27 JUNI 1996 482 gelegenheid zou zijn om de fracties te raadplegen. Ik ben er niet gelukkig mee dat wij dit zo doen. Het is ook ongebruikelijk in onze commissie dat wij zo kort voor de raad zitten, maar dat wisten wij van tevoren. Ik ben het vanzelfsprekend niet eens met de heer Maas, als hij zegt dat de omvang van het gebouw richtinggevend is geweest voor de grootte van het museum. Ik denk dat dit sowieso een verkeerde insteek is, omdat wij hier spreken over een totaalproject en niet alleen over het museum. Het gaat om een historische clustering. Een historische clustering, mevrouw Croft, is het belangrijkste argument geweest om te kiezen voor variant A. Het betreft inderdaad een nieuw plan. Ik ben blij dat mevrouw Heessels dat ook ziet. Het punt van de inhoudelijke vormgeving van die clustering heb ik al aangeroerd. Ook zal er zeer serieus worden gekeken naar de mogelijkheden van externe financiering. Er zijn wat subsidiestromen mogelijk. Maar ook sponsoring, in die zin dat wij wellicht het bedrijfsleven in het totale project zullen betrekken, behoort tot de mogelijkheden. Voor mevrouw Croft heeft clustering alleen maar voordeel als het goedkoper kan. Ik denk dat, als dit als uitgangspunt moet worden geformuleerd, dit een hele verkeerde insteek is voor het cultuurbeleid. Cultuurbeleid kost geld en dat mag ook geld kosten. In deze zin doet zich het unieke moment voor dat wij die cultuurhistorischeclustering kunnen gaan bewerkstelligen op een unieke plaats. Wij gaan natuurlijk niet voor 1,5 miljoen nieuwe plannen samenstellen. Zoals u weet, mevrouw Croft, is het gebruikelijk dat in dit soort grootschalige projecten 10% van het geraamde bouwkrediet wordt gevoteerd als voorbereidingskrediet. Wij gaan zeker geen huiswerk overdoen. De commissie zal, dat heb ik ook gemeld, nog in augustus de projectdefinitie van het verdere traject voorgelegd krijgen. Maar ook dat zal moeten worden betaald en dat zullen wij doen uit die 1,5 miljoen. Ik wil graag contact opnemen met Delft, maar ik weet niet of zij daar naar mij zullen luisteren. Waarschijnlijk word ik doorverwezen naar Leiden, maar ik acht dat op dit moment Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik wist dat het ergens in het noorden was, maar ik kon niet op de naam van de plaats komen Wethouder GIELEN Ik denk niet dat het op dit moment zin heeft. Contact met de directeur van het museum heeft in ieder geval opgeleverd, dat ik daaraan niet moet beginnen. Er komt vanzelfsprekend een definitief ontwerp. Zojuist heeft collega Van Os gezegd dat wij veel hebben geleerd van het Bakkenist rapport. Bij dit soort grootschalige projecten werken wij altijd met een definitief ontwerp. Als u naar uw fractiegenoten had geluisterd, had u gehoord dat dit uitvoerig aan de orde is geweest in de raadscommissie van afgelopen dinsdag. TWEEDE TERMIJN De heer MAAS Nog even kort over de procedure. Het is inderdaad zo, dat in een eerder stadium was aangekondigd dat het onderwerp dinsdagavond zou worden behandeld. Toen was alleen nog niet bekend dat er op woensdagavond ook een raadsvergadering zou worden gehouden. Het is een wat ongelukkige samenloop van omstandigheden en ik begrijp van de wethouder dat hij eigenlijk ook betreurt dat het zo is gelopen. Laten wij hopen dat het nooit meer voorkomt. Inhoudelijk nog even een korte stemverklaring. Ik denk dat uit mijn eerste termijn kan worden afgeleid dat wij toch van mening zijn dat het voorstel, om het project volgens model A te realiseren, niet de steun heeft van onze fractie. Dus wij gaan wel akkoord met lid 2 en 3 van het voorstel, zodat in ieder geval de planvoorbereiding verder kan worden ontwikkeld. Over de precieze omvang van het museum willen wij graag nader spreken als het bedrijfsplan en de externe toets, zoals de wethouder in de commissie heeft toegezegd, er zijn. Wij worden dus geacht om tegen lid 1 van het voorstel te stemmen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik wil de wethouder bedanken voor de uitgebreide beantwoording. Ik constateer toch een aantal discrepanties in het verhaal. U spreekt over 10% voorbereidingskrediet. Als u in het voorstel zelf op pagina 4 leest waarvoor het voorbereidingskrediet uiteindelijk zal worden gebruikt, dan is dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 482