26 SEPTEMBER 1996 525 1de gemeente Breda thans het maximaal haalbare beleid hanteert ten aanzien van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen; 2. huurders van onzelfstandige woonruimte (doorgaans) geen zelfstandige aanslag krijgen voor gemeentelijke belastingen, terwijl de aan de verhuurder in rekening gebrachte belasting voor wat betreft het gebruikersgedeelte wel aan de desbetreffende huurders, via de huur of bijkomende kosten, in rekening wordt gebracht; 3. in de hier bedoelde gevallen om fiscaal-technische redenen geen kwijtschelding mogelijk is, ook al verkeert de betrokkene in de financiële positie dat hem/haar normaal kwijtschelding zou moeten worden verleend; is van mening dat: - bovenstaande het gevolg is van een onvolmaakte wettelijke regeling; - dit gevolg rechtsongelijkheid met zich brengt, althans ongelijke behandeling van gel ij ke/gel ij k- waardige gevallen; - die gevolgen onrechtvaardig en ongewenst zijn; - een ruimhartige toepassing van de bijzondere bijstand hier uitkomst kan bieden; besluit: het college van burgemeester en wethouders op te dragen om - aan huurders, aan wie de gemeentelijke belastingen via de huur of de bijkomende kosten worden doorberekend, en die voldoen aan de criteria van het kwijtscheldingsbeleid, het betaalde of te betalen deel van die gemeentelijke belastingen middels toekenning van bijzondere bijstand te vergoeden; - over de bekendmaking van deze regeling met de woningbouwcorporaties in overleg te treden, teneinde maximaal gebruik daarvan mogelijk te maken; - voor het overige ruime bekendheid aan dit besluit te geven; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer DE LEEUW Terecht is in de commissie uitgebreid aandacht aan dit onderwerp besteed. Ik wil het hier wat kort houden en de commissie niet overdoen. De ruimte die het Rijk ons verleent is een beperkte ruimte om een eigen beleid op te starten om armoede te bestrijden. Wij denken dat de ruimte die wordt geboden redelijk wordt opgepakt in deze nota. Het raadsvoorstel biedt in elk geval enige ruimte om een klein beetje bij te dragen aan de oplossing van het armoedeprobleem. Het lijkt allemaal een druppel op een gloeiende plaat, en misschien is dat ook wel zo, maar we erkennen het probleem en we doen er naar vermogen het een en ander aan. De keuzes die worden gemaakt kunnen de steun krijgen van onze fractie, maar wel zetten wij vraagtekens bij de BredaPas nieuwe stijl. Want bij de nieuwe opzet, zoals wij die gaan kennen, hebben wij toch enkele twijfels. Wij vragen ons af of daarmee het doel, dat is gesteld, zal worden bereikt. Onze voorkeur gaat uit naar een andere vorm. Onze gedachte daarover, we hebben die jaren terug hier al eens geformuleerd, is dat de vorm van een declaratiefonds ons beter zou uitkomen. Bij de college-onderhandelingen, die in of na december plaatsvinden, zullen wij dat onderdeel ook inbrengen. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX De algemene doelstelling van het voorstel kan de VVD-fractie zonder enige moeite onderschrijven. Wij zijn het ook met u eens dat het budget bijzondere bijstand in 1996 ruimer zal worden aangesproken dan voorheen, en dat als gevolg van de nieuwe algemene Bijstandswet. Het zal dan ook niet lang meer duren dat ook de minister ervan overtuigd raakt dat het budget onvoldoende is, dan wel de uitkering niet toereikend is voor mensen die jarenlang op de bijstand zijn aangewezen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 525