27 JUNI 1996 464 toch wat vervelend gevallen dat die prognoses een beetje lijken op een jojo. Wat dat betreft willen wij het college vragen om te bevorderen dat het financieel inzicht in de materie wordt bevorderd. Want dat is van levensbelang. Wij willen erop wijzen dat volgens de wettelijke verplichting met name de directie ervoor moet staan om toch te allen tijdeeen getrouw inzicht in de vermogenspositie te geven. Dat is zelfs geregeld in het Burgerlijk Wetboek, ongeacht de versie, want dat is al jarenlang zo geregeld. De fijnproever kan dit vinden in artikel 10 van boek 2, waarin een aparte wet op de jaarrekening is uitgewerkt. Wij zouden graag willen bevorderen, en die betrokkenheid hebben wij als gemeente natuurlijk in onze positie als lid van de AVA en enig aandeelhouder, dat de directie zo spoedig mogelijk regelmatig een getrouw overzicht verschaft. In dat verband, en dat is dan een afsluitende opmerking, vinden wij het op dit moment nog te vroeg om te praten over het vormen van een weerstandsvermogen. Het is natuurlijk bij onze fractie wel bekend dat een gezonde eigen vermogenspositie voor een N.V. of een B.V. zuurstof is voor alles wat leeft. Die eigen vermogenspositie van het Chassé Theater is op dit moment natuurlijk erg ongezond, maar juist omdat wij nog onvoldoende inzicht hebben in een goed overzicht van de financiën, zouden wij het nu te vroeg vinden om een weerstandsvermogen ter beschikking te stellen. Maar wij willen daarbij nadrukkelijk de kanttekening plaatsen, dat het vormen van een goed weer standsvermogen, lees eigen vermogen, op zich een zaak is die wij toejuichen en waarop wij zeker nog willen terugkomen, maar niet op dit moment en onder de huidige omstandigheden. De heer VAN GURP Ook van onze kant de opmerking, dat wij tevreden zijn met het behalen van het streven om binnen de 4,8 miljoen te blijven. Zoals de heer Dubbelman ook al zei, blijft het natuurlijk veel geld. Maar in de juiste perspectieven bezien, en in verhouding tot het totale bedrag, alsmede tegen het 1 icht van de gecompliceerdheid van het gebouw, denken wij dat het een aanvaardbare en acceptabele overschrijding is. Voor wat betreft de exploitatie maken ook wij ons grote zorgen. De heer Dubbelman omschreef het als een soort jojo-effect. Met hem denk ik inderdaad dat het heel hard nodig is om grip te krijgen op deze zaak en zo snel mogelijk inzicht te krijgen in de werkelijke financiële gang van zaken. Ook mijn derde punt sluit aan bij wat mijn voorganger heeft gezegd. Het betreft het weerstandsvermogen. Ik denk dat het duidelijk is dat geen enkel bedrijf, of het nu klein is of groot, goed kan functioneren zonder een gezonde liquiditeitspositie. Daarvoor is een weerstandsvermogen meer dan noodzakelijk. Wanneer het moment precies is aangebroken om daarover na te denken, durf ik niet goed in te schatten. Wat mij betreft, kunnen wij op korte termijn met elkaar nadenken over hoe en tot welke hoogte wij daarop eventueel zouden moeten inspelen. De heer BOKKELKAMP Ook vanuit de VVD-fractie zijn er wat gemengde gevoelens met betrekking tot de totale exploitatie en het hele verhaal, zoals dat hier ligt. Er zitten veel positieve elementen in de verhalen die je hoort, in de persberichten die je krijgt en in de zaken die het theater betreffen. Het probleem is, dat men de kostenkant nog niet echt in beeld heeft. Hoe moeilijk het is om die geheel juist in beeld te krijgen en dus ook een juiste vermogenspositie te verkrijgen, waarbij je dan op een gegeven moment inderdaad naar een stuk weerstandsvermogen moet, blijkt wel uit het feit dat ook de externe accountant nog niet in staat is geweest om alles te ontrafelen. Er ligt nog heel veel open en er moeten nog veel analyses worden gemaakt. Wij hopen van ganser harte dat het de tendens is, zoals het in 1995 is gegaan, want dan gaan wij de goede kant op. Er is wat positiever afgesloten dan de eerste negatieve berichten ons deden geloven. Maar alles valt en staat met de analyses die eraan moeten komen. Overigens ben ik van mening, en dat is de fractie met mijdat niet alles verwijtbaar is aan die slechte administratie van het theater. Men heeft voor een zeer moeilijk jaar gestaan, men had al achterstanden, men heeft op een gegeven moment twee soorten exploitaties moeten opzetten en men heeft een bedrijfsplan moeten maken. Ga daar maar eens aan staan met een kleine bezetting. Er is wel externe hulp geweest, maar slechts in geringe mate. Dus wat dat betreft moeten wij nog wat voorzichtig zijn. Ik denk wel dat de zaak goed gaat lopen. Als wij kijken naar de toeschouwersaantallen, dan geven die een positief effect op het totaal. Ik hoop dat wij dat ook in de toekomst blijven houden. De toeschouwersaantallen gaan ver uit boven welke prognose dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 464