27 JUNI 1996
478
in de Eerste Kamer in ongewijzigde vorm doorheen zal komen, stel je jezelf toch de vraag in
hoeverre je in de overlegstructuur, die gaande is tussen de randgemeenten en Breda, dat zou moeten
meenemen. Je zou een soort bijlage aan het plan kunnen toevoegen, waarin hierover het een en
ander wordt gezegd. Ik heb al eerder geprobeerd om dit aan te reiken. Het is op zich natuurlijk
aardig om zo'n plan weg te leggen, maar wij kunnen ons niet vinden in de procedurele gang van
zaken hierbij. Ik zou graag een hoofdelijke stemming op dit punt aanvragen.
De VOORZITTER
Ik ga daar dus niet op in. Het woord is aan de wethouder.
Wethouder GIELEN
Mevrouw Croft had het over wetskennis. Artikel 53, lid 2 van de Wet op het Basisonderwijs zegt
dat het plan drie achtereenvolgende schooljaren moet bestrijken, volgend op het jaar van
vaststelling.
De VOORZITTER
Tweede termijn?
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Die heb ik al gehad, voorzitter. Maar ik wil graag een hoofdelijke stemming aanvragen.
De VOORZITTER
Daarop ga ik dus niet in.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Kunt u aangeven waarom u mij geen hoofdelijke stemming
Akkoordmet de aantekening dat mevrouw Croft geacht wenst te worden te hebben tegengestemd
159. HUISVESTING BREDA'S MUSEUM/ARCHEOLOGIE EN GEMEENTEARCHIEF.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Het onderwerp is langzamerhand ook wat historisch geworden, want wij praten al heel lang over
de historische clustering. De historische clustering is reeds opgenomen in diverse programakkoorden
en wij zijn dan ook blij dat wij vanavond een voorstel hebben in die richting. Alles onder één dak,
in een zeer markant gebouw, zodat wij ons cultuurhistorisch erfgoed goed kunnen presenteren
en hierdoor volop publieke belangstelling voor deze sector krijgen. Dat is ook nodig, want de tijden
dat wij jaarlijks ongeveer 20.0000 bezoekers naar het museum trokken liggen al enkele jaren achter
ons. Ook in die zin zal er een inspanningsverplichting vanuit het museum worden gevraagd. De
Archiefdienst kampt met ruimtegebrek, met name na de herindeling. In model A krijgt ook de
Archiefdienst onderdak in de kazerne. In ruimtelijke zin heeft het museum wat water bij de wijn
moeten doen, maar als je de tekeningen goed bekijkt, dan denk ik dat wij met deze ruimte voor
het museum aardig uit de voeten kunnen. De afgelopen periode zijn wij bedolven onder de financiële
berekeningen, tekeningen, vragen, antwoorden, onderzoeksrapporten, stedebouwkundige visies,
die gelukkig aansluiten bij de visie en plannen van Koolhaas, met name aan de zijde van de
Keizerstraat. Drie zaken blijven voor de CDA-fractie eigenlijk nog over. In de eerste plaats de
exploitatie. Ten behoeve van de exploitatie werd het budget voor het Breda's Museum in 1995
verhoogd met 200.000,—. Nu zien wij ook ten behoeve van de toekomstige exploitatie nog eens
een verhoging van ruim 200.000,-. Al met al is dat een forse verhoging en wij vragen dan ook
een helder en duidelijk inzicht in deze bedragen. Een ander punt, en ook dat vinden wij jammer,
heeft betrekking op de deprivatisering. De voorzitter van de commissie heeft gezegd dat het licht
op groen staat en op 1 januari 1997 zal dat een feit zijn. Wij vinden het buitengewoon jammer
dat dit niet eerder heeft plaatsgevonden. Wij wijzen in die richting ook naar het bestuur van het
museum. Wat op 1 januari 1997 kan, had ook nu gekund, denken wij. Wij gaan clusteren en dat