26 SEPTEMBER 1996 549
door mevrouw Van Bergen verschillende argumenten naar voren gebracht. Ik moet daarbij meteen
een omissie in het geschiedkundige verhaal van de heer Schroder corrigeren, want het eerste besluit
over deze parkeergarage is genomen op 1 juli 1993. Toen was GroenLinks ook tegen, dus dat
verandert niets aan haar standpuntbepaling. Toen heeft de raad een besluit genomen over de
verkeers- en vervoervoorzieningen in de binnenstad. Ook werd toen reeds gesproken over een
mogelijk groter aantal parkeerplaatsen op deze locatie, in relatie tot de plannen ten aanzien van
het eventueel heropenen van de Haven. U neemt vanavond geen besluit over die 200 extra par
keerplaatsen. Het is wel de opdracht die wij ons voornemen en die wij ook zullen uitvoeren op
het moment dat we met definitieve voorstellen uw richting uitgaan, en dat zal echt niet zo lang
meer duren. Wij willen dan wel zekerheid hebben of die 200 plaatsen extra hier technisch kunnen,
ook binnen alle randvoorwaarden, alsmede wat de financiële consequenties daarvan zijn. U zou
het ons zeer kwalijk nemen als wij niet zo vooruitziend zouden zijn, want de wens ten aanzien
van het eventueel heropenen van de Haven is in alle plannen door deze raad opgenomen. Derhalve
moeten wij de mogelijkheden daarvan bezien en in ieder geval de belemmeringen, om zodanige
maatregelen te kunnen treffen dat die belemmeringen kunnen worden weggenomen. Later zal de
raad dan een besluit nemen of de Haven werkelijk wel of niet wordt heropend en op basis van
welke financiële consequenties dat zal gebeuren. Wij zullen op tafel leggen wat de financiële
consequenties zijn van de 200 extra parkeerplaatsen hier. Dat heeft niet alleen met investeringen
te maken, dat heeft ook met eventuele exploitatievoordelen te maken. Die zullen wij in beeld
brengen. Dan zullen wij zeggen of dat een reëel voorstel is en wij zullen dat aan u voorleggen,
want u zult daarover een uitspraak moeten doen. Wij hebben in ieder geval de opdracht om te
kijken naar die 200 extra parkeerplaatsen hier, hetgeen in de toekomst de invulling van andere
wensen van deze raad dichterbij zou kunnen brengen. Voor die opdracht staan wij nu. U neemt
nu geen besluit over de financiering van die 200 parkeerplaatsen extra, u neemt überhaupt geen
besluit over het krediet waarmee deze garage gaat worden gebouwd. Daarover zullen nog separate
voorstellen aan u worden voorgelegd. U besluit nu over het voorbereidingskrediet. Dat
voorbereidingskrediet heeft als basis de 500 parkeerplaatsen in het kader van de afspraken over
de parkeerbalans en de mogelijkheden/onmogelijkheden van die 200 parkeerplaatsen extra. Het
gaat er mij dan niet om of het nu exact 240 of 250 plaatsen zijn, want het lijkt mij toch verstandig
dat we, op basis van de ervaringen nu, in het komend jaar de totale parkeerbalans nog eens in
beeld brengen, waarbij duidelijk wordt waarover we het hebben, wat de behoefte is in deze stad
versus de ontwikkelingen in deze stad ten aanzien van spreiding en verruiming van openingsuren
van de winkels in de stad, en de bereikbaarheid van de binnenstad versus de ontwikkelingen nu.
Het aantal parkeerplaatsen hier en de ligging van deze parkeerplaatsen is ook geen concurrentie
voor het parkeer- en pendelgebeuren elders, want dat past bovenop de reguliere voorzieningen
ten behoeve van het bereikbaar houden van onze binnenstad voor de bezoekers die er regelmatig
moeten zijn. Het parkeer- en pendelgebeuren is echt een voorziening die je incidenteel bij grote
evenementen, bij belangrijke activiteiten in de binnenstad moet gebruiken, om de mensen op een
eenvoudige manier hun auto buiten de binnenstad te kunnen laten parkeren en hen te vervoeren
naar het centrum van de binnenstad. Het is geen concurrentie, het heeft ook niets te maken met
afstand, maar het is gewoon de behoefte die men heeft aan parkeerplaatsen om de bereikbaarheid
voor de binnenstad te garanderen. Niet alleen vanuit het oogpunt van het milieu, maar ook vanuit
het oogpunt van het verkeers- en vervoerbeleid bl ijft het real iseren van het parkeer- en pendelgebeu
ren op bijvoorbeeld het NAC-terrein een grote prioriteit. In overleg met de BBA wordt eraan
gewerkt om na te gaan of dat realiseerbaar is, en zo ja onder welke condities, en hoe zich dat
verhoudttot de behoefte die er ten aanzien van de voetbalwedstrijden van NAC ligt. Wat dat betreft
blijft de realisatie daarvan een doelstelling die ook in het verkeers- en vervoerbeleid staat, die in
het Bestemmingsplan Binnenstad staat, die in het parkeerbeleid staat, die in alle plannen staat en
die ook vanuit het milieu-oogpunt van belang is. Wij komen daarop op korte termijn terug om
te kijken wat de realiseringskansen en de consequenties daarvan zijn. Dat heeft niet te maken met