1 FEBRUARI 1996 45 cijfers komt, maar dat je ook ingaat op de verschilpunten. Dat is weerleggen. Maar niet gewoon komen met een voorstel en zeggen: dit is het. En het is ook triest om te moeten constateren dat nu al kan worden vastgesteld dat dit het niet is, maar dat er weer een andere variant is. Voorts blijft ook onze vraag van de eerste termijn overeind: kan het college nu zeggen tot welke bedragen de gevraagde inspanning gaat, dus die de corporaties nu moeten leveren? En hoe verhouden die zich tot de reservevermogenspositie van de corporaties op termijn? Deze vragen zijn zo essentieel dat zij onderdeel zouden kunnen zijn van het voorstel. Dat noemen wij dus weerleggen en getuigen van voldragenheid. Wij hebben al eerder gezegd dat de VVD-fractie niet van plan is aan te geven wat je aan de onderhandelingstafel zou moeten voorstellen. Wij hadden de gedachte dat de wethouder daarbij waarschijnlijk wel wat ondersteuning nodig heeft en dat is ook wel gebleken, want hij wordt werkelijk onder de armen genomen en hem wordt gezegd: die kant moet je op en ook niets anders. Ik heb er niets van teruggehoord. Overigens kan ik me ook wel voorstellen dat D66 de volgende vraag stelt: wethouder, dit was toch precies hetzelfde als wat u in de commissie hebt gezegd? Maar als dat zo was, dan zou ik dat toch ook hebben moeten terugvinden in het voorstel. Echter, daarvan is geen sprake. Dus wat heb je dan aan zo'n voorstel. Daarin staan punten genoemd, de kaders liggen vast, maar wat er mondeling in de commissie is toegezegd, dat is het dan. En dat is nu hetzelfde. Als dat hetzelfde is, dan is het toch niet nodig om met een amende ment te komen? En dan is het al helemaal niet nodig dat D66 dat straks gaat ondertekenen, want het antwoord kan ik u nu al geven, het is precies hetzelfde als wat ik in de commissie heb gezegd. Als dat zo is, dan is het amendement totaal overbodig voor D66. Want je gaat toch niet zoveel wantrouwen in je eigen wethouder uitspreken, dat je dat wat is gezegd gaat vastleggen in een amendement? De heer MARÉE Bij interruptie, mag ik mevrouw Van Beusekom vragen of zij op dit moment voor de VVD praat, of praat zij voor D66? Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik spreek natuurlijk voor de VVD, maar aangezien wij toch jaren aan elkaar zijn gekluisterd is het niet zo dat mij volledig zal ontgaan wat de andere partner knelt. En zoveel compassie hebben wij ook nog wel dat, als dingen onduidelijk dreigen te worden, wij daarin wat helderheid willen scheppen. Dat is onze taak. Misschien is dat een beetje een bestuurderstaak. Maar wij blijven dat houden, ook als wij tijdelijk in de oppositie zijn. Er worden nu bedragen genoemd en ik kan ook tellen. Maar ik vind het eigenlijk onzin dat je, voor zaken die niet vastliggen, nu komt met bedragen en aantallen van woningen. Misschien kan de gemeenschap er veel goedkoper vanaf komen en misschien ook niet, maar je pint je weer vast zonder onderliggende zaken. Wij vinden dat jammer. Wij hopen dat de antwoorden wat duidelijkheid kunnen geven. De heer CRUL In de eerste instantie heb ik gezegd dat het voor ons als fractie, als commissie en ook vanavond als raad een moeilijk proces is geweest. Voor een deel is dat het gevolg van de aanpak. Met alles wat vanavond is ingebracht, weten we eigenlijk nog niet goed waar we aan toe zijn. En dat zal moeten worden veranderd. In de eindsituatie, voor de besluitvorming, moeten we bij de zaak worden betrokken en moeten we weten wat er wel en niet wordt gebouwd en welke financiering daaronder ligt. Wij vinden het jammer, terwijl er toch bijna voor 100% gemeenschapsgeld aan de orde is, dat dat welles-nietesspel in de laatste voorfase niet tot een goed einde is gebracht. Wij denken nog steeds dat zowel bij de woningbouw verenigingen als bij de raad de behoefte bestaat om van die wachtlijst af te raken en dus van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 45