27 JUNI 1996 459 TWEEDE TERMIJN De heer DUBBELMAN De tweede termijn geeft mij aanleiding om te zeggen: stelt u zich voor dat ik een advocaat nodig zou hebben en ik zou uit de raad moeten kiezen, dan zou ik kiezen voor de heer Schroder. Want die heeft in ieder geval wel de huidige tekst van de wet. Dat wilde ik alleen maar opmerken. De heer VERPAALEN Vindt u dat ter zake doende, mijnheer? Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik wil graag een hoofdelijke stemming aanvragen voor dit punt. De VOORZITTER Neen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wat zegt u, voorzitter? Ik kan u niet verstaan door het geroezemoes. De VOORZITTER Ik zei: neen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Kunt u dan aangeven op grond van welk artikel u dat weigert? De VOORZITTER Ik zal nog eens even de brief aanhalen, waarin mijn secretaresse heeft meegedeeld dat u van plan bent deze avond te frustreren. Ik geef u daar niet de kans voor. Dat is de reden waarom ik niet op uw verzoek inga. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik vraag om hoofdelijke stemming. De VOORZITTER En u gaat hiermee maar naar de rechter. Dan zal ik daar die brief overhandigen. Ik zal mijn secretaresse onder ede laten verklaren wat u heeft gezegd. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dat is prima. Ik zal dan ook onder ede verklaren dat ik dat niet heb gezegd. Maar ik vraag hoofdelijke stemming aan. De VOORZITTER Het woord is aan Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik wil op dit moment hoofdelijke stemming. De heer VAN FESSEM Voorzitter, ik denk dat u wel 30 getuigen zult kunnen oproepen. De VOORZITTER Dat kan ik zeker. Ik ga nu over tot besluitvorming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 459