verschillende maatregelen, die in de loop van de jaren zullen worden genomen,
goed in te passen in de totale stedelijke structuur. Want wij weten nu dat wij op dit moment geen
optimaal plaatje kunnen neerleggen door de gebrekkige infrastructuur die op dit moment rond
de binnenstad of elders in Breda ligt. Het verschuiven van het totale verkeer naar singel, of nog
verder naar tangenten, is wat lastig, omdat Breda in ieder geval aan de westkant enige essentiële
infrastructurele verbindingen mist. Hierdoor kun je in die binnenstad niet optimaal datgene doen
watje zou willen doen. Het is niet zo dat wij vinden dat het autoverkeer ergens langs moet. Neen,
wij constateren gewoon dat, als wij niet proberen om het autoverkeer ergens heen te geleiden,
het autoverkeer gewoon gaat. Wij kunnen dat leuk vinden of niet. En wij kunnen als gemeente
zeggen dat wij dat niet willen, maar die automobilist doet toch datgene waarin hij zin heeft. Het
verkeer gaat zijn eigen weg zoeken. Het autoverkeer is net water. Het stroomt altijd ergens heen
en meestal naar het laagste punt en dat loopt dan vol. Als wij niets doen wordt dat laagste punt
in ieder geval gevormd door de woonwijken en de woonstraten. Die willen wij zeker niet laten
vollopen met autoverkeer. Vandaar dat wij hier een optimaal eindbeeld hebben weergegeven op
basis van de huidige kennis en op basis van de maatregelen die wij nu in beeld hebben. Dat betekent
dat wij in ieder geval aan de gang kunnen. Met name ook de bewoners en ondernemers van de