1 FEBRUARI 1996 50 Daarop komen we in de commissie, zoals toegezegd, nog terug. Echter, de vermogenspositie op langere termijn geeft op korte termijn nog geen mogelijkheden. Waar de corporaties op de langere termijn een verbetering in de vermogenspositie hebben in de A.B.R., zullen we na drukkelijk met hen praten om te kijken wat de mogelijkheden zijn om daaraan gezamenlijk iets te doen. Op dit moment moeten we, zeker voor de kortere termijn, constateren dat de vermogenspositie nog niet toelaat dat daaruit uitgebreid kan worden geput. Ook al lijkt een vermogenspositie van 40 tot 50 miljoen groot, zij is eigenlijk zeer beperkt gelet op de taakstelling in relatie tot het eigen bezit. De heer MARÉE Voorzitter, ik wil, geheel tegen uw verbod in, een interruptie plaatsen. De VOORZITTER Het gaat er niet om dat u niet mag interrumperen. Uw raad heeft zelf het Reglement van Orde vastgesteld, overigens is dit de eerste keer in mijn leven dat ik een Reglement van Orde aanhaal, en daarin staat onder artikel 22, lid 2: "Niemand mag in een spreektijd meer dan eenmaal het woord voeren. Het stellen van een korte vraag, waarop een beknopt antwoord kan worden gegeven, alsmede het plaatsen van een interruptie worden niet als spreektijd aangemerkt". Het gaat dus telkens om één. Gaat uw gang, dit is uw eerste keer. De heer MARÉE Dank u, ik zal proberen het kort te houden. Ik wil graag nog wat duidelijkheid over het antwoord van de wethouder op mijn vraag en ik denk dat de wethouder met een kort ja of neen kan antwoorden. Als ik de toezegging die door de wethouder in de commissie is gedaan als volgt stel: in het geval van te weinig compensatie zou het mogelijk kunnen zijn dat wij uiteindelijk zouden uitkomen op een toekenning van 155 compensatiewoningen. Anderzijds is het dan zo dat, mocht blijken dat 155 compensatiewoningen zoals voorgesteld in het amende ment teveel mochten blijken te zijn, het zou kunnen zijn dat er aan dat aantal zal worden getornd. Is mijn conclusie dienaangaande juist? Wethouder DE BRUUN De 155 compensatiewoningen zijn bedoeld om de 300 woningen tot een prijs van 710,- te realiseren. Is dat op die manier niet nodig, dan hoeven in principe niet al die 155 compensa tiewoningen te worden ingezet. Dat kunnen er wat minder zijn. De heer SCHRODER Bij interruptie. Neen, volgens mij kan dat niet. Op het moment dat de raad die 155 als aantal vaststelt, dan kan ik me niet voorstellen dat het college daaraan later nog kan tornen. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Natuurlijk wel, mijnheer Schroder, dat doet het college toch altijd, de raad heeft toch niets te vertellen in deze stad? Dat doet het college zelf wel. De heer SCHRODER In die zin is de vraagstelling van de heer Marée juist. Wij kunnen later niet meer tornen aan het door ons vastgestelde aantal van 155. De VOORZITTER De wethouder zet zijn beantwoording voort en ik wil u vragen om u nu echt even te beper ken. We gaan straks stemmen en dan zien we wel of u uw mening heeft bijgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 50