27 JUNI 1996 440 De VOORZITTER U hebt het woord niet, mevrouw Croft. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Een punt van orde De VOORZITTER U hebt geen punt van orde. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik heb wel een punt van orde, voorzitter. Ik heb een cadeautje voor u meegebracht. De VOORZITTER Wilt u dat bewaren tot na de vergadering? Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Maar u hebt het vanavond nodig. De heer AD ANK Mevrouw Croft, u had dit beter tijdens het etentje kunnen doen in plaats van ons ermee lastig te vallen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Zullen wij u de volgende keer uitnodigen, mijnheer Adank? De VOORZITTER Ik wil doorgaan met de tweede termijn van agendapunt 147. Het woord is aan de fracties. TWEEDE TERMIJN De heer SINKE Wij zullen de draad maar weer oppakken, waar die gisteravond is blijven liggen. Een paar opmerkingen, dan wel vragen met betrekking tot het VCP. Ik wil de wethouder bedanken met de toezegging dat de raad het VCP voor de hele stad in het voorjaar van 1997 tegemoet kan zien. Wij zitten dan zelf misschien niet meer in de raad, maar de dan zittende raad kan dat tegemoet zien. Met betrekking tot mijn vraag inzake de regelmatige evaluatie heb ik niet helemaal precies begrepen wat u heeft gezegd. Ik heb genoteerd dat er bij elk besluit een monitoring komt en dat er een ijkmoment wordt ingelast na zo'n vier a vijfjaar. Ik zit mij even af te vragen of dat inderdaad het antwoord is op mijn verzoek om een regelmatige evaluatie. Maar dat hoor ik dan straks graag in tweede instantie van u. Met betrekking tot de westflank hebben wij gezegd dat wij op dit moment kiezen voor de oplossingen van het VCP, bij gebrek aan goede alternatieven. Ik hecht eraan om hieraan nadrukkelijk toe te voegen dat, als die goede alternatieven de komende tijd worden aangereikt, deze voor ons bespreekbaar zijn. Maar bij gebrek hieraan op dit moment is het VCP voor ons het uitgangspunt. Mijn laatste opmerking is eigenlijk een verzoek of u toch nog wat meer wilt ingaan op de amendementen die zijn ingediend. Van één amendement van GroenLinks met betrekking tot de Tolbruggarage heb ik begrepen dat u daarvan hebt gezegd, dat het op het ijkmoment als alternatief in beeld zal zijn. Met betrekking tot de andere amendementen heb ik geen antwoord van u gehoord. Wellicht kunt u dat nog geven. De heer MARÉE Ik kan heel kort zijn. Ook bij ons is er nog behoefte aan een uitgebreide reactie van het college met betrekking tot de ingediende amendementen. Verder hebben wij het antwoord gehad dat wij graag zouden willen. Dus voor ons is er niet meer zo veel te vragen. Hoogstens heeft de wethouder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 440