26 SEPTEMBER 1996
533
minst voldoende inzicht wordt gegeven in de problematiek en dat het college de bereidheid toont
om voor de problematiek, waarvan ik vaker vanachter de tafel heb gehoord dat die als zodanig
wordt erkend door het college, te zoeken naar een oplossing, dan kan de motie, wat mij betreft,
blijven hangen, dan wil ik haar vandaag nog niet laten afstemmen. Laat duidelijk zijn, het is
uiteraard een motie die een stuk problematiek schetst, maar die in het kader van het totale armoe
debeleid natuurlijk maar een klein onderwerp is. Echter, het zou dit college sieren dat er ook eens
oplossingsgericht wordt gedacht. Waar die dekking vandaan komt, creatief of hoe dan ook, dat
lijkt mij des colleges.
Wethouder VAN OS
Dat vind ik nou altijd zo makkelijk, mijnheer Schroder.
De heer SCHRODER
Neen, dat is niet zo makkelijk. Ik vind, laat ik daarover heel erg duidelijk zijn, dat het gewoon
op het bordje van de wethouder Financiën hoort, om reden dat het, strikt genomen, een uitvoering
van het kwijtscheldingsbeleid is, met dien verstande dat het binnen de rijksregeling het woord
kwijtschelding niet mag krijgen wanneer er geen afzonderlijke aanslag wordt opgelegd. Omdat
het puur een toepassing is van de financiële normen, en ook van de mogelijkheid die het rijksbeleid
biedt om gemeentelijke belastingen kwijtte schelden, past het perfect in die problematiek, en hoort
het ook in de portefeuille van de wethouder Financiën terecht te komen. Vervolgens is die
portefeuille mij te omvangrijk en te ingewikkeld om een uitspraak te doen over welk stukje je
daarvoor moet aansnijden.
Wethouder VAN OS
Dank u wel voor die complimenten.
De heer SCHRODER
Maar daarvoor heb ik ook nog Christ Crul.
Wethouder VAN OS
Die komt dan met een dekkingsvoorstel?
De heer VERPAALEN
Voorzitter, mijnheer Van Os heeft al drie keer geïnterrumpeerd.
De VOORZITTER
Dit is de tweede instantie. Dan mag liet.
De heer VERPAALEN
Niet drie keer bij dezelfde persoon.
De VOORZITTER
Oké, dat spreken we dus nu af, drie keer mag niet.
De heer SCHRODER
Ik had geen last van de wethouder Financiën, voorzitter. Twee punten nog. Allereerst in de richting
van mevrouw Van Beusekom over de BredaPas. Wat mevrouw Van Beusekom aangeeft is ongeveer
hetzelfde als wat zij in de commissie heeft aangegeven: schaf de BredaPas maar af en zorg ervoor
dat die besparing van 370.000,- naar de bijzondere bijstand vloeit. Maar tegelijk gaf zij in de
commissie aan dat dat de dekking zou moeten zijn voor de 400.000,— die eigenlijk in deze nota