26 SEPTEMBER 1996 545 Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX In de commissie is door ons al uiteengezet waarom dit voorstel niet gerechtvaardigd is. De wethouder mag dan wel van mening zijn dat hier de koninklijke weg wordt bewandeld met betrek king tot de wijziging van het bestemmingsplan, maar het is ook mogelijk om heel anders daarover te denken. Namelijk, als er een bestemmingsplan ligt en een wijzigingsbevoegdheid, en er is verder geen publiek belang in het geding, dan moet de gemeente binnen de wijzigingsbevoegdheid handelen. Dan is de bouw van woningen hier uitgesloten, hoeven er ook geen mooie beukenbomen te worden gekapt, en hebben de bewoners, en dat is, denk ik, het allerbelangrijkste, ook de rechtszekerheid die de raad ze eerder heeft geboden. Ik denk dat iedereen daarop prijs stelt. Het is onnodig dit allemaal van tafel te vegen terwille van een verzoek om per se daar te willen wonen. Er wordt in Breda in overvloed gebouwd, juist in deze categorie. Een meerderheid van de VVD- fractie heeft geen behoefte aan deze wijziging. Twee personen kiezen, na ampele overwegingen, ervoor deze planwijziging te ondersteunen, en wel uit vrees dat er mogelijk anders een nog ongunstigere ontwikkeling zou kunnen plaatsvinden. De heer CRUL Vanuit de commissie heb ik de zaak mee teruggenomen naar de fractie. We hebben binnen de fractie vooral de juridische kanten nog eens bekeken. Wij vinden dat het voorstel, zoals dat luidt, ook juridisch sluitend is. Daarom zullen wij het voorstel steunen. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Gezien het late tijdstip en het aantal nog te behandelen punten, en aangezien debatteren in deze niet-democratische raad als obstructie wordt aangemerkt, volgt hierbij onze stemverklaring. Wij zijn tegen het voorstel en verwijzen voor de onderbouwing naar het standpunt dat mevrouw Van Beusekom zojuist heeft verwoord. Wethouder DE BRUUN In de richting van de heer Sinke het volgende. Ik denk dat wij het met elkaar eens zijn over de inpassing van de nieuwbouw op die plaats. Wij zullen daarop nadrukkelijk toezien zodra de bouwaanvrage er is. De commissie WAM heeft zich daarover uitgesproken, en wij zullen de zaak ook ter inzage leggen, zodat u weet hoe een en ander eruit komt te zien. De heer Marée vraagt naar de wijzigingen. De wijzigingen zijn niet exorbitant groot. Op pagina 2, onder beoordeling, is halverwege de eerste alinea enige wijziging aangebracht. In de richting van mevrouw Van Beusekom, en mevrouw Croft sluit zich daarbij aan, het volgende. Wij hebben in de commissie uitgebreid gediscussieerd over het al dan niet gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid, zoals die in het oorspronkelijke bestemmingsplan lag. Ik heb getracht aan te geven, en ik zal dat nu nogmaals proberen te doen om in ieder geval duidelijk over te komen, dat het bestemmingsplan, zoals het er lag, inclusief de wijzigingsbevoegdheid geen mogelijkheid gaf tot een bouwplan als dit. Gelet op het feit dat het college van mening was dat medewerking zou kunnen worden verleend aan een bouwplan als gevraagd, hebben wij besloten de koninklijke weg te bewandelen door het voeren van een nieuw bestemmingsplan. Kortom, een nieuw bestemmingsplan is aan de orde. De wijzigingsbevoegdheid is dus niet meer aan de orde. Op deze wijze zijn in ieder geval de belangen van iedereen, die zich daarin geraakt voelt, naar onze mening wettelijk voldoende gewaarborgd. TWEEDE TERMIJN Mevrouw VAN BEUSEKOM Over de koninklijke weg hebben wij het gehad, en ik denk dat je daarover van mening kunt verschillen. Naar mijn mening is het belangrijk dat de omwonenden dat ook zeker zelf verder gaan uitzoeken. Een zin, waarover ik toch heel erg heb nagedacht, maar waarin toch nog een foutje

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 545