26 SEPTEMBER 1996 544 TWEEDE TERMIJN De heer CRUL Deze les heb ik al verschillende keren gehad, zowel van de wethouder als van mevrouw Croft. Ik zeg niet dat de advocaten in de fractie het daarmee eens zijn. Als leek ga je er toch vanuit, als je een procedure start, en de procedure bestaat uit verschillende stappen, en je bent nog met de eerste stap bezig en het beroep is nog niet afgewikkeld, dat wordt vandaag afgewikkeld, dat je dan de tweede stap niet kunt zetten. Zo heb ik steeds geredeneerd. Verschillende anderen hebben mij ervan trachten te overtuigen dat dat onjuist isIk heb nog nooit meegemaakt dat er een volgende stap kan worden gezet als de eerste niet is afgewikkeld. In dit geval is inderdaad artikel 19 ingediend en ook gehonoreerd door de Provincie, dat is bekend. Maar dit lijkt mij toch haaks te staan op de volgorde die je bij de procedure moet volgen. We raken het daarover, denk ik, toch nooit eens Ik ben in ieder geval blij dat de wethouder niet zijn woorden herhaalt die hij vroeger heeft gezegd, dat hij daarvan toch een beetje afstand neemt en accepteert datje over deze zaken zeer verschillend kunt denken. Als stemverklaring wil ik zeggen dat wij het voorstel niet zullen steunen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER In de richting van de heer Crul het volgende. Beroep op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft geen schorsende werking. U had dan ook een verzoek om schorsing moeten indienen. Dat is niet gebeurd, of is afgewezen, en derhalve kan de artikel 19-procedure inderdaad worden opgestart. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 191. VOORBEREIDINGSKREDIET TEN BEHOEVE VAN DE PLANONTWIKKELING VAN DE ST. IGNATIUSSTRAAT JAARSCHIJVEN 1996 EN 1997. Akkoord. 192. VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN MONTENSLAAN 1996. De heer SINKE In de commissie had ik al gezegd dat ik in de raad nog een paar zinnen aan dit onderwerp zou wijden, ook al is er in de commissie volop toegelicht en ingesproken. Er bleven een paar punten over, waarop de discussie zich concentreerde, namelijk wel of geen woondoeleinden en wel of geen splitsing. Op beide fronten heeft de CDA-fractie gezegd: akkoord, waarbij het ons met betrekking tot die splitsing niet van belang leek of er splitsing vooraf of achteraf was. Het enige punt, waarover wij een opmerking hebben gemaakt, is dat de situatie dan visueel wel een beeld moet opleveren dat vergelijkbaar is met de woningen of de panden in de omgeving. Dat betekent dat er in ieder geval niet iets moet komen wat gaat lijken op twee heel afzonderlijke woningen. Door de wethouder is toegezegd dat daarmee rekening zal worden gehouden. De heer MARÉE Ik zou met betrekking tot het feit dat wij een gewijzigd raadsvoorstel hebben gekregen van de desbetreffende wethouder exact willen horen waarop de wijzigingen in het raadsvoorstel zich toespitsen, zodat we daarover zekerheid hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 544