27 JUNI 1996 463 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik begrijp wel een beetje wat de wethouder wil zeggen. Er komt eigenlijk weinig uit de onderhandelingen, om het zo maar te zeggen. Er wordt wel gepraat, maar er komen geen bijzondere wetenswaardigheden uit. Toen beide punten de vorige keer in de raad aan de orde waren, hebben wij voor beide punten een hoofdelijke stemming aangevraagd. Het ligt in onze lijn om dat ook nu te doen, omdat het een aanvulling is op een eerder punt, waarbij wij ook hoofdelijke stemming hebben aangevraagd. Dit is geen obstructie, maar puur datgene wat wij al eerder hebben gedaan. U kunt het nazoeken in de notulen. De VOORZITTER Ik heb niet de indruk dat dit een echt principieel punt is, dus ik wil de besluitvorming maar gewoon afronden. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Kunt u mij dan aangeven op welke grond u mij de hoofdelijke stemming wilt ontnemen? Ik wil dit graag horen voor de notulen, en anders kunt u misschien gewoon zeggen: waarvan akte, of zoiets dergelijks. Dan kan ik daarmee verder, maar als u steeds zegt: ik praat niet verder, of ik ontneem u het woord, dan vind ik dat wat wars van alles. Er is een wet. U zegt die wet te kennen. U zegt die wet te handhaven, maar dan moet u mij ook zeggen op grond waarvan u mij die hoofdelijke stemming onthoudt. Die hoofdelijke stemming is er al eerder geweest, toen dit punt aan de orde kwam bij het NAC-verhaal. Wij zijn vanavond niet helemaal compleet en ik vind het wel belangrijk dat de namen erbij komen van diegenen, die nog steeds vinden dat deze heren, in mijn ogen terecht, onteigend moeten worden. De VOORZITTER Ik zal ervoor zorgen dat de namen in het verslag komen. Wie is voor dit voorstel en wie is tegen dit voorstel? De Parel van het Zuiden is tegen en de heer Heeren is tegen. Akkoord, met de aantekening dat de heer Adank, de dames Van Bergen-Nijeholt, Van Beusekom- Nix, Boidin-van Hoeve, de heren Bokkelkamp, de Bruijn, Crul, Van Dongen, Dubbelman, Van Fessem, Figlarek, Gielen, Van Gurp, de dames Heerkens, Heessels, Kokx, de heren Kruithof, de Leeuw, Maas, Marée, Meeuwissen, mevrouw NicoliC, de heren Ong, Van Os, Peeters, Van Raak, Scheltens, Schroder, Sinke, Van de Steenoven en Taks geacht wensen te worden voor het voorstel te hebben gestemd en dat de heer Boer, mevrouw Croft-Mittelmeijer, de heren Heeren, Leunisse en Verpaal en geacht wensen te worden tegen het voorstel te hebben gestemd. 155. FINANCIEEL OVERZICHT CHASSÉ THEATER - BOUW EN EXPLOITATIE. De heer DUBBELMAN Kortheidshalve wil ik mij uitsluitend richten op en aansluiting zoeken bij de gevraagde besluitvor ming, waar de punten 1, 2 en 3 staan vermeld. Dus na het preadvies. Wat betreft de eerste punten a. en b. gaat het erom dat wij nu het doek kunnen laten vallen. Het gaat om de afwikkeling van het bouwkrediet en natuurlijk waren wij niet blij toen wij een poosje geleden 4,8 miljoen extra moesten ramen. Maar laten wij geen oude koeien uit de sloot halen. Wij moeten in ieder geval met plezier constateren dat het daarbij ook is gebleven. Die 5 miljoen is natuurlijk heel veel, te veel. Aan de andere kant is het minder dan 10% van de totale aanneem- of bouwsom. Als wij dat vergelijken met vergelijkbare projecten in Eindhoven, Leeuwarden en de Amsterdamse Stopera, dan hebben wij eigenlijk buitengewoon goed gescoord. Ik wil die relativerende opmerking hierover toch wel maken. De tweede opmerking betreft wat daarnaast staat: het financieel overzicht 1995 van Chassé Theater N.V., waar wij worden geconfronteerd met een meevaller van 880.000,--. Er was namelijk verwacht 80.000,—. Er was 800.000,— tekorten er zou 80.000,— overschot zijn. Als je dit leest, dan zou je de vlag willen uithangen. Toch moet ik u zeggen dat onze fractie dat moment nog te vroeg acht. Bloemen worden aan de meet uitgereikt, en in feite is 1997 het echte jaar waarin wij een definitief oordeel kunnen vellen. Wel is het in dit verband in onze fractie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 463