26 SEPTEMBER 1996 537 het gaat er steeds meer op lijken dat de wethouder, of wethouders van de BredaPas, zo ga je ze bijna noemen, tot hun persoonlijk werk willen verheffen dat de pas toch nog minstens één periode in stand blijft. Dat kan. Ik zou het niet hebben gezegd, als u dit niet had gezegd. Maar u lokt het een beetje uit. De fierheid waarmee u erachter staat lijkt een persoonlijk werkje. Ik ben ervan over tuigd, en met mij de hele fractie, dat u het isolement van de minima niet echt aanpakt door de BredaPas nieuwe stijl. Wij zijn ervan overtuigd dat de mensen eerst uit de zorgen moeten zijn van vervanging van een wasmachine, versleten meubelen, enzovoort. Pas daarna ga je iets anders doen. Als wij zeggen: schaf de pas af, dan wil dat zeggen: verruim daarmee debijzonderebijstand. U heeft dadelijk nog legio maatregelen die onderzocht moeten worden. Wij denken dat daarvoor veel geld nodig is. Dat is wel gedeeltelijk geraamd, maar niet voor alles. Daar zit het geld. Wij zeggenniet: voeg dat toe aan de algemene reserves, neen, reserveer het even totualledoelstellingen heeft uitgewerkt, en daarop wat meer zicht heeft. Mevrouw HEERKENS Mevrouw Van Beusekom, ik vind dat toch iets te gemakkelijk. In de commissie had het college op dat moment geen financiële dekking aangegeven. Toen was de begroting nog niet naar voren gekomen. Toen heeft u gezegd: wij schaffen die BredaPas af, en wij hebben de financiële dekking. Die had de Partij van de Arbeid nog niet, maar u deed dat met de gelden van de BredaPas. Daarmee verruimde u de bijzondere bijstand. Nu heeft het college de financiële dekking aangegeven, en vervolgens zegt u hier: neen, want dat komt er nog eens bovenop en nu kan het nog ruimer in die bijzondere bijstand. Ja, zo lust ik hem ook. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ja, dat zult u ook moeten lusten, want u heeft net ook vrij enthousiast gezegd dat de motie van GroenLinks, ook als het wat meer geld kost, toch duidelijk aandacht nodig heeft. Wij hebben al in de commissie gezegd dat het treffen van maatregel op maatregel wel eens uit de hand kan lopen als het gaat over de financiën die dat met zich mee kan brengen. Hiermee heb je een verdere dekking. Het klinkt zo leuk, mevrouw Heerkens, en ik gun u van alles, maar het is zo dat u zich in twee zinnen weet tegen te spreken. Voorzitter, wij onderschrijven de algemene doelstelling, maar de handhaving van de BredaPas zien wij niet zitten. Wij kiezen dus, en dat wordt hiermee eigenlijk aangegeven, voor een andere invulling en willen daarmee niet wachten tot ver in 1997, als de richtlijnen zijn uitgewerkt. Het is heel jammer dat daarvoor niet wordt gekozen. Zo zullen we op den duur toch, ondanks al onze pogingen om daaraan steeds geld toe te voegen, bijvoorbeeld door de gelden van het afschaffen van de BredaPas te reserveren, in een onbetaalbaar lokaal stelsel dreigen te belanden, dat we straks wellicht weer moeten terugschroeven. Over punt 1 van het voorstel het volgende. Daar waar het in punt 1 van het voorstel gaat over de invulling van de BredaPasmerken wij op dat wij dat onderdeel niet steunen, maar met de rest stemmen wij volledig in. Dit is dus een akkoordverklaring met als uitzondering de handhaving van de BredaPas. Als dat zo in het geheugen van iedereen blijft hangen, dat wij geen handhavers zijn van de BredaPas, dan is voor ons het voorstel goed. De heer VERPAALEN Mijnheer Van Os heeft gezegd dat hij blij is met de complimenten van de F.N.V. over zijn kwijtscheldingsbeleid. Dat geeft klaarblijkelijk de mentaliteit aan die bij deze wethouder behoort. Ik heb gepleit voor verlaging van de lasten van de burgers, zodat er minder kwijtschelding hoeft plaats te vinden. Maar de wethouder wil graag macht, wil de grote heer uithangen die welwillend iets kwijtscheldt. Dat is de mentaliteit van deze wethouder. Ik zou niet blij zijn met ditcompliment, neen, ik zou mij schamen, want dat betekent dat hij te grote lasten heeft opgelegd. Er is door GroenLinks een motie ingediendWij hebben geen behoefte aan deze motie, want er wordt eigenlijk iets gevraagd wat onmogelijk is. Als een verhuurder een kamer verhuurt, dan zouden, volgens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 537