1 FEBRUARI 1996 48 zijn. Maar om die ruimte voor de bouw toch te houden, in ieder geval de garantie dat die 300 woningen kunnen worden gebouwd, willen wij dat fonds graag laten staan. Mevrouw Croft wil nog ingaan op de amendementen en moties. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Over de motie van wantrouwen, die wij in de richting van wethouder De Bruijn hebben ingediend en waarvan u, voorzitter, zei dat wij die eigenlijk aan het hele college hadden moeten richten, het volgende. Wij krijgen sterk het vermoeden dat er binnen het college een weinig collegiale situatie bestaat. Dat ligt niet aan u, voorzitter, want u bent daar te nieuw bijgekomen. Het is een situatie die in het verleden is ontstaan. Ik denk dat wethouder De Bruijn niet aan het college heeft teruggemeld dat er door de commissie geen unaniem positief advies is uitgebracht. Bijna elke fractie, op zijn eigen fractie na, heeft het mee teruggenomen. En dat had een signaal moeten zijn voor het college om ofwel een ander voorstel te maken ofwel het voorstel mee terug te nemen. Dat is niet gebeurd. Dat betekent dat of het college in zijn geheel heel laks is en denkt: ach, die raad draait straks wel om. Of de wethouder heeft het gebagatelliseerd en dat zou ik nog kwalijker vinden. Wij zijn van mening dat, sinds deze wethouder volkshuisvesting doet, volkshuisvesting eigenlijk in Breda niet meer bestaat en wij vinden het dan ook terecht dat hij een motie van wantrouwen aan zijn been krijgt. Ik kan me voorstellen dat u als verse voorzitter zegt dat het college de motie ontraadt. Het zou jammer zijn als u over een maand weer een nieuwe wethouder zou moeten leren kennen en weer de hei opmoet. Wij hebben daarvoor begrip, maar dat neemt niet weg dat wij vinden dat deze wethouder niet functioneert, maar daar komt u in uw carrière met dit college vanzelf wel een keer achter. Wat het amendement van de PvdA betreft, en de heer Crul heeft dat al terecht opgemerkt, vinden wij dat dat eigenlijk een beetje een publieksgeil verhaal is. 45 woningen erbij en wij hebben het zogenaamd gered in de stad. En dankzij de PvdA zal er zowaar nog een keer sociale woningbouw komen. Maar wij hebben deze hele periode niet gemerkt dat de PvdA ook maar iets heeft gedaan om sociale woningbouw op een degelijke manier bereikbaar te maken. Wij zullen derhalve het amendement van de PvdA, het CDA en de fractie-Kokx niet ondersteunen. Wethouder DE BRUIJN Wat de evaluaties betreft, mijnheer Sinke, denk ik dat we daar goed met elkaar bovenop moeten zitten, samen met de corporaties. De interpretatie die wij als college eraan geven blijkt inderdaad juist te zijn. Ik denk dat het standpunt van het college derhalve overeind blijft en dat we daarmee geen problemen hebben. Mevrouw Heessels zegt: het gaat verder dan de toezegging in de commissie. De toezegging die zij aanhaalt is om de zaak over een halfjaar te bekijken. Die moet tegen de achtergrond worden gezien van de opmerking die in de commis sie is gemaakt dat we in ieder geval gaan voor die 300 woningen tot een huurprijs van 710,--. Ook dat punt is nog in de commissie aan de orde geweest en wellicht is dat tussen de wal en het schip gevallen. Mijnheer Marée, in december is er een uitgebreide discussie geweest met de corporaties, waarbij door de toen aanwezige corporaties, zij waren niet allemaal aanwezig, is gezegd: laten we het dan maar proberen. Vervolgens heeft dat tot nadere discussies, berekeningen en dergelijke geleid. De brief, die naar aanleiding van de discussie op 12 januari door een van de directeuren namens de corporaties is geschreven, geeft aan dat men in een groot aantal hoofdlijnen wel brood zag, maar dat men ten aanzien van de compensatie uiteindelijk tot de conclusie kwam dat dat niet lukte. Is het zo dat een wethouder niet weet hoe de prijzen in elkaar zitten? Ik heb hier het laatste overzicht van de ingediende plannen van de woningbouwverenigingen en daarin zitten prijsverschillen in de stichtingskosten van meer dan 25.000,--. En, mijnheer Boer, dat heeft natuurlijk te maken met de verschillende locaties. Het probleem is dat wij bij de berekeningen in het voortraject

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 48