27 JUNI 1996 488 De VOORZITTER heropent de vergadering. 162. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR DE LOCATIE VAN SONSBEECKPARK- BALFORTSTRAAT E.O. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik hoop dat het niet als obstructie wordt gezien, maar GroenLinks heeft zich voor dit punt ook aangemeld. Het heeft dus niets te maken met obstructie. Ik wil inhoudelijk over dit onderwerp spreken, omdat het voor ons een belangrijk punt is. Wij zijn bij de laatste inspraakavond over het Van Sonsbeeckpark geweest. Hierbij werd het bouwplan behandeld, zoals het op dat moment voorlag. Ik heb moeten constateren dat er op die avond meer kopers dan klagers waren. Blijkbaar zijn er veel enthousiaste mensen, die er toch wel iets in zien om daar in de toekomst een woning te kopen. Toch heb ik ook kritiek gehoord van de omwonenden van de locatie. Zij vroegen zich af wat er allemaal moest gaan wijken en zij vreesden met name voor de bomen. Wij hebben hierover ook schriftelijke vragen gesteld, vooral omdat, toen het bouwplan werd ingediend, bekend zou moeten zijn welke bomen er zouden moeten wijken. Op deze vragen hebben wij nog steeds geen afdoende antwoord ontvangen. Een ander punt is dat je je kunt afvragen in hoeverre hier sprake is van urgentie om hierop een artikel 50-procedure los te laten. Ik weet dat dit al is gebeurd, want het college is hiertoe bevoegd, aangezien er helemaal geen bestemmingsplan onder lag. Het voorbereidingsbesluit, zoals dat hier wordt voorgesteld, dient uitsluitend om die artikel 50-procedure van de Woningwet te kunnen voeren. Ik heb er moeite mee om op die gronden een voorbereidings besluit te nemen. Ik wil dan ook aan de wethouder vragen hoe hij dat procedureel wil gaan rijmen. Wij hebben dus de artikel 50-procedure die voor het bouwplan gaat lopen. Dit is nu ter visie gelegd en, als ik het goed heb begrepen, ligt dit nog een weekje ter visie en dan zal het naar het college gaan. Daarnaast wordt er ook een bestemmingsplan in procedure gebracht. In hoeverre verhoudt het bestemmingsplan zich nog tot het bouwplan? Het zou namelijk zó kunnen zijn dat, als het bestemmingsplan straks in de raad komt, wij een aantal wijzigingen aan het bestemmingsplan willen aanbrengen. Dat zou het geval kunnen zijn ten aanzien van de bomen. Maar dit zou dan niet meer mogelijk zijn. Dus in hoeverre loopt dat nog gelijk met elkaar op? Ik geloof dat ik hiermee ook zo'n beetje de vragen van GroenLinks uit de commissie heb meegenomen, tenzij de heer Crul dit nu ineens ontkent, maar daarop komt het kort en krachtig neer. Misschien kan de wethouder in eerste termijn hierover iets vertellen. De heer CRUL Een stemverklaring. Wij zijn tegen dit voorstel. Voor onze argumenten verwijs ik naar de vele voorafgaande vergaderingen. Wethouder DE BRUIJN Het standpunt van de heer Crul is mij helder. Mevrouw Croft heeft het over het bouwplan en de bomen. Op het moment dat het bouwplan er ligt, is ook bekend wat er met de bomen gaat gebeuren. Dat heb ik tijdens de commissievergadering ook toegezegd aan mevrouw Van Beusekom. Het voorbereidingsbesluit is er inderdaad op gericht om die artikel 50-procedure mogelijk te maken. Dat betekent dat het bestemmingsplan, zoals dit ook al in de buurt is besproken, niet expliciet aan geeft waar welke bomen moeten staan. Het is een woonplek met groen. Dus wat dat betreft zal het bouwplan, zoals dat voorligt, exact passen in het ontwerp-bestemmingsplan. TWEEDE TERMIJN Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik ben blij met uw beantwoording. Destijds hebben wij op het Ignatiusterrein die markante bomengroep bewaard. Ik geloof dat daarover zelfs in het bestemmingsplan het een en ander is beschreven. Dat mis ik nu in de beschrijving van het aankomende bestemmingsplan in de paragraaf die over deze locatie is geschreven. Ik kan mij voorstellen datje dit misschien niet op de plankaart doet, maarjezou er bijvoorbeeld een bomenkaart kunnen bijvoegen. Dat is bij dit bestemmingsplan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 488