26 JUNI 1996 437 binnenstad, en eigenlijk iedereen die is betrokken bij de uitgebreide discussie- en inspraakavonden, hebben geconstateerd dat er moet worden begonnen. Laten wij dit nu als uitgangspunt nemen met de huidige kennis en laten wij in hemelsnaam aan de gang gaan, want het is al heel erg fout aan het gaan in en rond die binnenstad. Je moetje dan wel afvragen of wij nu alles weten. Wij hebben hier een eindplaatje, maar sommige dingen moeten wachten op allerlei andere maatregelen. U zult begrijpen dat wij een weggedeelte niet zullen herinrichten op het moment dat wij zeker weten dat daar over twee jaar bulldozers aan de gang gaan met sloopwerkzaamheden in verband met nieuwbouwplannen. Ik denk in dit verband aan het kantoor van de politie aan de Markendaalseweg. Als dat over een paar jaar vrijkomt, moeten wij niet eind volgend jaar beginnen aan de herinrichting van dat stukje weggedeelte. Want dan weten wij zeker dat het anderhalfjaar later volledig wordt kapot gereden. Dat betekent dus dat wij hiermee in de fasering rekening moeten houden. En dat betekent ook dat wij, op het moment dat wij beslissingen aan u voorleggen, met die monitoring kunnen aangeven wat er op dat ogenblik bekend is aan ontwikkelingen. Naast de monitoring, die bij elk besluit zal terugkomen, is het ijkmoment essentieel. Het ijkmoment is ingebouwd, ook na de discussie met ondernemers en bewoners, omdat wij natuurlijk niet kunnen voorspellen wat er over vijf of zeven jaar exact met dat verkeer aan de hand is. Die ontwikkelingen gaan zo snel en zij gaan soms de meest vreemde kant op. Wij moeten natuurlijk nu niet zeggen wat wij over acht of negen jaar gaan doen. Neen, wij moeten dat ijkmoment oppakken om te kijken of wij nog op het goede spoor zitten met de uitgangspunten, zoals die er nu liggen. Het plaatje dat er nu ligt, is goed. Het is geen compromis, dat nergens op lijkt. Het is een compromis, dat in ieder geval voldoet aan de uitgangspuntenen aan de maximale mogelijkheden die de binnenstad en de gebieden rond de binnenstad hebben. Maar wij kunnen pas over vier of vijfjaar, met alle ontwikkelingen die wij dan kennen, exact constateren of wij verdergaande maatregelen moeten of kunnen nemen. Want dan weten wij ook hoe het VCP van de rest van Breda er uitziet. Wij weten dan ook of wij op termijn een oplossing voor de westkant kunnen vinden, waardoor wij ook voor die westflank misschien verdergaande besluiten kunnen nemen dan wij hier nu voorstellen. Maar op dit moment, en dat ook in de richting van de VVD, is het niet mogelijk om het verkeer op de westflank te knijpen. Dit is ook uitdrukkelijk in de commissie aan de orde gesteld en er is aangegeven dat dit is doorgerekend. Op de inspraakbijeenkomsten zijn, geloof ik, 35 modellen getoond van wat er in de binnenstad allemaal zou kunnen. Het verkeer verplaatst zich dan extra naar die singelring, zeker naar de westkant, die dat volstrekt niet aankan. En dan denken wij dat die westkant volledig vastloopt en dan is de bereikbaarheid nul komma nulJe kunt dan nog wel bij de binnenstad komen, maar dan sta je met zijn allen in de file. En dat is naar de mening van het college en volgens de berekeningen een grotere aantasting voor het leefklimaat en de beleving dan wat wij hier voorstellen. Dit betekent dus dat het ijkmoment heel essentieel is. Wij zullen dan natuurlijk rekening moeten houden met nieuwe ontwikkelingen en de effecten van de maatregelen die wij hebben genomen. Maar ook dan zijn er eventueel alternatieve mogelijkheden, die misschien nu al op tafel liggen. Ik verwijs daarbij naar de amendementen van GroenLinks die in hun samenhang een andere visie geven op de inrichting van de westflank. Ik denk dat wij op dat moment ongeveer toe zijn aan de feitelijke besluitvorming en de kredietvoteringen voor die westflank. Wij beginnen namelijk aan de oostflank, waar de ingrepen wat dat betreft redelijk eensluidend zijn. Wij kunnen een dergelijk alternatief dan ook nadrukkelijk meenemen in de berekeningen om te bezien of het haalbaar is en of de effecten buiten die binnenstad niet erger zijn dan het oplossen van de ziekte in de binnenstad, om het zo maar eens te zeggen. Dus in die zin denk ik dat ik kan toezeggen dat het idee van twee lussen aan de westkant van de binnenstad, want dat is eigenlijk de essentie die GroenLinks aangeeft, nadrukkelijk in beeld kan zijn als alternatief en om door te rekenen wat de mogelijkheden en de onmogelijkheden hiervan zijn. Ik denk dat dit op zich goed is. Bovendien kunnen andere alternatieven dan ook weer worden doorgerekend. Het is een richtinggevend besluit op basis van de huidige gegevens. De belangrijkste essentie is om het doorgaand verkeer uit de binnenstad te halen, ervoor te zorgen dat de parkeergarages goed bereikbaar zijn, dat er geen zoekend verkeer is, dat op de tangenten rond de binnenstad en misschien zelfs op de rijkswegen de parkeerverwijzing al zodanig is dat iedereen weet waar hij naar toe moet. Kortom, een goede verwijzing is volgens ons het halve werk. Wij gaan hiermee dus halverwege dit jaar beginnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 437